Lees verder
Een bundeling van drie eerder verschenen bundels met opstellen en columns. Eén van zijn beschouwingen sluit Jeffrey Wijnberg af met de volgende opmerking: ‘Volgend jaar gaat onze jongste zoon de deur uit en mensen waarschuwen mij voor het lege-nest-syndroom. Ik moet toegeven dat ik ertegen opzie, maar ik zou niet weten hoe ik dat een plek moet geven. Als echte man heb ik maar besloten om gewoon harder te gaan werken.’
Karel Soudijn

Dit citaat bevat bijna alles wat Wijnberg ons kan leren. Modieuze begrippen (zoals ‘een plek geven’) slaan nergens op. Het leven brengt allerlei moeilijkheden met zich mee, maar het heeft geen zin om daar lang bij stil te blijven staan. Een actief leven zorgt voor de beste afleiding. En als het niet lukt om zelf het hoofd te bieden aan allerlei vervelende zaken? Cliënten die hulp bij Wijnberg zoeken, krijgen van hem te horen hoe zij de tegeltjeswijsheid van Johan Cruijff op hun levenssituatie kunnen betrekken. Elk nadeel heeft zijn voordeel. Het is prachtig om in de rol van slachto¢er te blijven zitten, want dan spannen andere mensen zich voor je in. En als ze zich van je afkeren, dan kom je eindelijk toe aan een rustig leven.

Het is trouwens ook mooi om niét in de rol van slachtoffer te blijven zitten, maar dat betekent dan wel dat je zelf wat harder moet werken. In de psychologie is volgens Wijnberg maar één vorm van hulpverlening mogelijk: door in gesprekken met cliënten steeds de keerzijde van een medaille te laten zien, helpen we mensen om zich af te vragen in hoeverre zij werkelijk gemotiveerd zijn om hun leven anders in te richten. Ze moeten zelf maar zien hoe ze dit inzicht gebruiken.

Wijnberg maakt non-directieve therapeuten belachelijk die denken dat ze cliënten verder kunnen helpen door op elke opmerking te reageren met ge-hum. Zelf is hij in zijn praktijk veel meer aan het woord dan zijn Rogeriaanse collega’s. Waar die collega’s gebruik maken van de techniek van spiegelen, lijkt Wijnberg zijn cliënten voortdurend een lachspiegel voor te houden, waarin ongewenst gedrag als een extreme vorm van levensideaal verschijnt.

Zoals gezegd is Beter van wel een verzameling van drie oudere bundels. De eerste heet Het neurotisch handboek. In elk hoofdstuk laat Wijnberg zien wat een goede manier is om u slecht te voelen (bijvoorbeeld door liever te denken dan te doen). In de tweede bundel, Dat moet ik nog een plekje geven, neemt Wijnberg modieuze begrippen op de hak. De derde bundel, De zin van onzin, bevat beschouwingen over ongerijmdheden in het leven. Zelf vond ik dit het aardigste deel, omdat Wijnberg veel voorbeelden geeft van dialogen die hij met cliënten voert. De moralist gaat hier vermomd als een spitsvondige debater die op elke tegenwerping van zijn cliënten een uitdagende stelling weet te poneren.

Verwijzingen naar vakliteratuur zijn in dit boek nauwelijks te vinden. Wijnberg heeft genoeg aan zijn eigen werk.

Beter van wel: nog meer provocatieve psychologie
Door Jeffrey Wijnberg
Schiedam: Scriptum Psychologie, 410 p.