Lees verder
Carsten de Dreu

Toen de zomer eenmaal goed begonnen was, overleed Jaap Rabbie. Jaap was oud, lang geleden gestopt als wetenschapper en toch kwam zijn dood onverwacht. Want voor mij was Jaap Rabbie er gewoon, net zoals de sociale psychologie er gewoon is.

Jaap was belangrijk voor me. De eerste keer dat ik hem ontmoette was in 1994. Ik was net universitair docent in Groningen en hij ging bijna met emeritaat in Utrecht. Mijn hoogleraar en promotor, Evert van de Vliert, introduceerde me bij Jaap met de mededeling dat ik een geheel nieuw vakgebied was begonnen – de experimentele organisatiepsychologie. Terwijl ik me een beetje geneerde en uitputte in afzwakkingen, ontstak Jaap in enthousiasme en gaf me de ene na de andere goede tip. En ik was trots, want Jaap was een keigoeie experimenteel sociaal psycholoog. Wereldberoemd vanwege zijn onderzoek over groepsagressie en over de wijze waarop mensen zonder te praten coördineerden richting een gezamenlijk standpunt.
In de jaren daarna liep ik hem vaak tegen het lijf. Op congressen, of als ik in Utrecht op bezoek was. Dan was hij altijd hartelijk, geïnteresseerd, complimenteus ook. En elke keer weer was dat een opsteker, een stimulans om door te gaan met waar ik mee bezig was. Wel praatte Jaap altijd hard en met consumptie. Waardoor ik toch een beetje afstand hield. En hij weer wat harder moest praten en ik weer wat meer afstand nam. Enfi n, het soort van stilzwijgende coördinatie waar Jaap dus alles van wist.
Later, in 2002, verhuisden we van Amsterdam naar Utrecht. Naar een mooie vooroorlogse buurt met hoge bomen en statige herenhuizen. Vlak bij de universiteit en vlak bij het huis waar Jaap woonde. Af en toe zag ik hem lopen, in de verte. Steeds wat krommer en wat langzamer. Soms leek het wel of hij dan liep na te denken, over een manier om toch zijn eigen gelijk en dus het ongelijk te bewijzen van die andere grootheid, Henri Tajfel. Want dat deed Jaap, met ingenieuze experimenten het wetenschappelijk debat proberen te beslechten, op het scherpst van de snede en zonder opsmuk.
Twee jaar geleden kwam ik Jaap tegen in de statuten van de Europese Vereniging voor de Experimentele Sociale Psychologie, opgericht in 1972 bij notariële akte en ondertekend door Jaap Rabbie. Het verhaal ging dat hij de administratie deed, en alle relevante en irrelevante documenten nauwgezet bewaarde in een oude schoenendoos. Die schoenendoos lag onder zijn bed en aan de basis van de huidige European Association for Social Psychology, een club met meer dan duizend leden, een nieuwsbrief en een gerespecteerd wetenschappelijk tijdschrift. Heeft Jaap toch maar mooi geregeld.
In het afgelopen voorjaar schreef ik samen met een paar collega’s een overzichtsartikel over coöperatie en competitie. We konden daarin toetsen wie er nu gelijk had: Tajfel of Rabbie? We hadden ruim tweehonderd experimenten over stilzwijgende coördinatie bij elkaar geveegd, genoeg om het finale oordeel te kunnen vellen. Allebei gelijk, zo bleek. Maar Jaap een beetje meer.


Carsten de Dreu

Hoogleraar Arbeids- & Organisatiepsychologie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de KNAW. E-mail: C.K.W.deDreu@uva.nl.