Met reuzenstappen leidt hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie Frits Boer ons door de verschillende fasen van de menselijke ontwikkeling. Die begint al voor de geboorte als kindjes in de baarmoeder de klanken van hun moedertaal oppikken en bij fel licht hun negatieve emoties reguleren door hun ogen met hun handjes te bedekken. Anders dan de ontwikkelingspsycholoog Jean Piaget dacht, stopt de cognitieve ontwikkeling niet in de adolescentie. Pas tijdens de vroege volwassenheid ontstaat epistemische cognitie: het vermogen om op metaniveau te reflecteren op het denken waardoor relativeren mogelijk wordt. Ook leren mensen dan beter omgaan met de beperkingen en tegenstrijdigheden van het leven, omdat het denken verschuift van hypothetisch naar pragmatisch. Boer windt er geen doekjes om: veroudering is een progressief verlies van cellen en functies. Gelukkig brengt de verminderde denk- en reactiesnelheid op oudere leeftijd ons ook iets moois. Want het verlies aan vloeiende intelligentie wordt in combinatie met al onze eerder opgedane kennis, de gekristalliseerde intelligentie, door anderen ervaren
Artikelen / 03/03/2017
Spitsuur voor psychopathologie
Opmerkingen
0
Log in om te reageren op dit artikel.