Lees verder
Carsten de Dreu

Er gaat veel fout in Nederland. Falende toezichthouders sturen hun voorheen oh zo excellente topondernemers de laan uit, met miljoenen aan oprotpremie. Ze doen maar. Wij zitten met vijf gezinnen en vijftien kinderen een lang, loom weekend op het strand. In van die minimalistische strandhuisjes. Net als in de film. We hebben weinig gepland, niks eigenlijk, en we hebben het rijk alleen. De rest van Nederland zit thuis bij de kachel, verbrast z’n vakantiegeld in de Efteling, of baalt dat collegabestuurders een tonnetje meer bonus kregen.

De jongens sprokkelen hout. Een half uur later gaat de fi k erin, marshmallows liggen opgestapeld te wachten om goudbruin geroosterd te worden. Vaders houden de wacht, blikjes bier in de aanslag, mocht het kampvuur uit de hand lopen. Zoals in de film, dus.
Dan giert een imposante fourwheeldrive het strand op. Een grote kerel op kaplaarzen stapt uit. ‘Op het strand mag je geen vuur maken.’ Wel logisch eigenlijk, sorry, niet bij nagedacht. Jeep weer rechtsomkeer, benzinedamp. Wij doven het vuur en zetten het bier weer in de koelkast. Mag vast niet, bier drinken op een strand.
De kinderen gaan verstoppertje spelen in de duinen. Verhitte koppen verschijnen en verdwijnen. Ze hebben lol. De ipads en smartphones en nintendo’s blijven onaangeroerd liggen. Ik blader door een dik pak huishoudelijke regels. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Behoedzaam haal ik het bier uit de koelkast. Het lijkt toch te mogen.
Er dendert een mountainbike de dijk af. Een stoere vent in boswachtersoutfi t bast dat je niet in de duinen mag spelen. Want dan gaat het helmgras kapot en storten de duinen in zee. Tuurlijk, sorry, niet bij stilgestaan. De fiets verdwijnt, wij roepen drie keer uitkomen, tellen de kinderen en gaan op zoek naar nummer vijftien. Een kwartier later plukken we opgelucht de laatste telg uit een verlaten bunker.
De wind steekt op en de stuntvliegers worden uitgelegd. We dobbelen wie als eerste mag en tien minuten later vliegen drie dreu-mussen richting zee, sleurend aan een iets te grote vlieger. Natte voeten, slippers in een straal van honderd meter verspreid. Geeft niks, het is vakantie en morgen zoeken we ze wel weer op. In de verte komt iemand aangelopen. Hij roept dat je hier niet mag vliegeren. Gevaarlijk voor wandelaars die in de touwen verstrikt kunnen raken. Tja, stom van ons, hadden we kunnen bedenken. Theoretisch dan, want er is geen wandelaar te bekennen. Nou ja, vliegers oprollen en toch maar slippers zoeken. We koppelen ipads en smartphones en organiseren een lokale Angry Birds-competitie. Binnen, waar niemand ons ziet of hoort.
Die vrijwillige duinwachten nemen hun rol als toezichthouder serieus. Ze zijn een lichtend voorbeeld voor al die slapende commissarissen en falende bestuursvoorzitters. Ze verdienen een bonus. En overplaatsing naar Amsterdam, Utrecht, Eindhoven, overal waar malafi de vastgoedondernemers, frauderende ziekenhuisdirecties en andere overbetaalde lapzwansen hoognodig de oren gewassen moeten worden. Dan kunnen wij volgend jaar tenminste weer fikkie stoken en vliegeren.


Carsten de Dreu

Hoogleraar Arbeids- & Organisatiepsychologie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de KNAW. E-mail: C.K.W.deDreu@uva.nl.