Het sneuste vind ik dat studenten nu vaak niet de studententijd beleven waar ze op hoopten.’ Aan het woord is Mirthe Donkers. Ze heeft net haar masterdiploma Child and Adolescent Psychology (Universiteit Leiden) op zak en is voorzitter van SPS-NIP. Ze deelt haar indruk van het welzijn van studenten en doelt alleen al op het feit dat veel studenten thuis blijven wonen vanwege een tekort aan betaalbare studentenkamers in combinatie met het leenstelsel. ‘Ik gun alle studenten een sociaal leven. Wie nog thuis woont, kan dat een stuk minder makkelijk opbouwen of onderhouden.’
Ook Lianne Roerdinkholder, stedelijk bestuurcoördinator van SPS-NIP en student psychologie aan de Universiteit Leiden, vertelt desgevraagd dat studenten ongelukkiger zijn dan volgens haar zou moeten. ‘Veel studenten willen een goed cv opbouwen en daarnaast vanwege het leenstelsel zo snel mogelijk afstuderen. Er is daardoor weinig tijd om rustig uit te zoeken wie je bent en wat je wilt. Terwijl deze levensfase daar bij uitstek voor bedoeld is.’ Dat baart haar zorgen.
Er is wat aan de hand als het om studentenwelzijn gaat, klinkt het de laatste tijd steeds vaker. Er bestaan zorgen over mentale gezondheid, zeker zo in de nasleep van corona. Wat weten we en welke aanwijzingen zijn er? Uit het eerste landelijke onderzoek naar het welzijn van studenten in het hoger onderwijs blijkt inderdaad dat veel studenten last hebben van psychische klachten. In opdracht van OCW en VWS verscheen vorige jaar de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik. Ruim 28.000 studenten (krap 12 procent van de geadresseerden) vulden tijdens de derde coronagolf (maart tot half mei 2021) een online vragenlijst in over onder meer levenstevredenheid, psychische internaliserende klachten en emotionele uitputtingsklachten.
Schokkend dat ruim tien procent van de studenten serieuze gedachten aan zelfdoding heeft
Ongeveer de helft van de deelnemers kampt met psychische klachten, waaronder angst en somberheid, blijkt uit het onderzoek. Bijna zeventig procent rapporteerde emotionele uitputtingsklachten en een kwart gaf aan in de afgelopen vier weken af en toe of vaker suïcidale gedachten te hebben. Ruim 62 procent ervoer veel of zelfs heel veel stress in de vier weken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst, met name door studie en de coronacrisis. En tot slot voelde bijna 30 procent van de studenten zich sterk eenzaam en ruim 50 procent zich enigszins eenzaam, waarschijnlijk ook versterkt door de coronacrisis.
Ook voor de coronacrisis waren er al zorgen over het welzijn van studenten. Uit onderzoek onder studenten van de Universiteit Twente in 2019 bleek onder meer al dat twee derde milde tot ernstige symptomen van angst of depressie ervaart en dat veel studenten zich eenzaam voelen. Ook Reinout Wiers, hoogleraar ontwikkelingspsychologie aan de UvA trok in 2018 al aan de bel en wilde het mentale welzijn van studenten onderzoeken. Recent onderzoek van het Trimbos-instituut stelt bovendien dat het percentage jongeren en studenten met een psychische aandoening nog steeds flink stijgt en dat die stijging al vóór corona in gang is gezet.
Zelfmoord
Ook Jan van Beek, studentpsycholoog aan de TU Delft maakt zich zorgen. ‘Ik vind het echt schokkend dat ruim tien procent van de studenten serieuze gedachten aan zelfdoding heeft. Die aantallen zijn daadwerkelijk toegenomen de voorbije jaren.’ Het aantal jongeren (tussen de 20 en 30 jaar) dat in 2021 door zelfdoding om het leven kwam, lag ook daadwerkelijk 15 procent hoger dan de jaren ervoor, blijkt uit onderzoek van de Commissie Actuele Nederlandse Suïcide Registratie (cans). Van Beek spreekt regelmatig studenten die een student kennen die zelfmoord heeft gepleegd. ‘Dat heeft verstrekkende gevolgen als het in je directe omgeving gebeurt. Die zelfmoordgedachten kunnen zich als een olievlek verspreiden. Het verandert, naast dat je een rouwperiode door moet gaan, ook je levensperspectief.’
