Lees verder
Dit boek gaat over mensen bij wie kanker is gediagnosticeerd. De auteur, Corien van Zweden, is één van hen. Ze leert enkele lotgenoten kennen als ze een mail krijgt over een klasgenoot van haar oudste dochter. De mentor van de brugklas schrijft aan alle ouders dat de moeder van één van de leerlingen ongeneeslijk ziek is. Later blijken vijf klasgenoten een ouder met kanker te hebben. Zij komen al snel met elkaar in contact.
Karel Soudijn

Voor Van Zweden, journaliste van beroep, is het schrijven van dit boek een manier om haar eigen emoties te verwerken. Ze merkt dat ze niet de enige is die deze aanpak volgt, want als ze naar literatuur over kanker zoekt, verdrinkt ze bijna in het autobiografische materiaal. Een goede verslaggever is ook getraind in praten en luisteren. Van Zweden zoekt daarom contact met talrijke anderen. Ze richt zich op haar lotgenoten, maar ze wil ook met hun kinderen praten. Die blijken in hun puberteit behoorlijk veerkrachtig te zijn (misschien omdat ze met zoveel andere emotionele zaken te maken krijgen). Verder raadpleegt ze diverse professionals, waaronder psychologen, die met kankerpatiënten werken.
De vijf ouders verschillen van elkaar in soort kanker en in prognose. Ze gaan ook heel verschillend met hun ziekte om. Van Zweden ordent hun manier van leven met behulp van een typologie. Woede, gelatenheid, heldhaftigheid en ironie zijn de begrippen die zij kenmerkend vindt voor de andere vier ouders. Haar eigen manier van omgaan met kanker benoemt ze als nieuwsgierigheid. Met dergelijke begrippen onderscheiden de hoofdpersonen uit dit boek zich van elkaar, maar er zijn ook grote overeenkomsten tussen deze ouders: de diagnose kanker heeft hun leven in emotionele zin diepgravend beïnvloed. Ook bij een geslaagde behandeling kampen patiënten met onzekerheid, want de kanker kan altijd weer de kop opsteken.
De levensverhalen suggereren, dat er geen ‘beste’ manier is om met kanker om te gaan. De geraadpleegde experts geven dit ook aan. Een manier van reageren die op het ene moment zinvol is, kan op een ander moment juist weer problemen opleveren. De psychologen die in dit boek aan het woord komen, lijken weinig aan deze ‘wijsheid’ te kunnen toevoegen. Leren leven met onzekerheid, daar komt het op neer. Maar psychologen hebben kennelijk nog geen duidelijke methode ontwikkeld om dit snel even onder de knie te krijgen.

Kankerklas. Vijf pubers, vijf ouders,
één ziekte
Door: C. van Zweeden
Amsterdam: Cargo, 301 p.