Het verhaal kreeg de vorm van een drieluik. In het eerste deel komt Stapel nauwelijks tot iets. Zijn echtgenote gaat naar haar werk; de beide dochters gaan naar school. Hij wordt geacht om enkele huishoudelijke taken te vervullen, maar alles is hem teveel. Wanhoop overheerst. In het tweede deel van het boek staan allerlei technieken en hulpmiddelen om er weer bovenop te komen, maar die bieden slechts heel even verlichting. Wat bij Stapel wel lijkt te werken is: schrijven. Het derde deel is een zoektocht naar de zin van het bestaan. Die vindt hij nergens, maar de nadruk komt nu te liggen op relaties met anderen. Aan het eind van zijn boek bespreekt Stapel talrijke bronnen die hij tijdens het schrijven gebruikte. Hij ploegt de psychologie door, maar ons vak heeft hem nog maar weinig te bieden.
De drie delen sluiten slecht op elkaar aan. In deel één is bijna alles te zwaar en te moeilijk voor Stapel, maar het