Woedt er in Nederland een burn-out epidemie? Nee, zeggen Wilmar Schaufeli en Jan Jaap Verolme. Wel benadrukken zij dat het begrip ‘burnout’ aan inflatie onderhevig is en te losjes wordt gebruikt. In hun boek rafelen ze de geschiedenis van het (vrij jonge) begrip uiteen. Ze kijken naar gehanteerde definities en beschikbare meetinstrumenten. En verder zoeken ze naar kwantitatieve informatie.
Het idee van een epidemie ondergraven Schaufeli en Verolme onder meer met de volgende argumenten en cijfers: ‘Alhoewel psychische klachten de belangrijkste oorzaak voor arbeidsongeschiktheid vormen, wordt jaarlijks slechts 3% vanwege burn-out en eenzelfde percentage vanwege overspanning afgekeurd. In vergelijking met depressie (17%) is dat tamelijk weinig. In absolute aantallen gaat het voor burn-out en overspanning samen om minder dan 2.000 nieuwe afkeuringen’. En even verderop: ‘Van alle lopende arbeidsongeschiktheidsuitkeringen heeft anno 2020 minder dan 10.000 met burn-out of overspanning te maken. Op de totale werkzame beroepsbevolking van bijna 9 miljoen is