Kunnen hbo’ers onderzoek doen? Louis Tavecchio en Martin Gerrebrands vinden van wel.
Wetenschappelijk onderzoek aan de universiteiten richt zich primair op de verdere ontwikkeling van theoretische kaders over universele wetmatigheden, stellen zij. Praktijkgericht onderzoek houdt nadrukkelijker rekening met context en dynamiek: er moet immers in concreto iets opgelost of veranderd worden.
Al in hun eerste hoofdstuk nuanceren Tavecchio en Gerrebrands dit onderscheid weer. Praktijkgericht onderzoek in het sociale veld heeft betrekkelijk weinig aan universele wetmatigheden uit de sociale wetenschappen – als die er al zijn. Professionals en cliënten stellen zich eerder op als gesprekspartners van de onderzoeker dan als passieve objecten van onderzoek. En in de praktijk zijn veranderingsprocessen het resultaat van een veelheid aan invloeden, waarvan slechts een deel onder controle te krijgen is. Wil praktijkgericht onderzoek bruikbare resultaten opleveren, dan moet het met deze gegevenheden rekening houden. De auteurs knopen hiervoor aan bij de traditie van het actieonderzoek, ooit in het leven geroepen door de sociaalpsycholoog Kurt Lewin. Onder andere op basis hiervan ontwikkelen ze diverse modellen voor methodiekontwikkeling en evaluatie van interventies. Nogal gedetailleerd soms, maar ik kan me zo voorstellen dat ze voor praktijkonderzoekers nuttige handvatten bieden.
Uiteraard besteden de auteurs ook aandacht aan discussies rondom evidence based practice. En dat doen ze genuanceerd: je moet praktijken in het sociale veld zo rationeel mogelijk inrichten, maar een sociale interventie is geen pilletje. Je moet met meer factoren rekening houden dan de vraag of iets zinvol in een randomized controlled trial te onderzoeken is. Je moet het dus combineren met evidence uit de praktijk en Tavecchio en Gerrebrands geven tal van voorbeelden hoe je dat adequaat kunt aanpakken.
Ruud Abma is universitair docent sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht en redacteur van De Psycholoog. E-mail: r.abma@uu.nl.