Lees verder
Carsten de Dreu

Onlangs gaf ik een lezing in Jeruzalem, op uitnodiging van het Institute for Advanced Studies. Er waren een verzameling gedragseconomen, een verdwaalde Nobelprijswinnaar, vier evolutiebiologen en een handjevol sociaal psychologen. Mooi gezelschap, belangwekkend onderzoek. Waarom lukt het groepen op voet van oorlog toch handel te drijven die tot wederzijds voordeel strekt? Is zelfzuchtig gedrag nou impulsief en altruïsme beredeneerd gedrag? Allemaal lekker droog gebracht, inclusief saaie slides en onnavolgbare wiskundige afleidingen. Het ging hier om wetenschappelijke puzzels, om oplossingen voor vragen waarmee wetenschap en samenleving worstelen. Prachtig om mee te maken. Eervol om er onderdeel van te kunnen zijn.

Een week eerder was ik in Madrid, op een congres van gedragseconomen. Ze wilden een sociaal psycholoog horen, want die hebben wat toe te voegen. Vinden ze daar. En weer was het een komen en gaan van mooi onderzoek. Zoals dat van die Colombiaanse collega, die bevlogen vertelde over zijn studie van de manier waarop boeren door onderlinge coördinatie oplossingen voor schaarste realiseren. En dat het in Colombia net zo ging als in Kenia, en in Indonesië. Ik wou dat ik zulk onderzoek deed. Het ging ergens over.
Terug in Nederland stond Diederik Stapel prominent in de krant. Eerst een tranentrekkend interview in de New York Times, daarna levensgroot geportretteerd op de voorpagina van de Volkskrant. Welk nieuws gebracht werd, was volstrekt onduidelijk en waarom het binnen zes maanden na het rapport- Levelt moest snap ik nog steeds niet. Meestal krijgen, of nemen, fraudeurs een paar jaar de tijd om in luwte hun wonden te likken en hun slachtoffers de kans te geven de klap te verwerken. In dit geval was een half jaar blijkbaar lang genoeg.
Diederik grossierde in leuke-weetjes-onderzoek waarmee hij de sociaalpsychologische grabbelton vulde. En terwijl hij een nieuwe loopbaan als coach ambieert, blijven sommige sociaal psychologen onverminderd die wetenschappelijke grabbelton vullen. Elke maand verschijnt er wel weer een artikel dat het ‘Sinterklaas-maakt-vrijgevig’-gehalte nauwelijks overstijgt, of waaraan het ‘vleeseters-zijn-hufters-’geneuzel een puntje kan zuigen. Bijvoorbeeld, dat je minder dom wordt als je rechterhand in een balletje knijpt. Of zoiets. Allemaal keurig volgens de regelen der kunst uitgevoerd. Niks mis mee. Behalve dat het nergens over gaat. Moet ik nu deze column met links typen, terwijl ik met mijn rechterhand in een stuiterbal knijp? Ga toch weg. Of bel de Volkskrant, want daar hebben ze moeite hun krant vol te krijgen.
De tegenstelling tussen de bevlogen wetenschappers in Madrid en Jeruzalem enerzijds, en de mediageile grabbeltononderzoekers anderzijds, kan niet groter. Voor die laatste groep is sociale psychologie een middel om in de schijnwerpers te komen. Voor die eerste groep is het een vakgebied waar over interessante thema’s en grote vragen gedebatteerd wordt, aan de hand van ingenieus onderzoek en strak redeneren. Met saaie slides en een gezond dedain voor soundbites, elevator pitches en ronkende persberichten. Sterker nog, in Madrid en Jeruzalem hadden ze nog nooit van Diederik Stapel gehoord. Ze hadden daar wel wat belangrijkers aan hun hoofd.


Carsten de Dreu

Hoogleraar Arbeids- & Organisatiepsychologie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de KNAW. E-mail: C.K.W.deDreu@uva.nl.