Een verminderd cognitief functioneren is zowel een factor die een bestaande depressie in stand houdt als een factor die de kans op een nieuwe depressie vergroot. Lang nadat de stemmingsklachten zijn verdwenen, kan er namelijk nog steeds sprake zijn van aandachts- en geheugenproblemen. En die kunnen opnieuw tot depressieve klachten leiden, omdat het bijvoorbeeld niet lukt om bij een tegenvaller de aandacht bewust op iets positiefs te richten. Kan een cognitieve training deze vicieuze cirkel doorbreken?
Om deze vraag te beantwoorden voerde de onderzoeksgroep van Claudi Bockting een meta-analyse uit over 21 studies. Daaruit blijkt dat een cognitieve training op korte termijn een klein positief effect heeft op de stemming en het dagelijks functioneren en een medium effect op het cognitief functioneren; met name het werkgeheugen gaat vooruit. Bij de follow up zijn deze positieve effecten echter verdwenen.
Is een cognitieve training dus zonde van de tijd en energie? Voor deze conclusie is het nog te vroeg. De onderzoekers vermoedden dat een cognitieve training voor mensen met ernstige en/of terugkerende depressies zeker zinvol is.
Daarvoor zagen ze in de huidige meta-analyse al een aanwijzing: het effect op stemming werd alleen gevonden bij de subgroep van zwaar depressieve mensen. Verder moet worden onderzocht hoe het trainingsprotocol kan worden verbeterd zodat de effecten langer beklijven.
Bron: Legemaat, A.M. et al. (2021). Eectiveness of cognitive remediation in depression: a metaanalysis. Psychological Medicine. doi.org/10.1017/ S0033291721001100
Foto: eldar nurkovic/shutterstock.com