Voormalig student Donkers heeft via-via de verhalen gehoord over studenten die een einde aan hun leven maakten. ‘Studentenverenigingen in Leiden houden wel eens een rouwweek, omdat er een student is overleden. Dat heeft impact.’
Niet normaal
Is het niet van alle tijden dat de studententijd een kwetsbare levensfase is? ‘Onzeker zijn, je niet altijd senang voelen, hoort bij het leven’, zegt Jolien Dopmeijer desgevraagd. ‘Inderdaad. Zeker als student ben je volop in ontwikkeling en op zoek naar je identiteit.’ Dopmeijer is projectleider Studenten bij Trimbos-instituut en pabo-docent aan de Hogeschool Windesheim. In 2021 promoveerde ze aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) op studentenwelzijn en ze was een van de onderzoekers van de landelijke Monitor.
Toch liegen de cijfers van onder andere de Monitor er volgens haar niet om. ‘Dit hoort niet meer bij een normale ontwikkeling, er is echt wat aan de hand.’ Dat slecht 12 procent van de geadresseerden gereageerd heeft, vindt ze jammer maar het verandert de ernst van het probleem niet. ‘Dit kán de resultaten inderdaad kleuren, alleen weten we niet op welke manier. Misschien vulden vooral de studenten die niet lekker in hun vel zaten de vragenlijst in, omdat ze zich tot het onderwerp aangetrokken voelden. Maar ik kan me ook voorstellen dat je juist even geen aandacht hebt voor mails van je universiteit of hogeschool als het echt niet goed met je gaat.’ Daarnaast is dit het eerste landelijke onderzoek naar de mentale gezondheid van studenten, en zijn er voor die tijd weinig metingen gedaan. ‘Of mentale problemen daadwerkelijk toegenomen zijn, kunnen we hieruit dus niet concluderen’, zegt Dopmeijer. ‘Maar mentale problemen komen in ieder geval meer voor onder studenten dan onder niet-studerende leeftijdsgenoten, dat is zorgelijk en de aantallen zijn hoe dan ook te hoog.’
Wat zijn de oorzaken? Waarom lijken studenten nu meer te worstelen dan eerdere generaties? Volgens Van Beek heeft dat met een opeenstapeling van problemen te maken. ‘Mijn blik kán natuurlijk vertroebeld zijn, want ik zie vooral studenten die écht vastlopen.’ Toch noemt hij problemen waar het gros van de studenten mee te maken heeft: een forse studieschuld, geen betaalbare kamer kunnen vinden, en eveneens het vooruitzicht na het afstuderen geen betaalbaar huur- of koophuis te kunnen vinden, de klimaatcrisis, de nasleep van de coronacrisis en de enorme studentenaantallen. ‘Studenten krijgen soms les in de bioscoop en in het theater, waar ze amper plek hebben voor hun laptop of schrijfblok,’ zegt hij. Hij ziet studenten die bij een bezorgservice gaan werken om hun kamer te bekostigen maar daardoor in de knel komen met de studie. ‘De werkdruk onder docenten is enorm, waardoor studenten zich een nummertje voelen en voor docenten ook niet opvallen als het niet goed gaat.’ Onlangs besloot de universiteit waar hij werkt nog om van 28 duizend studenten te willen groeien naar veertig duizend studenten. ‘Dat begrijp ik eerlijk gezegd echt niet.’
Van Beek ziet specifiek dat internationale studenten in de problemen komen. ‘Zij betalen zo’n duizend euro collegegeld per maand meer dan Nederlandse studenten, voelen daardoor een hogere druk snel af te studeren. Hun naasten zitten aan de andere kant van de wereld en ze komen nog moeilijker aan een kamer dan hun Nederlandse medestudenten.’
