Log in
In 2011 kwam aan het licht dat Diederik Stapel op grote schaal fraude pleegde. Hij verzon talrijke onderzoeksgegevens, terwijl hij deed alsof ze afkomstig waren uit vragenlijsten die andere mensen hadden ingevuld. De Tilburgse universiteit ontsloeg hem op staande voet als hoogleraar Sociale Psychologie. Een jaar later publiceerde Stapel een autobiografie, Ontsporing, waarin hij trachtte zijn wetenschapsfraude te duiden. Dat boek kreeg onlangs met Zuchten een vervolg. Nu beschrijft Stapel de zware depressie waarin hij verviel nadat hij zich realiseerde dat hij zijn leven ‘voor een groot deel had ingericht rond een droevige verzameling zeepbellen, luchtkastelen en illusies’ (p. 11).
Karel Soudijn

Het verhaal kreeg de vorm van een drieluik. In het eerste deel komt Stapel nauwelijks tot iets. Zijn echtgenote gaat naar haar werk; de beide dochters gaan naar school. Hij wordt geacht om enkele huishoudelijke taken te vervullen, maar alles is hem teveel. Wanhoop overheerst. In het tweede deel van het boek staan allerlei technieken en hulpmiddelen om er weer bovenop te komen, maar die bieden slechts heel even verlichting. Wat bij Stapel wel lijkt te werken is: schrijven. Het derde deel is een zoektocht naar de zin van het bestaan. Die vindt hij nergens, maar de nadruk komt nu te liggen op relaties met anderen. Aan het eind van zijn boek bespreekt Stapel talrijke bronnen die hij tijdens het schrijven gebruikte. Hij ploegt de psychologie door, maar ons vak heeft hem nog maar weinig te bieden.

De drie delen sluiten slecht op elkaar aan. In deel één is bijna alles te zwaar en te moeilijk voor Stapel, maar het