Voor potentiële kopers van de Nederlandse vertaling is het wel belangrijk om te weten dat het werk van Schaffer en Rodolfa deel uitmaakt van een reeks. Wie namelijk precies wil weten hoe de ICD in elkaar zit, zal informatie elders moeten zoeken. De schrijvers vertellen wel iets over het coderingssysteem, maar eigenlijk willen zij vooral psychotherapeuten in opleiding leren nadenken. Dit doen zij met behulp van drie fictieve patiënten: Lynn, John Smith en Anne Sanchez. Lynn is naar u verwezen omdat haar werkproductiviteit afneemt. John Smith wordt door een cardioloog verwezen met de vraag of er bij hem ‘onderliggende psychische problemen spelen’. Anne Sanchez komt bij u via een advocaat. Anne presenteert zich met een hele reeks psychische en lichamelijke klachten. De auteurs van het boek beschrijven mogelijkheden om in de klinische praktijk meer te weten te komen over dit drietal. Daarbij laten zij zien hoe sommige categorieën uit de NICD het beeld kunnen verhelderen. Maar in een groot deel van het boek speelt de ICD een ondergeschikte rol. Het gaat dan vooral over beroepsethiek, risicobeheersing en al het werk dat ná een diagnostische fase te verwachten valt. In bijlagen vinden we een uitgebreid protocol voor een interview en formulieren die aan cliënten ter ondertekening kunnen worden voorgelegd.
Schaffer en Rodolfa geven een demonstratie van voorzichtig redeneren over patiënten. In dit opzicht is hun werk ook voor Nederland van belang. De auteurs beschrijven dilemma’s. De cardioloog die John Smith naar u verwees, is onbereikbaar. Zijn vraagstelling is vaag. Moet u de patiënt nu maar afwijzen? Misschien raakt u dan een belangrijke opdrachtgever kwijt (wat u in uw portemonnee zult voelen). Maar het is ook niet goed om ‘van alles en nog wat’ bij die arme John te gaan onderzoeken.
De vertaling van het boek is helaas niet afgestemd op de Nederlandse praktijk. Als er tests ter sprake komen, lezen we alleen over Amerikaanse psychometrische kwaliteiten. De Amerikaanse en Canadese beroepscodes komen uitvoerig ter sprake, maar accentverschillen met de beroepscode van het NIP worden nergens aangegeven. Er wordt naar een grote hoeveelheid literatuur verwezen, maar daar zit geen enkele Nederlandstalige publicatie bij.
De vertaling schiet tekort. Een plan van aanpak wordt ‘dispositieplan’ genoemd. En wat zijn ‘collaterale interviews’? Ik heb altijd geleerd dat je dergelijke gesprekken aanduidt als heteroanamnese. De algemene ontwikkeling van de vertaalster lijkt trouwens ook gaten te vertonen. Zij duidt een Griekse schrijver aan als Homer. Gelukkig weet iedere Nederlandse psycholoog wel dat dit Homerus is.
Door Jack Schaffer en Emil Rodolfa (2017)
Amsterdam: Uitgeverij SWP, 252 p.