Lees verder
Psycholoog bij Kenter Jeugdhulp in Haarlem
Nederlands Instituut van Psychologen

‘Sinds ruim twee jaar werk ik bij Kenter Jeugdhulp, waar ik als stagiair begon. We bieden jongeren flexibele en ambulante zorg. Ik werk met jongeren tussen de 12 en 23 en ik zit ook in het crisisteam.

De meeste jongeren willen in de middag afspreken, ze gaan ’s ochtends naar school of kunnen niet vroeg opstaan. ‘s Ochtends ben ik daarom vaak bezig met vergaderingen of onderzoek. De werkdag begint altijd met het ochtendrapport. Met het team bespreken we de cliënten die dagelijks hulp nodig hebben zodat iedereen weet wat er speelt en wat er nodig is.

Crisismodule

Er zijn altijd wel projecten waar ik me naast het zien van cliënten in verdiep. Zo help ik nu met het ontwikkelen van een crisismodule. De crisiszorg loopt vaak vast: jongeren die in een crisissituatie hulp nodig hebben, kunnen nergens terecht. Dat komt deels door corona maar ook gewoon door hoe de jeugdzorg in elkaar zit. Met wachtlijsten, en met zorginstellingen die alleen minder ingewikkelde jongeren aannemen. We willen een kortdurend zorgtraject ontwikkelen om iemand uit een crisis te tillen, zodat hij of zij daarna elders opgevangen kan worden. Crises kunnen mogelijk juist gebruikt worden om grote stappen in een behandeling te zetten. Dit kan dus helpen, al vind ik eigenlijk dat de gemeente dit probleem moet oplossen, niet wij als zorgaanbieders.

Het gros van mijn cliënten heeft autisme. Dé autist bestaat natuurlijk niet, maar veel van de jongeren die ik zie zijn cognitief heel sterk en dat vind ik interessant. Je kunt dan samen uitzoeken hoe de ander in elkaar zit. Al ben ik zelf ook geneigd alles te analyseren, wat zo’n gesprek ook kan bemoeilijken: voor je het weet zit je samen vooral heel erg cognitief te zijn. Ik probeer daarom soms minder te praten en meer te doen en te ervaren met cliënten. Bijvoorbeeld buiten te wandelen – dat werkt met veel jongeren trouwens veel beter dan zo stijfjes tegenover elkaar te zitten – of in de gymzaal af te spreken.

Ik zie nu een meisje met autisme die het moeilijk vindt iets te voelen. Dus we gaan dan in de gymzaal op de grond liggen en dan vraag ik haar wat ze voelt, of we doen eerst een activiteit en dan vraag ik haar of ze een verschil merkt.

Mijn rol als psycholoog vind ik misschien wel het allerleukste als ik mijn cliënten vragen kan stellen over de analyse die ze van zichzelf hebben gemaakt: “Ah, werkt dat zo? Leg eens uit!” Je hoeft geen uitgebreide uitleg meer te geven, maar kunt wel samen dieper ingaan op hoe het nu precies zit en samen iets leren over de cliënt.

Ik heb nog een leuk voorbeeld: vandaag sprak ik een jongen die het moeilijk vindt om zijn bed uit te komen. Hij zag het niet uit zijn bed willen komen als hét probleem en had er allerlei praktische oplossingen voor: vroeger naar bed, de wekker eerder zetten… Maar toen ik begon door te vragen en hem scenario’s voorschotelde kwamen we erachter dat hij de dag die komt gewoon erg ingewikkeld vindt. Hij heeft eindeloze gedachten over wat er allemaal mis kan gaan. Dat zijn de leukste gesprekken: samen uitvogelen hoe het leven werkt en wat er mis kan lopen, en dan daarvoor een werkende oplossing bedenken natuurlijk!’