In veel reacties vanuit de eigen discipline op de ontmaskering van Stapel als oplichter, spreekt de verontwaardiging over het jarenlange misbruik van vertrouwen van collega’s en vakgenoten. Volgens Jos de Bruin is deze slachtofferrol weliswaar heel verleidelijk, maar bovenal ongepast. ‘Naïviteit, goedgelovigheid, afgaan op autoriteit en status, het is allemaal heel menselijk, maar nou net in de wetenschap een doodzonde.’ Een ‘meedogenloze analyse van het eigen falen’ lijkt De Bruin veel meer op haar plaats.
Publicatiedruk, competitie, mediageilheid of een koppig geloof in eigen gelijk, er zijn vele redenen om data te masseren, selectief te gebruiken of desnoods te verzinnen. Is de psychologie extra kwetsbaar voor deze vormen van wetenschappelijk bedrog? De Psycholoog is er niet gerust op, onder meer vanwege de ‘zelfbetrokkenheid’ van de psychologie.
Maar waarom zou die zelfbetrokkenheid gevaarlijk zijn? Het is waar, psychologen ‘maken deel uit van de soort die zij onderzoeken en zijn net als hun medemensen onderhevig aan persoonlijke voorkeuren’. Maar natuurkundigen zijn zelf ook onderhevig aan de zwaartekracht die zij onderzoeken en artsen kunnen zelf ook ziek worden. En als iedereen last heeft van persoonlijke voorkeuren, waarom zouden psychologen daar dan meer last van hebben dan anderen?
Dat voorkeuren gevaarlijk kunnen zijn, heeft hoogleraar Vonk ervaren. Zij zag haar vegetarische vooroordelen over vleeseters bevestigd in een onderzoekje van voormalig hoogleraar Stapel en zocht onmiddellijk de pers. Toen het onderzoekje gefingeerd bleek, stond ze lelijk te kijk.
Zelfbetrokkenheid in de psychologie
Maar liep zij als psycholoog een groter gevaar om door haar voorkeuren om de tuin geleid te worden dan, zeg, een chemicus? Juist niet zou je zeggen, als iemand bedacht had kunnen zijn op de beperkingen van de menselijke cognitie is dat een psycholoog, en zeker een psycholoog die onderzoekt hoe wij ons zelfbeeld beschermen door selectief te kijken. Kahneman zet het in Thinking, fast and slow (2011) nog eens op een rij, maar het is geen nieuws: ons oordeel is makkelijk te misleiden, onze rationaliteit vooral een ideaal. Vandaar ook al die aandacht voor methodologie.
De psychologie is zelfbetrokken, niet omdat psychologen mensen zijn, maar omdat de psychologie denkt over het denken en kijkt naar het kijken. De werkwijze van de psychologie is tegelijk haar studieobject, de psychologie bestudeert zichzelf. Dat maakt het lastig om methode en onderwerp helder te onderscheiden. Logische redeneersystemen zijn ook op te vatten als een theorie van menselijk redeneren. Hetzelfde geldt voor neurale netwerken of Bayesiaanse statistiek. Waar andere onderzoekers met een hamer al snel alleen nog spijkers zien, zien psychologen met een hamer al snel alleen nog hamers.
Mede hierdoor is de psychologie, ruim honderdtwintig jaar na het verschijnen van The Principles of Psychology van William James, nog steeds een ‘zich vestigende’ wetenschap. Er is geen overeenstemming over haar onderwerp, methoden of legitieme verklarende factoren. De beschikbare methoden en technieken bepalen niet alleen waar zij haar aandacht op richt, maar ook welke metaforen ze hanteert. Verschijnselen zijn lastig te isoleren en laten zich zelden herhalen, verklaringen berusten op zoveel veronderstellingen dat ze al snel bezwijken onder een kritische blik.
Vertrouwen
Zou het kunnen dat psychologen, ontmoedigd door deze geringe voortgang, eerder dan andere wetenschappers geneigd zullen zijn om zelf maar eens wat te verzinnen, of om minder kritisch te kijken als iemand eindelijk duidelijke resultaten presenteert? In de nasleep van de affaire Stapel lijkt de psychologie deze gewetensvraag te vermijden en te kiezen voor de slachtofferrol. Stapel heeft volgens betrokkenen schaamteloos en geraffineerd misbruik gemaakt van hun vertrouwen. Omdat je per definitie niet bedacht bent op bedrog door iemand die jij vertrouwt, is zijn bedrog als het ware dubbel slecht, vanwege de daad zelf en vanwege de schending van vertrouwen. Maar is dat een excuus voor de wijze waarop de psychologie zich kennelijk jarenlang voor de gek heeft laten houden?
