Log in
Permanente tentoonstelling, samengesteld door Henk Jan Conradi. Afdeling Psychologie, Gebouw G, Roeterseilandcomplex, Nieuwe Achtergracht 129-B, Amsterdam
Vittorio Busato

Als je het mij vraagt, is de Hongaar Géza Révész (1878-1955) de meest bijzondere psycholoog die ooit in Nederland heeft gewerkt. Hij deed onderzoek op nogal een breed terrein: onder meer naar dier-, muziek- en selectiepsychologie, begaafdheid, wonderkinderen, taal en tastzin (bijvoorbeeld bij blinde beeldhouwers). Révész vluchtte in de jaren twintig van de vorige eeuw voor het communisme en kwam via Duitsland in Amsterdam terecht. Aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) werd hij in 1932 de eerste hoogleraar Psychologie.

Theorievorming zag Révész als basis voor de wetenschappelijke psychologie. Figuurlijk heeft hij niet alleen de hand gehad in de vorming van invloedrijke psychologen zoals Adriaan de Groot, Bert Duijker, Johan Barendregt en Nico Frijda, ook letterlijk speelden de hand en handdruk een belangrijke rol in zijn oeuvre. Vorm en structuur van de hand van de mens bepaalden volgens Révész zijn streven naar progressie. Zoals hij ooit stelde: ‘Wat men vaak ziet is dat