Een aardig filosofisch dilemma natuurlijk, maar psychologisch gezien vind ik het vooral interessant dat het zo lang geduurd heeft voordat iemand het opmerkte. De Oude Grieken, meestal toch scherp op filosofische kwesties, was het probleem compleet ontgaan. Blijkbaar is het toewijzen van bewustzijn aan andere mensen een proces dat zich zó automatisch voltrekt, dat we ons niet eens realiseren dat we het doen. Homo sapiens projecteert natuurlijk sowieso gemakkelijk een geestelijk leven op alles wat er ook maar enigszins uitziet alsof het doelgericht gedrag vertoont, inclusief insecten, poezen en baby’s. Als het gaat om andere volwassenen doen we dat onwillekeurig en zonder de geringste twijfel.
Hoe sterk dat mechanisme is blijkt uit onze psychologische reactie op films over artificiële intelligentie. In de serie Westworld wordt een pretpark bevolkt door geavanceerde robots. De kijker wordt herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat hun gedrag niet autonoom maar volledig computergestuurd is. In een van de beste scènes zie je een robot die ‘ontdekt’ dat haar eigen gedrag voor honderd procent voorspelbaar is uit het computerprogramma, inclusief het gejammer dat zij daarop vertoont. Ik betrapte mijzelf erop dat ik het toch zielig vond voor die robot. De neiging gedrag in termen van bewustzijn te duiden is nauwelijks te onderdrukken, ook al krijg je keiharde tegenevidentie voor je kiezen.
Door de snelle ontwikkeling van A.I. denken sommigen dat de bewuste robot voor de deur staat. Ik geloof dat niet, maar ik kan me wel voorstellen dat de mens een robot maakt die niet zonder meer als zodanig te herkennen is. Bij mij thuis hebben ze er lol in op de iPad de elektronische assistent Siri als computerprogramma te ontmaskeren. Dat is nu nog eenvoudig, maar dat zal snel voorbij zijn. De zogenaamde Turing-test, die zegt dat we een computer bewustzijn toe moeten kennen als wij zijn responsen niet van menselijk kunnen onderscheiden, lijkt mij met Big Data en botte statistiek wel haalbaar. Maar net zoals de computer die van Kasparov won niet kon schaken, zal de computer die de Turing-test doorstaat geen bewustzijn bezitten.
Dat betekent dat gedrag een onvoldoende voorwaarde voor bewustzijn is. Toevallig was dat ook de mening van Augustinus, die volhield dat we het problem of other minds oplossen met een analogie: andere mensen zijn niet alleen gedragsmatig gelijksoortig aan onszelf, maar dat gedrag komt ook op dezelfde wijze tot stand en heeft dus dezelfde causale achtergrond. Voor een computer geldt dat natuurlijk niet.
Misschien is Augustinus dus toch nog ergens goed voor.