Log in
Het rommelt nog steeds binnen de sociale psychologie. Nu weer ligt Ap Dijksterhuis met zijn priming-onderzoek onder vuur.
Iris Dijkstra, Vittorio Busato

Het houdt maar niet op. Wat in oktober 2012 begon met de oproep in Nature van Daniel Kahneman (zie ook De Psycholoog, november 2012, p. 11) aan sociaal psychologen om orde op zaken te stellen in het priming-onderzoek, blijft de gemoederen bezig houden. Zo publiceerde de Britse cognitief psycholoog David Shanks onlangs samen met collega’s een artikel in PLoS ONE dat het bestaan van ‘intelligence priming’ in twijfel trekt. Negen verschillende experimenten ernaar deden ze, en geen van alle bevestigde de resultaten uit eerder onderzoek. ‘Nieuwe klap voor de sociale psychologie’ kopte Nature vervolgens eind april, in een opiniestuk van wetenschapsjournaliste Alison Abbott.

Intelligence priming houdt in dat je beter scoort op een intelligentietest als je je van tevoren een typische hoogleraar hebt moeten voorstellen in plaats van bijvoorbeeld een voetbalhooligan. De Nijmeegse hoogleraar Ap Dijksterhuis meent dat Intelligence priming kan worden bewezen. De experimenten die hij eind jaren ‘90 van de