Zo geformuleerd is dit geen verrassende conclusie, maar Post bereidt ons er langzaam op voor. Eerst maakt hij duidelijk wat er bij topsport en in het gewone leven allemaal fout kan gaan. Neem de voetballer en latere trainer Frank de Boer. Die dacht als speler dat hij zichzelf vlak voor een wedstrijd eerst in een staat van grote opwinding moest brengen. Daartoe sloeg hij met zijn vuisten hard op een stenen muur, net zolang totdat hij bijna geen pijn meer voelde. Volgens Post was dat een zinloos ritueel, dat mogelijk afbreuk heeft gedaan aan zijn prestaties. De Boer speelde weliswaar op hoog niveau, maar zonder dit ritueel had hij het misschien nog veel verder geschopt.
Post is bewonderaar van de Britse sportpsychiater Steve Peters. Topsporters moeten hun eigen emoties niet uit de weg gaan, maar ze zien te beheersen – om vervolgens ruimte te scheppen voor rationele afwegingen. Een speler als Frank de Boer zou zijn emoties niet kunstmatig moeten opvoeren