Corona
Allerlei oorzaken die het welzijn van studenten geen goed doen dus. Te beginnen met de meest voor de hand liggende, de coronacrisis. Hoewel het met de net afgestudeerde psychologiestudent Donkers nu weer goed gaat, vond ze de coronacrisis vreselijk moeilijk. ‘Ik ben erg verdrietig geweest over wat er allemaal wegviel. Al mijn huisgenoten trokken naar hun ouders, sporten kon niet meer. Ik miste mijn ouders, een structuur, iets om mijn bed voor uit te komen.’Dat ze amper meer kon afspreken met haar vrienden was het moeilijkste. ‘Ik zat veel alleen op mijn kamer en had vooral sociaal contact via mijn bijbaantje bij de Trekpleister. Eenzaam en somber voelde ik me zeker.’ Omdat ze in het verleden een depressie gehad heeft, stapte ze naar de huisarts. Ze moest twaalf maanden wachten om met een psycholoog te kunnen spreken. ‘Dat was een periode met vooral heel veel dalen’, zegt Donkers. Ook stelde ze het schrijven van haar scriptie daardoor uit. ‘Dat ging gewoon echt niet.’
‘De coronacrisis was erg zwaar voor veel studenten’, zag ook Michêlle Lacroix, studentpsycholoog en docent aan de Zuyd Hogeschool in Heerlen. ‘Studenten die tijdens de crisis op kamers gingen wonen, voelden zich bijvoorbeeld erg eenzaam. En wie veel alleen is, ontwikkelt ook makkelijker een negatief zelfbeeld en negatieve gedachten.’ Ze sprak studenten die in die periode ongewenst seks hadden gehad met huisgenoten. ‘Uit onderzoek van Veilig Thuis blijkt ook een toename van online seksueel misbruik en geweld in de thuissituatie tijdens de crisis.’ En er waren studenten die zich veel zorgen maakten over hun naasten die geraakt werden door de coronacrisis.
Al ver voor de coronacrisis ontstond de woningcrisis en die doet ook een aardige duit in het zakje. Donkers moest meer dan dertig keer hospiteren voor ze een kamer vond in Leiden. ‘En als we nu op zoek gaan naar een nieuwe huisgenoot krijgen we gemiddeld ruim honderd reacties.’
Studentpsycholoog Van Beek kent studenten die in tentjes hebben geslapen of wel tien keer in een jaar zijn verhuisd. ‘Verhuizen is op zich al stressvol, laat staan de onzekerheid die erbij komt als je steeds tijdelijke (onder)huurcontracten hebt of financiële zorgen.’
‘Als student wil je je eigen leven op kunnen bouwen’, zegt Dopmeijer erover. ‘Dat kan nu niet en dat wringt. Als je met je behoeftes en verlangens nergens heen kunt, roept dat onherroepelijk problemen op.’
Naast het tekort aan woningen voelen veel studenten een financiële druk, deels vanwege het afschaffen van de basisbeurs. ‘Kamers zijn duur en ik wil niet méér lenen dan nodig,’ zegt Donkers. Lenen kan tot duizend euro per maand, wie netjes binnen vier jaar en een bachelor en een masterdiploma behaalt, heeft dan al bijna vijftigduizend euro schuld. Donkers: ‘Ik heb bewust besloten naast mijn studie te gaan werken. Bovendien blijkt de rente op je lening nu verhoogd te zijn én weegt je beginschuld mee als je een hypotheek wilt aflossen, ook als je al een deel afgelost hebt. Die afspraken bestonden niet toen ik begon met lenen, daar kan ik echt boos om worden. Ik voel me daarover voorgelogen, en ik ben niet de enige.’ Dat ze én geen basisbeurs kreeg én geen volledige coronacompensatie en nu ook geen energietoeslag, voelt voor haar bovendien onrechtvaardig. Ze vindt dat de overheid flink wat steken heeft laten vallen als het over studenten gaat. ‘Waar is het geld dat vrijkwam door het afschaffen van de basisbeurs eigenlijk naartoe gegaan?’
Je bént tegenwoordig vooral je prestatie
Deze crises brengen zorgen ook nog over de toekomst met zich mee. Kan ik nog wel een huis kopen straks of een betaalbaar appartement huren? Kan ik een vast contract vinden? Bovendien: hoe ziet de wereld eruit als we de klimaatproblematiek niet (voldoende) aanpakken?
‘Crises zijn van alle tijden, maar het zijn er nu wel heel veel, én ze raken vooral jonge mensen’, concludeert Dopmeijer. ‘Studenten moeten flink meer ballen omhooghouden dan toen ik zelf zo’n twintig jaar geleden student was. Bovendien zijn studenten nu ook vaker dan eerst mantelzorger door bezuinigingen in de zorg.’
