Lees verder
Veel psychologen willen zich inzetten voor de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne. Zo ook OLJA WASSENAAR, zelf Oekraïens. Ze werkt als psycholoog bij Parnassia Groep en zit in het bestuur van Stichting Timea, een hulporganisatie voor jonge vrouwen die zijn opgegroeid in het kindertehuis in Nagydobrony in Oekraïne. Olja vertelt hoe zij de situatie beleeft en ermee omgaat. Vanuit haar afkomst geeft ze ook enkele adviezen voor collega-psychologen over de Oekraïense cultuur en mentaliteit.
Nederlands Instituut van Psychologen

‘Net als veel anderen wil ik graag iets doen. Omdat ik zelf in Oekraïne ben opgegroeid en er tot twaalf jaar geleden woonde, plaatste ik onlangs* een oproepje op LinkedIn gericht aan andere hulpverleners. Of ik misschien kon helpen met het beantwoorden van vragen over Oekraïne en de Oekraïners. Ik dacht: ik kan niet vechten, ik kan niet schieten, maar misschien kan ik op deze manier iets betekenen. Op die oproep zijn veel reacties gekomen.

Zo was iemand van het Rode Kruis benieuwd hoe je Oekraïners het beste kunt verwelkomen. Volgens mij helpt het al als je één of twee woorden Oekraïens of Russisch kunt spreken. Denk aan ‘goedemiddag’: ‘dobroho dnja’ of ‘dank je wel’: ‘diakuju’. Daarnaast hoef je je over het handen schudden geen zorgen te maken. Het is gebruikelijk dat alleen de mannen dat doen, maar als je dat vanwege corona liever niet doet, is dat geen probleem. Het is verder goed om te weten dat een deel van de Oekraïense bevolking Russisch als voorkeurstaal heeft, en een deel Oekraïens, al verstaat iedereen doorgaans beide talen. Die laatste groep zou de Russische taal weleens kunnen associëren met agressie. Het is dus handig om, als het kan, van tevoren uit te zoeken welke taal iemand spreekt. Zeker als je iemand straks gaat behandelen.

Psychische hulp in Oekraïne

In Oekraïne is het niet zo vanzelfsprekend om psychologische hulp te zoeken. Toen ik er twaalf jaar geleden vertrok, waren er vooral A&O-psychologen werkzaam, maar bestonden er amper praktijken met klinisch psychologen. De klinieken die er wel waren richtten zich op mensen met schizofrenie, een bipolaire stoornis of een verslaving. Met een depressie ging je naar een vriendin, je moeder of naar de kerk – het christendom speelt daar een grotere rol dan hier. De laatste jaren is de rol van de klinisch psycholoog in Oekraïne groter geworden, maar nog ver onder het niveau van Nederland. Mede omdat psychologische hulp daar zelf betaald moet worden. Ik vraag me dus af hoeveel Oekraïners er straks om psychologische hulp zullen vragen.

Het kan helpen om vluchtelingen voorlichting te geven en ze uit te leggen wat een psychologische behandeling inhoudt. Ik heb me aangemeld bij WereldPsychologen, een vrijwilligersorganisatie die gratis psychische hulp biedt aan vluchtelingen. Daarin wil ik vooral triage gaan doen en uitleggen welke klachten passen bij PTSS en hoe behandelingen eruitzien.

Over de Oekraïense mentaliteit: Oekraïners zijn harde werkers en voelen zich het best op hun gemak als ze lekker bezig zijn. Dagbesteding biedt afleiding en activering, voor het geval somberheid op de loer ligt.

Op mijn LinkedIn-oproep reageerde ook iemand die wat wilde doen voor Oekraïense studenten in Nederland. Als ik me in hen probeer in te leven, denk ik dat ze zich machteloos en hulpeloos voelen – net als ik me soms voel. Daarnaast zal het schakelen tussen het normale leven hier, en de oorlog daar heel moeilijk zijn. Ik kan me ook voorstellen dat ze met schuldgevoelens kampen en zich afvragen of ze misschien naar Oekraïne moeten om daar te helpen of te vechten of dat geld geven alles is wat ze kunnen doen.

Ook bij de Russische studenten kunnen deze thema’s spelen. Ook zij zullen zich hulpeloos voelen. Zij willen niet dat dit gebeurt, het is de regering die erachter zit. Maar helaas ziet niet iedereen dat. Ook voor de Oekraïners kan het een verleiding zijn om alle Russen de schuld te geven. Hopelijk begrijpt iedereen dat het hele volk niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de misdaden van hun leiders.

Zelf heb ik nog veel vrienden en familieleden die in Oekraïne zijn. Mijn moeder is net hier aangekomen. Mijn broer blijft daar – net als alle mannen om te vechten – en zijn familie zit in Polen. Ik probeer zoveel mogelijk contact met iedereen te hebben en te helpen waar dat kan. De situatie raakt mij natuurlijk heel erg. Tot nu toe zat ik thuis met corona en ik moet dus nog kijken hoe dat ‘schakelen’ tussen hier werken en de oorlog daar uitpakt. Ik kijk wat goed voelt en wat mogelijk is. Naast alle vreselijke dingen, zie ik ook hoe mensen elkaar helpen. Mijn moeder reisde via Polen naar Nederland en werd daar bijvoorbeeld meteen opgevangen, ze hoefde niets te betalen voor haar coronatest en voor veel mensen wordt er al na een paar dagen een dagbesteding geregeld.

En voor iedere Nederlander zie zich zorgen maakt om de situatie in Oekraïne: vergeet niet om goed voor jezelf te blijven zorgen. Ga bij jezelf na wat je kúnt doen om te helpen en doe dat. Dat geeft opluchting. Schakelen tussen de situatie daar en het normale leven hier zal moeilijk blijven. Misschien helpt het om je dagen wat meer te structureren. Ik kijk bijvoorbeeld elke ochtend een kwartiertje naar het nieuws en dan pas weer in de avond. En ik heb met een collega een huilkwartiertje ingepland. Want het is wat het is, daar kun je niet omheen. Verdrietig zijn hoort erbij. Soms huil je, en soms is het goed om leuke dingen te doen, ook al voelt dat gek. Maar dan besef je wel hoe belangrijk vrede is, en hoe kostbaar het is om samen te zijn met je dierbaren.’

* Dit gesprek vond plaats op donderdag 10 maart 2022.