Lees verder
Mensen die geïsoleerd leven of zich eenzaam voelen hebben een grotere kans vroegtijdig te overlijden. Dat blijkt uit een meta-analyse onder bijna drieënhalf miljoen mensen.
Iris Dijkstra

Naar het verband tussen eenzaamheid en sterfte is al vaak onderzoek gedaan. Alleen is dat vaak op verschillende manieren aangepakt. Daarom voerden vijf Amerikaanse psychologen een meta-analyse uit onder zeventig verschillende onderzoeken, gepubliceerd tussen 1980 en 2014, waar bijna drieënhalf miljoen mensen bij betrokken waren.

In deze studies werden eenzaamheid en/of sociaal isolement en/of alleen-leven gemeten op een eerste tijdstip. Op een tweede tijdstip werden dan de sterftecijfers bekeken. Gemiddeld waren de deelnemers op het eerste meetmoment 66 jaar, en werden na zeven jaar de sterftecijfers bekeken. Sterfte door een ongeval of suïcide werd buiten beschouwing gelaten, net als overlijden ten gevolge van meerdere oorzaken.

Uit de metastudie kwam naar voren dat ervaren eenzaamheid, sociaal isolement en alleen-leven alle drie de kans op vroegtijdig overlijden vergroten met zo’n dertig procent. De invloed van andere zaken die met sterfte verband houden is daar al uitgefilterd. Opmerkelijk genoeg maakt het weinig uit of je daadwerkelijk geïsoleerd leeft, of dat je je (alleen) eenzaam voelt. Wel lijkt leeftijd van belang. Wie weinig contacten heeft of zich eenzaam voelt én jonger is dan 65, loopt een grotere kans om gauw dood te gaan dan geïsoleerde of eenzame 65-plussers.

Alles bij elkaar vinden de auteurs dat er wel eens wat meer aandacht mag komen voor de gevolgen van eenzaamheid. Volgens hen overlijden er meer mensen doordat ze in een sociaal isolement verkeren of zich eenzaam voelen dan door obesitas – en daar hoor je in de media voortdurend over. Bij dezen. (ID)

Bron: Smith, T.B. et al. (2015). Loneliness and Social Isolation as Risk Factors for Mortality: A Meta-Analytic Review. Julianne Holt-Lunstad, Perspectives on Psychological Science, 10(2), 227–237. doi: 10.1177/1745691614568352