Prestatiedruk
Een vaak genoemde oorzaak van de problemen heeft tot slot te maken met prestatiedruk of stress. Wat prestatiedruk precies inhoudt, of het niet hetzelfde is als stress en hoe je het kunt meten, dat gaat Dopmeijer nog onderzoeken. ‘Het onderwijs is nu soms zo ingericht dat als je één vak niet haalt, je direct een halfjaar over moet doen. Dat is stressvol, ook omdat je door zoiets makkelijker het contact met je medestudenten verliest.’ Daarnaast leven we volgens haar steeds meer in een individualistische prestatiegerichte maatschappij. ‘Je bént tegenwoordig vooral je prestatie. En dan houden we via sociale media ook nog eens een ratrace waar we veelal perfectie willen laten zien.’
‘We leven in een maatschappij waarin het idee heerst dat alles maakbaar is, zegt ook Lacroix. ‘Het onderwijs is natuurlijk een afspiegeling van de maatschappij.’ Ze kan het niet hard maken met cijfers, maar ze heeft ze wel het gevoel dat de prestatiedruk onder studenten, ook vanuit de maatschappij, is toegenomen in de afgelopen twintig jaar dat ze aan de hogeschool werkt. ‘Ik merk dat veel jongeren het idee hebben dat ze alles alleen moeten doen, durven geen hulp te vragen en weten niet dat het oké is om je af en toe slecht te voelen, dat dat bij het leven hoort en zelfs een functie kan hebben.’ Daarnaast zag ze de curricula op haar hogeschool veranderen. ‘Zodanig dat ze, onbedoeld, meer stress veroorzaken. Stress is natuurlijk ook gezond, maar we zijn nu op een punt dat die stress de mentale gezondheid ondermijnt. Er zijn te veel toetsen en het is voor studenten niet altijd duidelijk wat het nut van die toetsen is, waarom ze moeten leren wat ze leren.’
Dopmeijer: ‘De Belgische klinisch psycholoog en bestsellerauteur Paul Verhaeghe stelt dat de westerse maatschappij sterk beïnvloed is door het Amerikaanse bedrijfsleven, waar het de laatste jaren vooral draait om productie draaien, hoge winsten behalen, employee of the month worden. Dat maakt dat iedereen continu in strijd is met anderen en met zichzelf. Zo is het ook in het onderwijs, iedereen wil het beste cv gevuld met bijbanen, bestuursjaren, commissiewerk, een tijdje in het buitenland studeren, terwijl we eigenlijk sociale wezens zijn. We willen ons verbinden met anderen. Dat dat niet kan, zorgt onvermijdelijk voor eenzaamheid en psychische klachten.’
Roerdinkholder en Donkers herkennen zichzelf daar wel in. Naast haar bestuursjaar werkt Roerdinkholder als praktijkondersteuner in een psychologenpraktijk, zit ze bij een studentenvereniging, sport ze een aantal dagen in de week en volgt ze nog een aantal extra psychologievakken. ‘Ik doe veel omdat ik er energie van krijg en ervan leer, maar óók omdat ik dan een streepje voor heb op mijn cv.’ Donkers: ‘Ik voelde tijdens mijn studie sowieso de druk om ergens commissiewerk te gaan doen, dat voelde als moeten omdat iedereen het deed, al vond ik het uiteindelijk ook altijd heel leuk en was het de moeite waard om langer over mijn studie te doen en langer te lenen.’
Erkenning
‘De verantwoordelijkheid om deze problemen aan te pakken ligt zowel bij gemeenten, overheden, universiteiten als bij studenten zelf,’ zegt studentpsycholoog Van Beek. ‘Universiteiten kunnen minder studenten aannemen, als ze daarin financieel ondersteund worden door de overheid. Daarnaast krijg ik het idee dat bestuurders van zowel de universiteit als van gemeenten en overheden de volledige ernst van wat er speelt niet echt begrijpen. Want als dat wel zo zou zijn, zouden de studentenaantallen niet steeds omhoog gaan en zouden er ook gemakkelijker juiste oplossingen komen. Er wordt veel naar de studenten zelf gewezen, wat die allemaal kunnen doen aan zijn eigen welzijn.’ Een eerste stap in het verminderen van de problemen kan volgens hem ook simpelweg al met erkenning te maken hebben. ‘Horen dat het logisch is dat het even wat minder gaat, vanwege de coronacrisis, een gebrek aan ruimte op de universiteit et cetera, zou al helpen.’
