Lees verder
Het is een thema waar iedereen mee te maken krijgt: splitsen en verzoenen. ‘De eerste keer dat u zich afsplitste was toen u de schoot van uw moeder verliet,’ zegt dagvoorzitter Pim van Dun bij de opening van de uitverkochte Dag van de Psychotherapie in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Van Dun nodigt de vijfhonderd aanwezigen uit om te denken aan iemand met wie zij iets goed hebben te maken. Want haat en de impuls om wraak te nemen zitten in ons allemaal, net als het vermogen om ons met elkaar te verzoenen en breuken in het contact te repareren.
Annemarie Huiberts

Ik ga het niet redden binnen vijftien minuten,’ waarschuwt Nel Draijer, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP). In haar welkomstwoord stelt ze dat splijten, roddelen en anderen de schuld geven niets oplost, maar dat de verleiding groot is in een tijd waarin de zorg binnen ggzinstellingen wordt uitgehold. ‘Wanneer we werken volgens de richtlijn te duur gaan vinden, leidt dat tot een erbarmelijke situatie voor patiënten met complexe problematiek,’ aldus Draijer. Juist nu er zoveel nadruk ligt op kostenbeheersing roept ze psychotherapeuten onderling op tot samenwerking in plaats van competitie; reviews laten immers zien dat de effecten van verschillende behandelingen ongeveer hetzelfde zijn. Van de NVP wil Draijer een grote, verbindende beweging maken voor alle professionals die de therapeutische relatie als instrument inzetten. Concreet wil dat zeggen dat in de toekomst niet alleen psychotherapeuten, maar ook psychiaters en klinisch psychologen zonder BIG-registratie lid kunnen worden.

Van haat naar vergeving

‘De ZuidAfrikaanse Waarheidheidsen Verzoeningscommissie heeft geleerd dat vergeving en verzoening slechts tijdelijk en gedeeltelijk mogelijk zijn, in plaats van permanent en volledig.’ De eerste keynotespreker Morris Nitsun woont en werkt in Londen, groeide op in Zuid-Afrika en heeft een Joodse achtergrond. Geïnspireerd door denkers als Otto Kernberg en Melanie Klein ziet Nitsun haat als een ingekapselde en rigide reactie op een fysieke of psychische aanval. Hij wil weten onder welke omstandigheden deze destructieve emotie, op het niveau van het individu, de groep en de samenleving, verandert in een mildere, vergevingsgezinde houding. ‘Zowel haat als liefde manifesteert zich al vroeg,’ licht Nitsun toe. ‘Als hulpeloze en afhankelijke baby’s ervaren wij onze moeder tegelijkertijd als onze grootste bron van aandacht én van frustratie. Daarom slingeren we heen en weer tussen liefde en haat. Met toenemende cognitieve vermogens lukt het ons om de goede en slechte moeder te integreren tot één persoon. Vanuit een verlangen naar vergeving leren we om ambivalentie te verdragen.’

De groep als neutrale derde

Volgens Nitsun ervaren we ten opzichte van groepen dezelfde ambivalentie. We willen er tegelijkertijd wel en niet bij horen. Groepen hebben een enorm creatief potentieel, maar tegelijkertijd kunnen in groepen destructieve gevoelens en gedragingen zich razendsnel verspreiden. Toch geeft Nitsun de voorkeur aan groepsboven individuele therapie. ‘In het ideale geval functioneert de groep als een neutrale derde partij, als een getuige’, legt Nitsun uit. ‘Waar in een individuele therapie altijd het gevaar op de loer ligt van een herhaling van de moederkinddyade, biedt een groep meer mogelijkheden om hechtingsrelaties aan te gaan. In een groep heb je meerdere perspectieven, een flexibele moraliteit, en een grotere kans op nieuwe inzichten.’

Op het hoogste niveau, dat van de samenleving, ziet Nitsun op dit moment een volslagen gebrek aan adequaat leiderschap en morele autoriteit. Waar Desmund Tutu en Nelson Mandela in ZuidAfrika compassie en wijsheid naar de onderhandelingstafel brachten, vliegen Donald Trump en Kim Jongun elkaar als jongens op het schoolplein in de haren.

‘Holding on to anger is like grasping a hot coal with the intent of throwing it at someone else; you are the one who gets burned.’ Met deze boeddhistische spreuk keert Nitsun terug naar het individu. Kunnen mensen leren om te vergeven, ook mensen in conflictgebieden die veel verloren hebben? Nitsun is voorzichtig optimistisch: ‘Het is heel moeilijk om een brandende kool lang vast te houden.’

Verzoening bij dieren

De tweede keynote spreker, primatoloog Frans de Waal, durft wat openlijker optimistisch te zijn. ‘Agressie is geen probleem,’ stelt hij. ‘Alle dieren die in sociaal verband leven, geiten, wolven, hyena’s en dus ook mensen, verzoenen zich na een conflict weer met elkaar. Alleen je solitaire huiskat doet dat niet.’ Observatiestudies laten zien dat apen die normaal gesproken twintig procent van de tijd met elkaar doorbrengen, deze tijd na een conflict verdubbelen. Bij kinderen op het schoolplein gebeurt iets soortgelijks. ‘In Japan is deze zogenoemde postconflictattractie tussen twee voormalige ruziemakers sterker dan in Amerika, omdat leraren er vaker de ruzie oplossen,’ weet De Waal. Vooral bonobo’s, met wie mensen genetisch even verwant zijn als met de agressieve chimpansee, zijn meesters in conflictoplossing. Dat doen ze door middel van snelle seks, door De Waal aangeduid als ‘genitaal handschudden’. Bij het volgende filmpje dat hij laat zien, lacht de zaal nog harder. Een bonobovrouwtje demonstreert dat multitasken wel degelijk mogelijk is: met het grootste gemak masturbeert, eet, en zoogt ze haar kind op hetzelfde moment.

