Log in
Lang geleden spraken huisartsen oneerbiedig over ‘draaideurpatiënten’. Sinds 2010 hebben ze in Nederland een officiële naam: patiënten met SOLK. Ze komen telkens weer op het spreekuur met dezelfde klachten. Specialistisch onderzoek helpt deze patiënten niet verder: hun klachten blijven bestaan, of worden sterker. Huisartsen kunnen alleen maar iets voorschrijven waarvan iedereen weet dat het op den duur toch niet helpt. Nu is er in elk geval een mooie diagnose met hoofdletters: SOLK, afkorting van ‘somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten’.
Karel Soudijn

Volgens de inleiding van dit handboek werden die klachten vóór 2010 officieel aangeduid als ‘psychosomatische ziektebeelden, lichamelijk onverklaarbare klachten, onbegrepen klachten of medisch onverklaarde somatische symptomen’. Om van SOLK te kunnen spreken, moet een lichamelijke klacht langer dan enkele weken duren. Bovendien moet er goed medisch onderzoek zijn uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek wordt echter geen somatische aandoening gevonden die de klacht voldoende verklaart.

Komt SOLK vaak voor? Schattingen lopen sterk uiteen. Volgens een overzicht in dit handboek krijgen huisartsen op hun spreekuur tussen de 25 en de 84 procent van de gevallen te maken met SOLK. Hoge getallen suggereren dat geneeskunde voor een belangrijk deel neerkomt op ‘uitsluitingskunde’. Dokters maken ons duidelijk dat we bepaalde aandoeningen beslist niét hebben. Waarmee onzeker blijft, wat we dan wél hebben.

Artsen en psychologen

Dit handboek bestaat uit 30 hoofdstukken, geschreven door in totaal 48 auteurs. De hoofdstukken zijn in vier brede afdelingen ondergebracht, maar eigenlijk kent het boek twee