Dat schrijft Arnon Grunberg in zijn voorwoord van het boek Onderzocht en Ondervonden. Over de wetten van de passies van de Vlaamse psychiater en psychoanalyticus Mark Kinet. Eerlijk gezegd had ik dezelfde leeservaring. Kinet analyseert en filosofeert in zijn boek prikkelend, vrij associërend en soms ook ronduit onnavolgbaar over driften, seks, trauma’s, passie, geweld, creativiteit, oorlog en kunst.
Daarbij laveert hij, zoals hij zelf aangeeft, tussen de kunst van de rede en de wetten van de passies. Maar wat die ‘passiewetten’ nu exact zijn, dat blijft in het vage. Volgens Kinet is de kern van de passie waarschijnlijk ondoorzichtig en ondoorgrondelijk. De passie zou ook onbezorgd zijn en sterk lijken op de roeping. Maar een passie onderga je, daarvan ben je lijdend voorwerp, terwijl bij roeping de stem juist van elders zou komen. Ben je van een roeping dan soms meewerkend voorwerp?
Grunberg wenst Kinet veel lezers toe, besluit hij zijn voorwoord. Dat doe ik als psycholoog en als lowseller-auteur ook – eigenlijk vrijwel iedereen wel die zich ertoe zet een boek te schrijven. Kinets lezers zullen fraaie zinnen kunnen aantreen als ‘Voor de psychoanalyse begint de reis pas voorbij de spiegel’ en ‘Alleen voor Freud zelf is een sigaar gewoon een sigaar’. Maar ze zullen ook aanzienlijk cryptischere zinnen moeten slikken als ‘Er is de reële determinatie die uitgaat van het lichaam met zijn fixaties en constitutie en van allerlei grotere of kleinere posttraumatische triggers.’
Door: Mark Kinet (2017)
Antwerpen-Apeldoorn: Uitgeverij Garant, 225 p.