Wat wilde je als kind worden?
‘Van alles. In ieder geval wilde ik een tijdje schrijfster worden, of iets anders waarin ik mezelf kon uiten. Muziekkant wilde ik ook worden, ik speelde piano. Dat doe ik nu overigens nog steeds en ik maak zelfs mijn eigen liedjes. Ik schrijf Nederlandse popnummers die ik zelf zing en speel. Ik laat me inspireren door bijvoorbeeld Lucky Fonz III. Toen hij eens een concert gaf in 013, hét poppodium van Tilburg, stapte ik na afloop op hem af om hem dat te vertellen. Hij was nieuwsgierig naar mijn muziek en ik mocht een paar liedjes naar hem opsturen. Hij heeft dus naar mijn muziek geluisterd! Muziek maken is nu een hobby. Ik heb er ook bewust voor gekozen van muziek niet mijn werk te maken maar voor meer zekerheid te gaan, en ik kan trouwens geen noten lezen, haha. Muziek is mijn uitlaatklep en ik zou het zonde vinden als dat verandert omdat ik er mijn carrière van maak. Tot de zorg voelde ik me altijd al aangetrokken en daarom heb ik uiteindelijk voor psychologie gekozen. Ik ben geïnteresseerd in wat mensen denken, waarom ze doen wat ze doen, net als alle andere psychologiestudenten, haha.’
Hoe kijk je terug op je bestuursjaar?
‘Na een lezing van een van de vorige bestuursleden van SPS-NIP besloot ik te solliciteren. Ik zie wel wat ervan komt, dacht ik. Tijdens de coronacrisis had ik veel gestudeerd in mijn kamertje van acht vierkante meter, ik was toe aan iets anders denk ik. Pas toen ik aangenomen werd, realiseerde ik me wat het precies inhield en vond ik het opeens wel spannend. Ik kijk met een dubbel gevoel terug op het afgelopen jaar. Enerzijds vond ik het eerlijk gezegd jammer dat we onderbemand waren (met vijf in plaats van met zeven, red.). Dat was soms best zwaar. Anderzijds ben ik trots dat we het wel gewoon gered hebben. En ik heb er veel door geleerd. Bijvoorbeeld mijn grenzen aangeven, om op mezelf te letten. Tijdens mijn bestuursjaar heb ik de ruimte gekregen om me op persoonlijk vlak te ontwikkelen. Dat was natuurlijk niet waarom ik een bestuursjaar aanging. De structuur van het werk en het verdwijnen van studiestress maakte dat ik in de spiegel kon kijken. Daardoor besefte ik dat ik al langere tijd depressief ben. Gelukkig ben ik daar nu voor in behandeling. Wat een zwaar gespreksonderwerp ineens.’
Iets luchtigers dan: waar kunnen we je altijd voor wakker maken?
‘Speciaal biertjes of wafels met aardbeien en slagroom!’
Wat zijn je toekomstplannen?
‘Ik wil hoe dan ook met mensen werken in de zorg, als therapeut denk ik. Tilburg voelt inmiddels echt als mijn stad, ook al kom ik er niet vandaan, daar wil ik dus wel blijven. Het wordt waarschijnlijk kiezen tussen een master medische psychologie, seksuologie of forensische psychologie.’