Toen Vonk haar vertrouwen in Stapel aanvoerde als excuus voor haar kritiekloze, ja enthousiaste, gebruik van zijn gegevens, leek hoon haar deel. Toch benadrukt nu ook de commissie-Levelt in haar eerste Interim rapportage inzake de door Prof. Stapel gemaakte inbreuk op wetenschappelijke integriteit dat vertrouwen de basis is en moet blijven van alle wetenschappelijke samenwerking. Ook zij legt de verantwoordelijkheid voor het niet opmerken van deze ‘verbijsterende’ fraude vooral bij Stapel en zijn ‘geraffineerde’, onbeschaamde gebruik van prestige, aanzien en macht.
Het is verleidelijk, dat slachtofferschap, maar ongepast. Natuurlijk vertrouw je vrienden en collega’s en natuurlijk ben je geschokt als die dat vertrouwen beschamen, maar wetenschap is toch geen samenlevingsvorm? Als wetenschap bedoeld is om kennis van de wereld te verwerven, dan is vertrouwen een gevaarlijke basis. Studenten leren het al in hun eerste lessen methodologie: wetenschap berust op scepsis, op wantrouwen van eigen en andermans observaties en redeneringen.
Door zich te presenteren als slachtoffer doet de psychologie haar zaak geen goed. Waarom zou de buitenwereld een argeloze psychologie weer gaan vertrouwen? Prof. Köbben schetst, onbedoeld, de implicaties van een slachtofferrol als hij stelt dat de collega’s van Stapel niets te verwijten valt, dat het hoogstens klungels en naïevelingen zijn. Dat is net zo cynisch als de fan die zijn verliezende team niets verwijt, hooguit dat ze niet kunnen voetballen. Naïviteit, goedgelovigheid, afgaan op autoriteit en status, het is allemaal heel menselijk, maar nou net in de wetenschap een doodzonde. En zoals de katholieke kerk ons leert: een doodzonde kan alleen vergeven worden door oprecht volmaakt berouw en het Sacrament van de Biecht.
‘Falsificatie is een grondbeginsel van de wetenschap, maar speelde nauwelijks een rol in de onderzoekscultuur rond de heer Stapel.’ Aldus de commissie- Levelt. Een methodologisch ongeschoolde zou verbaasd kunnen denken dat hier betoogd wordt dat de wetenschap grossiert in vervalsingen en dat Stapel hierin ernstig tekortschoot. Wij snappen dat de commissie juist klaagt dat men zich rond Stapel niet hield aan het voorschrift zich te beperken tot weerlegbare hypotheses en het ontkrachten daarvan. Waarmee de commissie dus toch toegeeft dat wetenschap niet berust op vertrouwen, maar op geïnstitutionaliseerd wantrouwen, jegens zichzelf en anderen.
Eigen falen
Maar dan is het echte probleem niet dat Stapel data gefingeerd heeft en vertrouwen heeft geschonden. Opzettelijk verkeerde data, vergissingen of foutieve metingen, dat mag niet uitmaken, een wetenschap die haar werk doet zal data die te veel afwijken van de werkelijkheid uiteindelijk verwerpen. Niet het geknoei door een individu is schadelijk voor de reputatie van de psychologie, noch de laksheid van de ‘onderzoekscultuur’ rondom die knoeier, maar de glans waarmee dat geknoei al die jaren de toets van de psychologie als geheel doorstond.
In een zich nog vestigende psychologie is haar kritische blik haar voornaamste wapen. Geen slachtofferrol dus, maar een meedogenloze analyse, in de eerste plaats van het eigen falen. De buitenwereld moet erop kunnen vertrouwen dat psychologen elkaar wantrouwen, want anders doet die buitenwereld het wel.
Drs. J. de Bruin is psycholoog en zelfstandig gevestigd als ontwerper van cognitiemodellen. E-mailadres: jos@iaaa.nl.