In 2020 vierde Jan Schouten zijn tachtigste verjaardag. Ter gelegenheid hiervan verscheen een omvangrijke biografie: een heldenepos, maar ook de geschiedenis van het ontstaan, de opbloei en achteruitgang van een familiebedrijf. Jan Schouten, kleinzoon van een naamgenoot die ooit op verlegenheid promoveerde, gaat in 1959 in Nijmegen psychologie studeren. In 1967 wordt hij wetenschappelijk medewerker in Eindhoven bij bedrijfspsycholoog prof. dr. M.J.M. Daniëls. Al snel blijken die twee moeilijk bij elkaar te passen. De hoogleraar is formeel en behoudend, zijn medewerker is informeel, rebels en gericht op thema’s zoals medezeggenschap en verandering van organisaties – onderwerpen waar Daniëls niets van wil weten. In 1974 promoveert Schouten, niet in Eindhoven maar in Groningen bij Piet van Strien, op het proefschrift Vrijheid in werken.
Begin jaren zeventig raakt hij in de ban van sensitivitytraining. Hierbij gaat het om een mengeling van verbale en niet-verbale communicatie. Samen met anderen gebruikt hij ervaring met deze vorm van groepstherapie om een lastig probleem van de gemeente Eindhoven op te lossen. Ze laten zich er goed voor betalen. Sensitivitytraining, assertiviteit, vormen van (cognitieve) gedragstherapie – ze vormen de ingrediënten van een opleidingsbureau, Thema, dat eind jaren zeventig wordt opgericht. Er komen via de televisie bovendien uitzendingen ‘Assertiviteit voor het gewone volk’. Thema groeit in 1980 uit tot Schouten & Nelissen Recovery bv.
Het boek van Frans van Gaal is in veel opzichten een succesverhaal. De onderneming groeit, en trekt medewerkers aan die veel vrijheid krijgen om eigen ideeën te ontwikkelen. Jan Schouten is licht anarchistisch; hij voelt weinig voor regels (de parkeerboetes stapelen zich op) en bedenkt voortdurend iets nieuws waarmee veel geld te verdienen valt. Persoonlijke drama’s blijven niet uit, maar lijken een springplank naar iets nieuws te vormen. Van Gaal sleept de lezers in hoog tempo door de decennia. Daarbij komen zoveel feiten aan de orde, dat het vaak lastig is je te realiseren waar de held en zijn onderneming nu weer staan. Maar het boek is ook een avonturenroman tegen de achtergrond van internationale geschiedenis. Nederland verandert ingrijpend. Dat vraagt om radicale wijzigingen in bedrijfsvoering.
Jan propageert inspraak en medezeggenschap, maar wie bij Schouten & Nelissen werkt, moet vooral bestand zijn tegen een ruime mate van chaos. Er wordt democratisch beslist, zolang iedereen maar doet wat Jan wil. Lang niet alle medewerkers willen hier in vaste dienst. Een voorbeeld is de vroeg gestorven psycholoog Theo IJzermans. Hij is ruim dertig jaar samen met Jan Schouten actief, maar vindt dat de organisatie slecht gaat functioneren zodra er meer dan vijftien tot twintig mensen werken. Rond de eeuwwisseling telt Schouten & Nelissen vijfhonderd medewerkers. Enkele jaren later neemt dat aantal flink af door de economische crisis. Vrijheid wordt opeens beknot door tijdschrijven voor het personeel.
Jan lijkt onmisbaar. Als hij lange tijd weg is omdat hij een wereldreis met zijn zeilboot maakt, durven achterblijvers een belangrijke beslissing niét te nemen. Dat zal het bedrijf nog flink opbreken.