In die tijd van Functieleer was er ook een vakgroep Gedragsleer. Volgens Bert Duyker is psychologie de studie van al het gedrag inclusief gedachten en ervaringen. Dus die ene vakgroep coverde eigenlijk de hele psychologie (onbewuste processen waren in die tijd nog een ondergeschoven kindje). De voorzitter van de vakgroep Gedragsleer was trouwens diezelfde Duyker.
In de lijst met namen die Duyker bespreekt in zijn artikel over de naamgeving binnen de psychologie ontbreekt de Parapsychologie. Para heeft an sich twee duidingen, namelijk ‘tegen’ als in paraplu en parachute, maar ook ‘naast’ zoals in parallel en paranimf. Is de parapsychologie dan de ‘tegen-psychologie’, wat moeten we ons daar bij voorstellen? En hetzelfde voor de ‘naast-psychologie’. Een onzinnige naam eigenlijk die Parapsychologie, om nog maar te zwijgen over de populaire rotzooi die er tegenwoordig onder die naam ‘verkocht’ wordt.
De verschijnselen die de serieuze parapsychologie bestudeert – telepathie, helderziendheid, precognitie en psychokinese – hebben gemeen dat ze normale beperkingen die ruimte en/of tijd aan ons stellen lijken te overstijgen. Als er al iets is waar de Parapsychologie ‘tegen’ is, dan is het wellicht tegen de klassieke (en algemeen geaccepteerde) opvatting van ruimte en tijd. Kijkend naar theorievorming binnen de Parapsychologie zijn er twee vanuit de psychologie geformuleerde, en wel vier vanuit de fysica geformuleerde benaderingen. Het vakgebied is fundamenteel multidisciplinair en dat geeft wel vaker problemen bij de naamgeving.
Grappig is dat de benaming paragnost, die in het Engels een ‘psychic’ heet, op zich wel goed gepraat kan worden als ‘naast-het-weten’. In de praktijk zouden de uitspraken van paragnost meer op impliciete dan op expliciete kennis berusten. Noem het voor mijn part intuïtie.
Natuurlijk kun je je afvragen of het überhaupt zinnig is een vakgebied een naam te geven terwijl een meerderheid van de wetenschappers sterk betwijfelt of de onderzochte fenomenen wel reëel zijn. Je moet uitkijken dat je niet door een naam te geven onzin ‘legaliseert’. De experimentele Parapsychologie heeft in het verleden echter bijgedragen aan de verbetering en verfijning van wetenschappelijke methoden – denk aan het gebruik van meta-analyses, aan de editorial policy om publicatie niet af te laten hangen van de resultaten maar alleen van de onderzoeksopzet en theorie. En nu lijkt het er zelfs op dat Parapsychologie het eerste vakgebied wordt waar na pre-registratie de experimentele data in real time worden opgeborgen en er op geen enkele manier nog dubieuze onderzoekpraktijken mogelijk zijn. Misschien is in dit opzicht Parapsychologie niet eens zo’n slechte naam.