Verandert er veel op het terrein van psychologische hulpverlening? Vroeger voerden psychologen gesprekken; bovendien namen ze tests en vragenlijsten af. Vaak gaven ze hun cliënten schriftelijke informatie: een folder, een stencil of soms een boek. En er was wel eens telefonisch contact. Dit laatste blijkt de oervorm van een nieuwe ontwikkeling te zijn: e-health, want aan een telefoontoestel ligt elektronische apparatuur ten grondslag. Elektronische hulpmiddelen waaieren breeduit. Ze zijn allemaal te gebruiken door hulpverleners en hun cliënten. Ze maken die cliënten in principe ook tot mondige gesprekspartners, want niemand wacht nog tot er een folder wordt aangereikt. Klanten kunnen met behulp van internet zelf gaan winkelen.
Het door Alexander Waringa en Anne Ribbers samengestelde boek roept na lezing bij mij een heel ouderwets beeld op: dat van een gevuld koekblik. Allerlei varianten van elektronische ondersteuning worden in korte paragrafen gedefinieerd en beschreven. Alles wat je er mee kunt doen krijgen we in kleine brokjes voorgeschoteld. De koekjestrommel