Lees verder
Ieder mens doet aan psychologie, aldus wijlen Bert Duijker, de Amsterdamse psycholoog die ooit verantwoordelijk was voor de indeling van het vakgebied in verschillende subdisciplines. Hoe doen niet-psychologen die dag in dag uit met mensen werken aan psychologie? In deze aflevering voormalig prostituee Xaviera Hollander.
Geertje Kindermans

Voor deze rubriek wilden we een prostituee spreken, want als zij geen mensenwerk heeft, wie dan wel? Hoewel de prostituees die ik benaderde de insteek van het interview sympathiek vonden, haakte de een na de ander toch af. Daarom wendde ik me uiteindelijk tot iemand die in het vak heeft gezeten en wel vaker interviews geeft: Xaviera Hollander. In de VS runde ze ooit een bordeel, waarover ze haar bestseller The Happy Hooker schreef. Ze is blijven schrijven en tegenwoordig houdt ze een Bed & Breakfast in Amsterdam-Zuid. Die B&B verschilt niet zoveel van een bordeel, vindt ze. ‘Vroeger zorgde ik voor de dames, nu moeten ze hun eigen dames meenemen, maar het is nog steeds de bedden-business.’ Ze voegt eraan toe: ‘Mensen zijn hier happy. Ze komen hier niet naartoe om ruzie te maken. Nou ja… op een enkele uitzondering na dan.’

Vanille-man

Ze ontvangt in een felrode Marokkaanse kaftan. Zo bestiert ze vanaf haar zetel het huishouden. Haar man Philip assisteert haar met de drukke B&B. Hij adoreert haar, is een superkok en is ook nog eens tien jaar jonger. Als hij weg is om boodschappen te doen en ze wil me een kop thee aanbieden, roept ze naar achteren en komt er een beeldschone Griekse jongen die daar ook werkt en woont.

Ze begint te vertellen over haar jeugd, ze is oorlogsslachtoffer, heeft in Jappenkampen gezeten en was drie toen haar moeder daar door een beul – de beruchte kampcommandant Kenichi Sonei – vreselijk werd mishandeld. Ze verdween drie weken in het lijkenhuis en moest daarna naar het ziekenhuis, want ze bleek nog te leven. Die ervaring heeft Xaviera getekend. Het is goed voor mij om dat te weten, vindt ze. Tot haar twaalfde kon ze niet meer huilen, maar na een rebirthingsessie ging het weer. ‘Ik ben altijd een survivor geweest.’ Daarom ook zorgde ze ervoor dat zij altijd aan de touwtjes trok. ‘Ik ben een leider, in de SM-wereld ben ik de dominante. En daar heb ik geen zweep voor nodig.’

Ze laat zich niet sturen door mijn vragen, maar gebruikt ze als aanleiding om door te praten en gaat dan al associërend op een ander onderwerp over. Opeens vertelt ze over een dag in het bordeel, met om haar heen verschillende meiden die met klanten bezig waren in de diverse kamers waarvan de deuren op een kier stonden. Het hele huis was stil. Te stil, vond Xaviera. Zij zat in de huiskamer en ze begon samen met een leuk meisjes dat zich ook verveelde, zelf te steunen. Ze doet het voor: ‘Ah, ah, aah, aaaah, ohah… owaaaah…’ Lachend: ‘Ze kwamen allemaal in no time klaar! Zo doe je dat dus als het niet opschiet.’

Seks is de kern van waar het bij haar om draait. Als ze een verhaal vertelt over een vriendin, zegt ze als tussenzin: ze is reuzegeil, om dan door te gaan over een krant die ze deze vriendin cadeau heeft gegeven. Of na een ander verhaal, tussen neus en lippen: ‘Ja, daarna hebben we heel goede seks gehad.’

Impotent maar gul

Ze ontkracht het idee dat het vooral oude mannetjes zijn die prostituees bezoeken. ‘Oude mannen zijn helemaal niet zo potent. En dat begint al bij 55, 60 hoor!’ Maar als ze komen, is dat prima, want ze zijn vaak gul. Verder zijn het vooral potente mannen die prostituees bezoeken, veel mannen uit de financiële wereld. ‘De beurs heeft invloed op de zaken. If the stocks go down, the cocks go down. En andersom.’

Ze vertelt over verschillende klanten, bijvoorbeeld over Frank Sinatra die heel vervelend was. ‘Dat kan ik wel zeggen, die is toch dood. Hij schreeuwde en zoop zich suf, hij mepte de meiden.’

Hoe ze met agressie omgaat?, probeer ik een vraag. Ze begint te vertellen hoe ze ooit heel erg in elkaar is geslagen door een klant; hij sloeg een marmeren plaat op haar kapot. Ze wijst naar haar gezicht naar de littekens die er nog zitten. Hij zat onder de drugs. En zij had ook een behoorlijke joint gerookt, roken en drinken doet ze sowieso niet. Sinds dat incident gebruikt ze geen drugs meer. Zeker niet als er iemand vast­gebonden wil worden. Dat is dus een gevaarlijke situatie? Ze schudt haar hoofd. ‘Niet als hij eenmaal goed is vastgebonden, maar als je het een beetje halfzacht doet, tja, dan kan het misgaan.’

Allround lover

Timmermannen en andere vakmannen zijn fantastische minnaars, zeker als ze een beetje hersens hebben, zegt ze opeens. Ze zijn origineel ook. Als ik doorvraag, wijst ze achter zich. Die kast, die heeft een ex-minnaar gemaakt. ‘Nee, ze zijn heel handig om over de vloer te hebben.’

Tot slot vertelt ze over een loodgieter, die zowel travestiet als hetero was en ook masochist en voormalig minnaar. ‘Het was voor hem moeilijk een minnares te vinden die hem in elkaar wilde meppen, daarom was hij voor mij een allround lover.’ Hij kwam ooit als loodgieter langs, maar wilde gelijk iets gemakkelijkers aantrekken. Hij kwam terug als Cora, opgemaakt met een lange rode wijde rok en hoge hakken. ‘Ik had een paar Indische dames in het tuinhuisje van mijn B&B op bezoek in mijn eigen huiskamer. Toevallig bleek daar het chemische pomptoilet niet goed te werken. Toen hij dat hoorde, kwam de man in hem weer naar boven. Hij met zijn hoge hakken naar de wc, en daar steekt hij zijn arm diep in de wc. Voor die vrouwen was het te extreem, ze zijn snel weggegaan en ik heb nooit meer iets van ze gehoord!’

Lachend nemen we afscheid.

En dan sta ik weer op de stoep van haar B&B, maar vooral van een wereld die Xaviera heet

Foto: Rick Wezenaar