Lees verder
Deze zomer verscheen in ­NRC- Handelsblad een artikel van de Bende van de Vooruitgang.1 Onder het motto ‘Stop met doemdenken’ bindt dit team van vijf filosofen en publicisten de strijd aan met kniesoren, klagers en cultuurpessimisten. De Bende – die ingehuurd kan worden voor feesten en partijen – heeft een punt: de verworvenheden van de moderne maatschappij worden gemakkelijk miskend. Niemand kijkt raar op wanneer een loonarbeider, gezeten in een vliegtuig naar de Canarische eilanden, via zijn Macbook Pro een tweet stuurt waarmee honderden volgers terstond deelgenoot worden gemaakt van zijn ergernis over het feit dat er Pepsi wordt geserveerd en geen Coca-Cola. Een schril contrast met een paar eeuwen geleden, toen stadhouder Maurits van Oranje, reizend per trekschuit, door de schipper terecht werd gewezen omdat hij zijn brood dubbel had belegd: met boter én met kaas (de overdaad!).
Eric-Jan Wagenmakers

In het ­NRC-artikel ‘Geld maakt wél gelukkig’ neemt de Bende stelling tegen abstract getob over geluksarmoede in tijden van economische voorspoed. Zij schrijft: ‘Tegenwoordig zijn “geluksstudies” een wetenschappelijke discipline. Want ook geluk kan je bestuderen en zelfs becijferen. Met de Bende van de Vooruitgang doen we wat populaire pessimisten nalaten: rapporten lezen, cijfers en statistieken raadplegen. Ook brengen we de geschiedenis in stelling. En dan breekt de zon door de wolken.’ De Bende noemt vervolgens het World Happiness Report, waarin rijke landen consequent hoog scoren, en een studie van Kahneman en Deaton, die rapporteert dat geluksgevoel toeneemt met inkomen. De Bende concludeert: ‘De eerste belangrijke gelukmaker is geld.’

Was het maar zo eenvoudig. De aangehaalde studies door de Bende zijn observationeel, en daarom van beperkt nut. De conclusie van de Bende staat ook haaks op een gangbare gelukstheorie, de ‘set-point theory of happiness’, die stelt dat ieder mens zijn eigen geluks-basiswaarde heeft. Een financiële meevaller kan het geluksniveau tijdelijk verhogen, maar daarna volgt er hedonische gewenning en zakt het geluksniveau onherroepelijk terug richting zijn uitgangswaarde.

Om te weten of geld werkelijk gelukkig maakt behoeven we een experiment. Bijvoorbeeld: we selecteren willekeurig 200 mensen. De helft gaat in de controlegroep en de andere helft krijgt één miljoen euro per persoon. Vervolgens kijken we of de nieuwbakken miljonairs op de lange termijn een groter geluksgevoel ervaren. Dit experiment lijkt onbetaalbaar, maar in feite wordt het op grote schaal uitgevoerd door loterijen. De vraag is dan: zijn loterijwinnaars op de lange termijn gelukkiger dan niet-winnaars?

Als we de loterijstudies bezien, dan breekt de zon nog niet echt door de wolken. De beste studie (Lindqvist, Östling & Cesarini, 2020)2 concludeert dat loterijwinnaars tevredener zijn dan niet-winnaars. Dat is nogal wiedes: durf maar eens te rapporteren dat je best ontevreden bent, al dobberend op je zeilboot in de Middellandse Zee (#nowind #FML). Een effect op geluk, daarentegen, kon door Lindqvist en collega’s niet worden aangetoond. Voorzichtig concludeer ik: geld maakt wél tevreden, maar níet gelukkig.

 

1 https://www.nrc.nl/nieuws/2020/06/19/geld-maakt-wel-gelukkig-a4003424
2 Lindqvist, E., Östling, R. & Cesarini, D. (2020). Long-run effects of lottery wealth on psychological well-being. Review of Economic Studies, rdaa006, https://doi.org/10.1093/restud/rdaa006.