Lees verder
Iris Dijkstra, Vittorio Busato

Het blijft een dilemma: moet je mannen die met kinderen willen werken screenen op pedofiele aanleg? Een groep Nederlandse onderzoekers laat zich hier niet over uit. Wel demonstreren ze dat een combinatie van twee tests pedofiele gedachten zeer goed kan voorspellen.

 

Onderzoek doen naar pedofilie is makkelijker gezegd dan gedaan. Zelfrapportage is onbetrouwbaar, lichamelijke tests zijn genant en duur. Het meeste heil valt nog te verwachten van impliciete associatietests, die onbewuste, automatische associaties meten die mensen hebben bij bepaalde prikkels.

 

Een groep Nederlandse onderzoekers heeft nu twee van zulke tests gecombineerd. In de eerste test kregen twintig pedofiele, niet of niet meer veroordeelde mannen (en twintig gematchte heteromannen) woorden en plaatjes voorgeschoteld. De woorden waren seksueel getint of neutraal, de plaatjes betroffen volwassenen en kinderen in badkleding of ondergoed. De proefpersonen moesten zo snel mogelijk aangeven wat ze zagen. De linkerknop op het toetsenbord stond bijvoorbeeld voor seksueel getinte, de rechterknop voor neutrale woorden. Voor de plaatjes gold iets dergelijks: kwam een kind in beeld, dan moest de linkerknop worden ingedrukt, was er een volwassene te zien, dan de rechterknop. Het idee was dat pedofielen de taak in dit voorbeeld sneller zouden volbrengen dan niet-pedofielen, aangezien voor seksueel getinte woorden en kinderplaatjes steeds dezelfde knop moest worden ingedrukt.

Tijdens de tweede test kregen de deelnemers seksueel getinte of neutrale woorden te zien tegen een achtergrond van een man, vrouw, jongen of meisje. Die achtergrond moesten de proefpersonen negeren, was de instructie: ze moesten alleen de woorden onderscheiden door de linker- of rechterknop in te drukken. Ook hier was reactietijd de cruciale factor.

Beide tests konden de twee groepen goed onderscheiden: pedofielen associeerden seks met kinderen (vooral jongens) en niet met volwassenen, nietpedofielen associeerden seks vooral met volwassen vrouwen en niet met kinderen. Werden de tests gecombineerd, dan was met 97 procent zekerheid te voorspellen wie pedofiel was en wie niet. Deze voorspellende validiteit was groter dan die van de twee tests afzonderlijk.

 

De auteurs concluderen dat deze twee tests in combinatie een waardevolle aanvulling zijn op bestaande diagnostische instrumenten. Toch blijven er genoeg ethische vragen over. Hoe hoog ook de voorspellende waarde, er is altijd een kans dat iemand ten onrechte als pedofiel wordt aangemerkt. Bovendien meten de testen pedofiele gedachten, en geen pedoseksueel (strafbaar) gedrag. Het is dan ook zeer de vraag of mannen op grond hiervan een baan in de kinderopvang ontzegd kan worden. En misschien dat het onderzoek, mocht deze combinatie van tests in de praktijk gaan worden toegepast, eerst nog eens gerepliceerd kan worden. (ID)

 

Bron: M.L. van Leeuwen, R.B. van Baaren, F. Chakhssi, M.G.M. Loonen, M. Lippman, A. Dijksterhuis (2013). Assessment of implicit sexual associations in non-incarcerated pedophiles. Archives of Sexual Behavior, published online 24 April 2013.