Log in
Wim van Dijk verstrekte het zelfdodingspoeder Middel X aan meer dan honderd mensen, zo vertelde hij in een geruchtmakend interview met De Volkskrant (23 oktober 2021).1 Met deze forumbijdrage wil hij de beroepsgroep een toelichting geven over zijn opvattingen over de Euthanasiewet, de door hem gewenste aanpassing daarvan en de rol voor psychologen bij de als dan geregelde hulp bij het levenseinde door een levenseindebegeleider. Hij gebruikt de term levenseindehulp in plaats van euthanasie, behalve bij Euthanasiewet.‘ Wij hebben als beroepsgroep niet eerder de Euthanasiewet in ethisch opzicht grondig bekeken.’
Wim van Dijk

Mijn vrouw is ondanks een euthanasieverklaring smartelijk gestorven. In de periode daarna ben ik wilsbekwame mensen tegengekomen die op zoek waren naar het levenseindemiddel. Zij waren bang voor een toekomst met ziekten of afhankelijkheid en wilden hun levenseinderegie in eigen hand houden. Ik wilde eraan meewerken om te zorgen dat hen in de toekomst niet hetzelfde zou overkomen als mijn vrouw. Op een zorgvuldige manier heb ik hen het levenseindemiddel verstrekt. Het Openbaar Ministerie (OM) zorgde voor een huisdoorzoeking, daarna een aanhouding, verhoor en ik werd weer vrijgelaten. Het sterkte mij slechts in mijn mening dat we de euthanasiepraktijk moeten moderniseren met daarin een rol voor psychologen.

Het uitgangspunt van de oorspronkelijke Euthanasiewet uit 1886 was de Sanctity of Life, oftewel het leven in het algemeen is heilig. Dat is verschoven naar de Quality of Life, oftewel het individuele leven is evalueerbaar – wat kan leiden tot