Lees verder
Daniëlle van der Sluis is masterstudent klinische psychologie aan de Universiteit Utrecht en stagiaire bij Reinier van Arkel.
Anouk Bercht

‘Tijdens mijn studie psychologie heb ik zelf ervaren hoe het is om cliënt te zijn. Dat kwam niet van de een op de andere dag. Ik vond het altijd al lastig mijn weg in de maatschappij te vinden. Zo ben ik erg perfectionistisch en onzeker. Als kind al. De wereld was  onvoorspelbaar en eng. Op de middelbare school haalde ik heel hoge cijfers. Dat gaf me controle, een gevoel van houvast. Hoe onzekerder ik me voelde, hoe harder ik werkte en hoe hoger mijn cijfers.

Ook tijdens mijn bachelor werkte ik hard. Ik slaagde cum laude en volgde het honoursprogramma. Ik heb er vier jaar over gedaan. Daarnaast deed ik ook een bestuursjaar, ik zat in de faculteitsraad, in commissies, had bijbaantjes en weet ik wat allemaal. Ik worstelde al sinds mijn kindertijd met eetproblemen en tijdens de coronacrisis kreeg ik een terugval. Hier kreeg ik professionele hulp voor, maar wegens gebrek aan vooruitgang moest dit afgesloten worden.

Ik begon aan mijn masterthesis en deed een onderzoeksstage. Maar eigenlijk ging het met mij al tijden niet goed. Al dat harde werken hield ik niet meer vol. Ik had ook veel last van paniek. Mijn therapie liep vast, ik had het idee dat niemand wist welke hulp passend zou zijn en overal waren wachtlijsten. Dat was het moment waarop ik uitviel.

Twee jaar heb ik er uiteindelijk uitgelegen. Sinds ongeveer een maand ben ik weer begonnen met mijn studie. Ik loop stage bij Reinier van Arkel in Den Bosch binnen het fact-team. Ik zie cliënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. Dat is heftig, superspannend en heel leuk.Ik vind het soms ingewikkeld dat ik de ggz nu vanuit twee perspectieven kan zien. Want ik ben een professional en nog steeds cliënt. Zo zie ik nu dat bepaald gedrag van een cliënt heel moeilijk kan zijn voor de professional. Tegelijkertijd denk ik ook weleens: dat had ik kunnen zijn. En als professional kun je wel rationeel bedenken dat er achter elke vorm van gedrag een reden zit, maar je kunt het nooitécht helemaal begrijpen of invoelen, denk ik.

Of: sommige professionals benaderden mij als cliënt heel voorzichtig, heel vermijdend. Ik kom daar niet verder mee – andere cliënten wel hoor. Zelf ben ik ook vermijdend, dus dan blijf je samen om de boel heen draaien. Ik heb een meer directief iemand nodig, die duidelijk is en doortastend. Tegelijk weet ik nu dat dit voor een behandelaar ook ingewikkeld moet zijn. Je weet van tevoren niet welke aanpak past bij de cliënt.

Ik ben een professional en ook nog steeds cliënt

Psychisch gestoord

Naast studeren heb ik samen met een vriendin een eigen theaterproductie: Psychisch Gestoord Producties. We maken voorstellingen over de ggz en proberen gerelateerde thema’s vanuit verschillende perspectieven te behandelen: cliënt, professional en naaste. We bestaan officieel sinds begin 2023, doen vrijwel alles met zijn tweeën en groeien harder dan verwacht. Er komen veel aanvragen voor voorstellingen binnen. Met onze voorstellingen willen we twee boodschappen overbrengen. De eerste is dat wij van alles hebben meegemaakt, we zijn ‘psychisch gestoord’, maar we zien er best normaal uit en kunnen op veel vlakken functioneren. Psychische problematiek kent dus geen gezicht, en betekent niet dat je afgeschreven bent. Daarnaast willen we het taboe op mentale problemen verminderen en het gesprek erover op gang brengen. Aansluitend op de voorstellingen houden we daarom ook nagesprekken met de hele zaal.

We steken hier en daar flink de draak met de ggz. We vinden dat er veel anders moet. Denk aan de wachtlijsten, de crisiszorg, het feit dat je een diagnose nodig hebt om bepaalde behandelingen te krijgen, oh en de koffie, haha, die moet ook echt beter. Hoe het dan wel moet, weet ik ook niet. Misschien helpt het voor de wachtlijst-problematiek om wat meer buiten de ggz te kijken. Nola, mijn psychosociale hulphond, werd  buiten de ggz om geregeld. Maar zij was wel wat ik nodig had om verder te komen.

Ik heb destijds allerlei verschillende behandelingen gehad en daar kwam altijd een einde aan zonder dat er echt iets veranderde. Het lukte me nooit buiten de gesprekken met de therapeut contact met mijn gevoel te maken, als het daar al lukte. Ik besefte dat het niet werkte, therapeuten kon ik immers niet meer naar huis nemen, haha.

Na een crowdfunding-actie, kreeg ik Nola in huis, een puppy van acht weken. Ik moest haar opvoeden en er kwam wekelijks een trainer om te helpen. Het ging er vooral om dat Nola en ik elkaar goed leerden kennen. Iedere hond reageert anders op spanning en emoties.

In het begin werd ik soms boos op haar, dan vond ik dat ze irritant deed. Zo waren we een keer in een supermarkt toen ze erg vervelend werd. Ze stopte haar neus in alle vakken, begon aan de riem te trekken, at van alles van de vloer. Mijn trainster was erbij en vroeg aan mij hoe ik me voelde. Toen besefte ik eigenlijk pas dat ik me erg gestrest voelde omdat ik het heel eng vond. Dit was de manier van Nola om dat kenbaar te maken.

Ik hoop dat ik haar op een gegeven moment niet meer nodig heb, omdat ik mezelf goed leer lezen met behulp van Nola. Misschien kan ik haar dan wel inzetten om mijn cliënten te helpen. 

Ik wil nog steeds graag psycholoog worden en ook theater blijven maken, al heb ik geleerd om het wat meer moment per moment te bekijken. Het gaat nu goed. Als ik een jaar geleden had kunnen zien waar ik nu zou staan, had ik dat niet geloofd. Ik moet mijn eigen grenzen goed in de gaten blijven houden, en ik blijf af en toe zoekende en twijfelen, niet weten hoe het moet. Maar dat is ook gewoon hoe het leven is.’

Beeld: Stijn Rademaker