In zijn inleiding formuleert de auteur twintig ‘machtsprincipes’ die te lezen zijn als stellingen bij een proefschrift. De eerste stelling: ‘Macht gaat om het veranderen van de situatie van anderen.’ De laatste stelling legt het accent op het individu: ‘Machteloosheid veroorzaakt een slechte gezondheid.’ In volgende hoofdstukken laat Keltner het verhaal telkens draaien om kleine groepjes uit zijn lijst met stellingen. Als anti-machiavellist komt het betoog van de psycholoog er vooral op neer dat wij macht niet veroveren, maar toebedeeld krijgen door anderen. Waarom geven zij ons macht? Omdat ze de indruk krijgen dat wij het algemeen belang bevorderen. Zelf kunnen we wel invloed uitoefenen op de ideeën die anderen over ons hebben. Het helpt, bijvoorbeeld, als iemand vriendelijk en zorgzaam voor anderen is. Keltner legt in zijn boek een duidelijk accent op de waarde van empathie. Wie zich gemakkelijk in anderen inleeft, krijgt eerder een portie macht toebedeeld.
Macht heeft bij Keltner een mooie en een lelijke kant.