Lees verder
Prof. dr. Claudi Bockting hield 20 mei jl. haar inaugurele rede in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht. Als hoogleraar Klinische Psychologie wil ze interventies ontwikkelen die op het individu zijn toegesneden.
Jeroen van Goor

‘My optimism wears heavy boots’ luidde de titel van Bocktings oratie, die voor een volle aula uit de doeken deed waarom er reden tot pessimisme is voor clinici, onderzoekers en opleiders binnen de psychologie: ‘50 procent van de mensen met een psychische aandoening profiteert niet of onvoldoende van psychologische behandelingen, het terugvalpercentage bij met name depressie en angststoornissen is erg hoog en de effecten van behandeling zijn de afgelopen veertig jaar niet wezenlijk toegenomen.’
Desondanks ziet ze mogelijkheden tot ‘constructief gepast optimisme’. Wetenschappelijk onderzoek zou meer opleveren als de empirie verlegd wordt en klinisch onderzoek zich richt op een populatie van mensen die ook daadwerkelijk last hebben van psychische aandoeningen, en niet meer op betrekkelijk gezonde populaties van studenten. Dergelijk onderzoek is echter complex en tijdrovend, stelt Bockting, vandaar dat er ‘heavy boots’ nodig zijn om ‘slow science’ te kunnen bedrijven.
Bockting wil zich gaan toeleggen op de ontwikkeling van op het individu toegesneden empirische interventies, gericht op mensen met depressie en co-morbide aandoeningen als ptss en angsttoornissen. Ze adapeert daarbij uit de geneeskunde het idee van stagering: het idee dat een ziekte verschillende stadia heeft welke per stadium verschillende aangrijpingspunten voor behandeling hebben.
Met haar betoog sluit Bockting aan op de netwerkbenadering van de dsm waarover Michèle Nuyten en collega’s (2013) eerder in dit blad schreven. ‘Vele combinaties van symptomen zijn mogelijk,’ aldus Bockting, ‘en we moeten rekening houden met deze diversiteit per persoon, door onder andere netwerkanalyses toe te passen en herhaalde metingen uit te voeren in het dagelijks leven van de cliënt, bijvoorbeeld met een app.’ (JvG)

Nuijten M. et al. (2013). Psychologische stoornissen als complexe netwerken. De Psycholoog, 1, 12-23.