In zijn nieuwste boek Intimiteit maakt psychoanalyticus Paul Verhaeghe opnieuw duidelijk hoe belangrijk omgevingsfactoren zijn voor het begrijpen van ziektes. De belangrijkste intieme relatie die wij hebben – de relatie met ons eigen lichaam – hebben wij namelijk te danken aan anderen.
Zowel de omgeving waarin mensen worden geboren als de sociale omgeving waarin zij later functioneren, bepaalt volgens Verhaeghe hoe goed mensen in hun vel zitten. De eerste bron van zelfkennis zijn ouders. Als ouders systematisch bepaalde gevoelens afwijzen, treedt selectieve uitsluiting op, en weten kinderen niet precies welke gevoelens in hen leven. Zo raken zij al op jonge leeftijd vervreemd van hun lichaam. De vervreemding kan ook pas later optreden, op het moment dat de bredere omgeving, de Ander, invloed begint uit te oefenen op de intieme relatie die mensen met hun eigen lichaam hebben. Dat is wat er volgens Verhaeghe in onze samenleving vandaag de dag op grote schaal gebeurt.
Eeuwenlang was de Ander religieus geïnspireerd en kregen