Lees verder
Baer Jonkers is programmamanager ggz bij GezondheidsZorg Asielzoekers (gza) en oprichter en directeur van PsyGlobal.
Anouk Bercht

Ik ging psychologie studeren omdat ik mezelf later zag als een soort Freud, die de psychische problemen en denkfouten van anderen zou kunnen ontrafelen en oplossen. 

Zo studeerde ik af in de klinische psychologie en begon ik op een werkervaringsplek bij een grote ggz-instelling. Ik kreeg daar uiteindelijk een betaalde baan en vond het werk in het begin superleuk en leerzaam. Maar toen kwam ter sprake of ik de gz-opleiding wilde gaan doen. Terwijl ik daarover nadacht, realiseerde ik me dat ik helemaal niet gelukkig zou worden als ik de rest van mijn leven op een stoel zou moeten zitten en luisteren. Mijn beeld van een psycholoog klopte niet. Als psycholoog ben je vaak niet aan zet. Je moet juist de ander op ideeën laten komen en zelf vooral goed luisteren.

Zo behandelde ik een keer een vrouw, een moslima, die kampte met ernstige paniekklachten. Ze probeerde haar problemen op te lossen vanuit haar geloof. Ze was er bijvoorbeeld van overtuigd dat als ze zou bidden, Allah haar kracht zou geven en haar klachten zouden afnemen. Zelf ben ik agnost, misschien wel atheïst. Daarnaast had ik op dat moment allerlei cgt-protocollen in mijn achterhoofd. Ik ging haar religieuze overtuigingen dus uitdagen. Ik vertelde haar dat bidden misschien niet werkte. Maar daarmee hielp ik haar natuurlijk niet. Achteraf gezien had ik meer vanuit haar denkkader naar oplossingen moeten zoeken en mijn eigen overtuigingen even opzij moeten leggen. Ik had naast haar moeten gaan staan en kijken of we vanuit haar geloof andere oplossingen konden bedenken. Als psycholoog moet je mee in het denkkader van anderen, kijken door hun bril, niet de jouwe. Maar dat past niet helemaal bij mijn karakter.  Ik ben veel meer een doener, ik wil iets creëren, iets maken, resultaten behalen.

Terwijl ik dat bedacht, realiseerde ik me ook dat ik het eigenlijk leuker vond na te denken over de organisatie van de afdeling waar ik werkte. Over wat er misschien beter of anders kon. Mijn manager merkte dat op en stelde voor dat ik een interne opleiding tot manager bedrijfsvoering ging volgen. Zodoende heb ik het vak van behandelend psycholoog achter me gelaten.

Twee jaar geleden ben ik via-via in contact gekomen met Esther Haaijema. Zij is psychotherapeut en zag dat er op de wachtlijsten van haar ggz-instelling veel anderstalige mensen stonden. Ze had daar een oplossing voor bedacht: een organisatie die anderstalige psychologen koppelt aan Nederlands ggz-instellingen, zodat ze daar kunnen werken en cliënten kunnen helpen die dezelfde taal spreken en de cultuur kennen. Het idee was om zowel buitenlandse psychologen aan een betaalde baan te helpen, als mensen die hulp nodig hebben in contact te brengen met een psycholoog die dezelfde taal spreekt en hun cultuur kent.

Esther zocht hulp om alles te organiseren en een concreet plan te maken. Ze zocht eigenlijk een manager bedrijfsvoering. Die rol zag ik zeker zitten, we hadden persoonlijk een goede klik en ook het idee sprak me aan. Inmiddels is het idee realiteit en bestaat PsyGlobal, we hebben onder meer al veel Oekraïense psychologen aan werk geholpen.

Toeval

Een psycholoog die zowel dezelfde taal spreekt als de cultuur kent is erg waardevol. In de reguliere ggz werken we wel met tolken, maar dat is anders. Laatst sprak ik een collega die me vertelde dat zijn cliënt uit Eritrea steeds zo ongeïnteresseerd was, onderuitgezakt tegenover hem zat. Maar mensen uit Eritrea stellen zich soms positioneel lager op om respect uit te drukken. Nog een voorbeeld: kinderen met een ongeneselijke ziekte krijgen op een gegeven moment van een arts te horen dat ze  uitbehandeld zijn. Maar binnen de islamitische cultuur is dat een no go. Een arts kan dat niet zomaar bepalen. Maar als je een imam erbij betrekt, en die ermee akkoord is dat het kind uitbehandeld is, kunnen ouders dat ook accepteren.

Ik weet niet zo goed waarom asielzoekers mij zo bezighouden. Ik heb geen bijzondere fascinatie voor verre landen bijvoorbeeld. Misschien is het meer toeval dat ik veel met deze doelgroep werk, is het gewoon zo gelopen. Ik kan altijd wel goed meevoelen met vluchtelingen. Toen ik nog als behandelend psycholoog werkte, zag ik soms cliënten en dan vroeg ik me af of ze nu écht een probleem hadden. Maar als ik bij een asielzoekerscentrum kom en ik zie daar een vrouw lopen met haar zoontje van een jaar of twee, in de regen, op een grijze dag, dan geloof ik meteen dat zij het soms even niet meer trekt. Dat ze behoorlijk wat heeft meegemaakt en nu eenzaam is, in een vreemd land. Zo’n beeld raakt me, dan wil ik helpen. Waarom dat is, weet ik dus niet.  Ik ken persoonlijk niemand met zo’n verhaal, heb zelf geen soortgelijke ervaringen, zelfs nooit een wereldreis gemaakt. 

Ik ging haar religieuze overtuigingen uitdagen en opperde dat bidden misschien niet werkte

Misschien is het ook wel een beetje toeval dat ik binnen de psychologische zorg ben beland. Ik denk weleens dat ik ook gelukkig had kunnen worden als ik de filmacademie gedaan had. Maar ik heb nu eenmaal voor psychologie gekozen, en daar ga ik mijn weg in vervolgen. Voor mij is het nu vooral belangrijk wát ik doe en dat dit past bij mijn karakter, en minder binnen welke sector. Nu kan ik de kar trekken, organisaties neerzetten, concrete doelen nastreven en creatief zijn. Dat past veel beter bij mij dan de hele dag op een stoel zitten luisteren.’

Beeld: Irene Fernandez