Troostgedrag en conflictvermijding

Dieren troosten groepsgenoten die een conflict verloren hebben door hen te vlooien. Dit troostgedrag is gebaseerd op emotionele besmetting: het vermogen om te voelen wat een ander voelt. Targeted helping gaat een flinke stap verder. De Waal laat filmpjes zien van een bonobo die de hand van een andere aap kundig uit een valstrik bevrijdt, en van een olifant die zelf in de sloot stapt om zo haar jong eruit te duwen. Beide acties vereisen begrip van de benarde situatie van de ander. ‘Honden missen dit cognitieve vermogen,’ aldus De Waal. ‘Een hond gaat je gezicht likken als je onder een boekenkast terecht bent gekomen.’

De meest effectieve manier om met conflicten om te gaan is door ze te vermijden. Toen mensapen in hun buitenverblijf moesten samenwerken om voedsel te bemachtigen, bleken zij ook dat goed te kunnen. Eerst hadden de apen tijd nodig om te leren hoe zij in groepjes de voedselmachine moesten bedienen; in deze fase observeerde de Waal veel milde (zand gooien) en serieuze agressie (bijten). Maar na verloop van tijd verminderde het aantal conflicten sterk. De agressieve apen gingen zich minder competitief gedragen omdat ze anders geen samenwerkingspartner vonden, of werden gestraft door de alpha-aap.

Conflicten tussen partners

’s Middags kies ik voor de workshop van Juud Jonckeer en Ellen Kohnhorst, beiden verbonden aan het Amsterdams Instituut voor Gezinsen Relatietherapie. We krijgen de opdracht om met onze buurman of vrouw een privésituatie te bespreken waarin we ons onbegrepen voelden. Bij de nabespreking blijkt dat dit gevoel makkelijk leidt tot boosheid en afstand. En daarmee zitten we midden in de spreekkamer van de relatietherapeut. ‘Als je boos wordt, stopt het mentaliseren en verdwijnt het perspectief van de ander. Het is daarom belangrijk om in therapie het mentaliserend vermogen van beide partners op peil te houden,’ zegt Jonckheer. Het benoemen van nonverbale signalen en emoties in het hier en nu helpt partners hun emoties te reguleren. ‘Als je dat niet doet als therapeut, ben je weg,’ zegt Kohnhorst beslist.

Door beide partners te dubbelen kan de therapeut de focus verleggen naar waar het werkelijk om draait. Met hulp van twee vrijwilligers die een ruziënd echtpaar naspelen, demonstreert Kohnhorst deze techniek op het podium. Ze hurkt beurtelings bij de beide partners neer en herhaalt op vriendelijke toon de woorden van de spreker. Behendig voegt Kohnhorst kwetsbare gevoelens en behoeftes toe, verandert ze een monoloog in een dialoog (‘kun je het voor een klein deel met me eens zijn?’) en stapt ze waar nodig uit de interactie (‘jeetje, daar gaan we weer… merk jij dat ook?’). Zo laat ze zien hoe je in een verbindende manier over boosheid kunt spreken.

Dreiging in de samenleving

Tijdens mijn tweede workshop schetst psychotherapeut Nel Draijer op persoonlijke wijze een breder perspectief. Vanuit de objectrelatietheorie probeert ze de populariteit te verklaren van politici die inspelen op gevoelens van onveiligheid. ‘Mensen verschillen in de mate waarin ze de wereld om zich heen vertrouwen,’ zegt Draijer. ‘Veilig gehechte mensen zijn veerkrachtig en kunnen ambivalentie verdragen. Mensen met een borderline persoonlijkheidsstructuur kunnen dat niet. Bij tegenslag worden ze makkelijk vijandig en reguleren ze hun angst door de wereld op te splitsen. De mensen door wie zij zich bedreigd voelen, komen terecht in de ‘all bad’categorie; het mechanisme onder discriminatie en geweld is splijting. Door het kwaad buiten zichzelf te plaatsen kunnen mensen zichzelf goed voelen, kijk naar de narcistische superioriteit die Donald Trump uitstraalt.’

Draijer benadrukt dat splijting niet alleen voorbehouden is aan politici zoals Geert Wilders en Donald Trump. Een theatervoorstelling die Draijer bijwoonde, maakte pijnlijk duidelijk dat we dit afweermechanisme allemaal vertonen. Toen acteurs het verhaal van vluchtelingen vertelden, reageerde het publiek – Draijer incluis – vol medeleven. Toen daarna het verhaal door de vluchtelingen zelf werd verteld, kregen de aanwezigen last van ongemakkelijke gevoelens. ‘Je voelde meteen dat je iets zou moeten,’ zegt Draijer. ‘Daarom wilde je eigenlijk liever dat het verhaal niet klopte.’ Nederland is een witte samenleving die zich probeert af te schermen – bijvoorbeeld door mensen in Libië tegen te houden – en Draijer vindt het lastig om zich daartoe te verhouden. ‘We hebben behoefte aan leiders zoals Obama en Merkel met een stevige en integrerende visie. We hebben een verbindende kracht nodig om splijting tegen te gaan.’