Drie jaar geleden begon ik met psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ik wist nog niet precies wat ik wilde en met psychologie kon ik meerdere kanten op: mensen helpen én het bedrijfsleven in. Maar bij statistiek kwam ik gelijk in de problemen: ik haalde het niet, ook niet bij het hertentamen. Daarom kreeg ik een halfjaarblokkade, dan mag je pas verder met het tweede jaar als je dat statistiekvak gehaald hebt.
In het tweede studiejaar kreeg ik weer problemen met statistiek en toen kreeg ik een echte studieblokkade. Ik moest eerst al mijn vakken van het eerste jaar hebben gehaald. Telkens als ik het statistiektentamen deed, dacht ik dat ik het gehaald had, maar steeds was het toch weer onvoldoende.
Ik heb bijles genomen en uiteindelijk is het gelukt. De blokkade is opgeheven. Maar aangezien ik nu druk ben met het bestuur van de studievereniging, wacht ik nog even met tweedejaarsvakken. Omdat ik het eerste blok niet heb gedaan, mag ik de meeste vakken toch niet volgen. Ik begin volgend jaar wel.
Ik vond het eerste jaar te veel op klinische en sociale psychologie gericht. Ook ontwikkelingspsychologie vond ik niet zo interessant; al die theorieën over wanneer kinderen wat kunnen, dat is niet iets waar ik de rest van mijn leven mee te maken wil hebben.
Groeps- en gespreksvaardigheden vond ik wel leuk; je zat nu eens niet met je neus in de boeken, maar kon iets doen.
Inmiddels weet ik dat ik met arbeid- & organisatiepsychologie verder wil. Ik hoor van veel mensen dat de vakken niet zo geweldig zijn, er zal wel veel theorie uitgelegd worden, maar ik wil graag in het bedrijfsleven terechtkomen en heb tijdens mijn blokkade al vakken bij bedrijfskunde gevolgd. Ik vind het bestuurswerk leuk, net als vergaderen, discussiëren en dingen van verschillende kanten bekijken. Je probeert met zijn zessen op één mening uit te komen. Het proces dat je elkaar probeert te overtuigen, vind ik interessant. Zeker als bedrijfskunde en psychologie elkaar raken, vind ik het boeiend worden.’