Hoe kan het dat je veel lichamelijke klachten hebt, terwijl de dokter niets kan vinden? Dat mensen mentale pijn kunnen voelen als fysieke pijn? Die vraag fascineert me al vijfentwintig jaar. Er is niet één moment in mijn carrière dat er echt uitspringt, het is meer een opeenvolging van momenten en keuzes, waardoor ik steeds dieper in het onderwerp raakte.
Van oorsprong ben ik een echte techneut. Ik heb elektronica gestudeerd, daarna heb ik in de medische fysica gewerkt, ook als programmeur en toen wilde ik sociaal wetenschappelijke informatica studeren. Maar voor die studie moest ik mijn propedeuse psychologie halen. Tijdens dat eerste jaar werd ik gegrepen door de fysiologie van de hersenen in combinatie met psychologie en ik ben met psychologie verder gegaan.
Als derdejaars psychologiestudent volgde ik een vak psychobiologie van emoties. Op een gegeven moment vroeg de docent: “Waarom schrijf je geen scriptie over pijn bij vissen?” Dat vond ik een fascinerende vraag en ik ben er ingedoken: hebben vissen pijn dan? Waar zit die? In het centrale zenuwstelsel. Maar ze hebben geen cortex, voelen ze de pijn dan wel, of laten ze alleen pijngedrag zien? En kun je in dat laatste geval dan wel spreken van lijden? Hetzelfde onderscheid tussen het waarnemen van pijnprikkels en eraan lijden zag je bij patiënten die een lobotomieoperatie hadden gekregen in de jaren vijftig in Amerika. Bij hen was een stukje cortex beschadigd dat samenhangt met de emotionele ervaring van het lijden aan pijn. Dan kon je bij wijze van spreken iemand martelen en dat deed pijn, maar je hoefde er niet mee te stoppen, want ze hadden er verder geen last van.
De scriptie over pijn bij vissen is er nooit gekomen, ik heb uiteindelijk een afstudeerscriptie geschreven over alexithymie, een term voor het niet kunnen verwoorden en voelen van emoties. En zo kwam ik min of meer in het vakgebied terecht: onverklaarde lichamelijke klachten. Vergelijk het met een dashboard van een auto, als er een lampje rood wordt, betekent dat misschien dat er iets mis is met de motor in de auto. Maar het kan ook zijn dat het dashboard kapot is. Dan is er nog steeds echt iets aan de hand, maar iets anders dan je op het eerste gezicht denkt en in de motor zul je geen afwijkingen vinden. Op dat thema – onverklaarde lichamelijke klachten – ben ik gepromoveerd en ik heb er onderzoek naar gedaan. Zo heb ik onder meer stress-fysiologisch onderzoek gedaan waarin ik proefpersonen gestrest liet worden en wel zo dat degenen die er gevoelig voor waren, daadwerkelijk lichamelijke klachten kregen.
Of ik medisch onverklaarde pijn nu begrijp? Nee, niet volledig. Het probleem is heel ingewikkeld. Je kunt de hersenen wel met een machine vergelijken, maar hersenen werken veel ingewikkelder. Waar je in de elektronica te maken hebt met stroompjes en spanningen, krijg je in het brein daarnaast ook te maken met allerlei neurotransmitters. Het systeem ontploft qua dimensionaliteit. Er zijn allerlei systemen die meespelen bij het fenomeen van pijn voelen, zonder dat er een fysieke oorzaak wordt gevonden: het immuunsysteem, de stressfysiologie, psychologische factoren en ook mechanismen in het centraal zenuwstelsel spelen mee. Maar ze werken niet bij iedereen op dezelfde manier. Bij de een is het immuunsysteem belangrijker, bij anderen speelt stress een grotere rol, of juist de psychologie. Je kunt pijn dan ook niet verklaren met één theorietje.
Als je wetenschapper bent, verschuiven de vragen waarmee je je bezighoudt. Als je iets begrijpt, vraag je je af hoe een volgend probleem in elkaar zit. Zo ben ik van het ene vakgebied in het andere gerold, maar allemaal draaide het om dat ene onderwerp. Er wordt een hoop onzin beweerd over medisch onverklaarde pijn. Lorenz van Doornen, emeritus hoogleraar Gezondheidspsychologie aan de Universiteit van Utrecht bij wie ik lang heb gewerkt, zei dat veel dingen die goud leken, in mijn handen blik werden. Ik heb een aantal van ideeën onderzocht over hoe onverklaarde pijn ontstaat. Klachten zouden bijvoorbeeld door hyperventilatie komen, maar dat blijkt niet te kloppen. En aan een lage hartslagvariabiliteit ligt het evenmin.
Echt ontregeld
Wat je eraan kunt doen als iemand onverklaarde pijn heeft? Dan kom je toch in de psychologie terecht. Maar dat wil niet zeggen dat het niet echt is en dat er niet ook een fysiologische component meespeelt. Het lampje op het dashboard is echt rood, er is echt iets ontregeld. Waarom deze nuancering belangrijk is? Sommige patiënten vinden het geen probleem om er psychologische factoren bij te betrekken, voor anderen is die erkenning juist essentieel: er is écht iets aan de hand en dat betekent: fysiek, niet psychisch.
Ik ben tegen het strikte mind-body-denken. Het is niet óf psychisch óf lichamelijk, het is altijd een combinatie. Dat geldt bij medisch onverklaarde klachten, maar ook voor verklaarde aandoeningen. Je kunt een probleem aan je hart hebben, maar de mate waarin je eraan lijdt, heeft niet alleen met je fysieke conditie te maken, maar ook met psychische factoren als bijvoorbeeld hoe angstig je bent.’
Foto: Eef Bongors