Lees verder
Carsten de Dreu

In de herfstvakantie trokken wij in ons boshuisje. Overdag eikels zoeken en ’s avonds zoveel mogelijk afl everingen van de Amerikaanse hitserie Homeland bekijken. Het is een spannende serie over allerlei ingewikkelde manoeuvres van de CIA en het terroristische kwaad. Jammer is wel dat de serie ruim bedeeld is met suggestieve martelscènes – in elke afl evering wordt er wel een gijzelaar of gevangene fysiek of psychisch te grazen genomen. Ik kan daar als schrijfkamergeleerde slecht tegen, mede omdat die praktijken zo realistisch zijn. Tenslotte kun je in de VS zonder vorm van proces jarenlang worden opgesloten, tappen ze Ruttes telefoon af zonder dat hij het doorheeft en was tot voor kort waterboarden een veelgebruikt middel om vermeende terroristen aan de praat te krijgen.

Toen dat laatste niet bleek te mogen, gooiden de Amerikaanse veiligheidsdiensten het over een andere boeg. In de universitaire wandelgangen gingen verhalen rond over collega-psychologen die door de CIA werden uitgenodigd op superspeciale strategy meetings. Die collega’s werden vanaf het vliegveld in een geblindeerde auto rondgereden, zodat ze geen idee hadden waar ze waren en niemand wist dat ze daar waren. Het gerucht ging dat ze dan in het diepste geheim mochten meedenken over manieren om gevangenen te laten praten zonder dat er fysiek geweld aan te pas komt.
Ik dacht altijd dat het een broodje aap was en kon me moeilijk voorstellen dat de CIA werkelijk in onze kennis geïnteresseerd zou zijn. Maar nee hoor: na de geruchten zijn er nu de rapporten, onder andere van het Amerikaanse ministerie van Defensie en de American Psychological Association. En mooi toch – kunnen psychologen zich als gesubsidieerd staatsburger eindelijk eens nuttig maken. Hun naties beschermen, die zulk groot en ongrijpbaar terroristisch gevaar het hoofd moeten bieden. Bovendien kunnen ze al die kennis over het prisoner’s dilemma in de praktijk brengen, of de theorie toepassen dat extreem vermoeide mensen gemakkelijk doorslaan. En o ja, volgens hypermodern fMRI-onderzoek is de suggestie van fysieke pijn minstens zo belastend als daadwerkelijke pijn. Dat wist de Geneefse Conventie niet, dus ook dat zou een mogelijkheid zijn om gevangenen te laten praten zonder hen echt de duimschroeven aan te draaien. En naast kennisbenutting en een extra zakcentje ligt misschien ook wel een Medal of Honor in het verschiet. Je weet als psycholoog maar nooit. Toch?
En dus komt Homeland ineens heel dichtbij. Want ik begrijp donders goed dat een gevangen terrorist doorslaat als hij gelooft dat zijn medegevangenen eieren voor hun geld kozen, als hij dodelijk vermoeid is, of constant geconfronteerd wordt met de suggestie van foltering. Ik zou het zelf geen seconde volhouden. Dat psychologen zich voor dit soort werk lenen, dat begrijp ik niet. Het is vele malen erger dan dubieuze onderzoekspraktijken, stukjes van anderen overschrijven of je colleges afraffelen. Psychologie is er om mensen te begrijpen en te helpen. Psychologische kennis inzetten om gevangenen te breken, is niets anders dan machtsmisbruik. Van het meest geniepige soort.


Carsten de Dreu

Hoogleraar Arbeids- & Organisatiepsychologie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de KNAW. E-mail: C.K.W.deDreu@uva.nl.