Ook Dopmeijer ziet dat oudere generaties van mening zijn dat studenten zich niet zo moeten aanstellen, of die vinden dat de studenten van nu lui en door hun ouders gepamperd zijn. ‘Mogelijk speelt een te voorzichtige opvoedingsstijl inderdaad een rol, al ben ik geen expert op dat gebied. Kinderen moeten uiteraard leren dat het bij het leven hoort om te falen en fouten te maken, en hoe je daarna weer opstaat. Dat zou zeker een belangrijke les in het opvoeden en in het onderwijs moeten zijn.’
Zelf probeert ze in haar lessen ook de boodschap over te brengen dat studenten hun bestaansrecht niet hoeven te verdienen door te presteren. ‘Ik probeer open te zijn over waar ik zelf in gefaald heb en toe te geven waar ik niet zo goed in ben en een beetje hulp bij nodig heb.’
Ook organiseren universiteiten en hogescholen allerlei activiteiten rondom het welzijn van studenten. Denk aan mindfulnesscursussen, welszijnsweken, tekencursussen. ‘Ik betwijfel of studenten daarop zitten te wachten, en of dit bedacht wordt in overleg met studenten’, zegt Donkers. ‘Sowieso moet er meer mét studenten gesproken worden, door universiteiten, overheden…. Wij als sps-nip worden bijvoorbeeld bijna nooit gevraagd om ons perspectief te delen.’
Volgens Van Beek is het helemaal niet de taak van een universiteit om te zorgen dat alle studenten goed in hun vel zitten. ‘Onderwijs moet gaan over hoe je een goede ingenieur moet worden, maar het is wel belangrijk om na te denken over de context waarin je dat doet. Want als iemand vanwege te veel stress in het onderwijssysteem een laag cijfer haalt, meet je niet hoe goed iemand ergens in is, maar dan meet je de context. Dat moeten we proberen te voorkomen.’
Kunnen onderwijsinstellingen dan misschien iets doen om de studiedruk te verminderen? Volgens Dopmeijer is dat best ingewikkeld. ‘Je wilt studenten goed opleiden, en ze voorbereiden op het werk wat ze gaan doen. Aan de andere kant wil je studenten die om wat voor reden dan ook vertraging oplopen niet uitsluiten, maar je wilt ook niet dat iedereen zomaar kan studeren en dat instellingen uit hun voegen barsten. Dat vraagt om een ingewikkelde manier van organiseren, maar OCW en de overheid zijn daar mee bezig.’ Verder denkt Dopmeijer dat er meer individuele aandacht nodig zal zijn voor het welzijn van studenten. ‘Dat lijkt me een voorwaarde om iemand goed op te kunnen leiden. Als je de lesstof gaat doornemen terwijl iemand met zijn hoofd elders zit, komt de lesstof natuurlijk niet binnen.’
Ook studentpsycholoog Lacroix beaamt dat het wel degelijk een taak van het onderwijs is om aandacht te besteden aan persoonlijke ontwikkeling, al is een gezonde school ook deels de verantwoordelijkheid van de politiek. ‘Professionele ontwikkeling staat namelijk niet los van je persoonlijke ontwikkeling, ze beïnvloeden elkaar. Ik denk dat er best filosofielessen gegeven mogen worden, lessen over zingeving, of over maatschappelijke kwesties, over wie je bent als mens en hoe je in verhouding staat tot je beroep.’
Psychologiestudent Roerdinkholder: ‘Het zal altijd bij de leeftijd blijven horen dat je als student nog van alles moet uitzoeken, je hersenen zijn ook nog in ontwikkeling. Volgens mij moeten we vooral van het taboe op mentale problemen af. Daar moeten we het vaker met elkaar over hebben. Daar heeft uiteindelijk iedereen iets aan.’
Beeld: dotshock/Shutterstock.com