
Een roman is een gedachte-experiment waarin mogelijke consequenties van een uitgangspositie of stellingname worden bekeken. Eigenlijk is het vreemd dat in de psychologieopleiding geen aandacht wordt geschonken aan de uitvoering van zo’n experiment. Ouderen onder ons hebben wellicht nog docenten gehad die riepen dat je vooral het werk van Marcel Proust of Dostojevski moet lezen, maar ze waagden zich niet aan adviezen over hoe je een roman kunt schrijven.
We leren in onze opleiding mensen kennen in hun rol van proefpersoon, maar dan zijn zij slechts heel even uit een populatie getrokken en mogen wij er een kleine bewerking op uitvoeren. Tijdens een praktijkstage ontmoeten we cliënten, en dat zijn personen die de kans moeten krijgen soms iets terug te zeggen. Liefst niet te vaak. Pas als we mensen zien als romanfiguren, merken we dat zij deel uitmaken van netwerken waarin veel gebeurt binnen vaste patronen.
Judith de Graaf is psychotherapeut en publiceerde eerder al verhalen. In het dankwoord van haar debuutroman Ontijd geeft ze aan wat zij buiten de universiteit leerde. In een roman, zo begreep ze, moet je dingen uit de hand laten lopen, maar je moet ook letten op innerlijke logica. Een scheutje psychoanalyse schijnt ook te helpen.
Deze roman kent een duidelijk startpunt. Een al wat oudere beeldend kunstenaar heeft een hersenbloeding gehad, waardoor hij nauwelijks meer in de stijl kan werken waarin hij zich had bekwaamd. Het lukt niet zomaar even de werkwijze te veranderen. Voor de alleenwonende kunstenaar, twee keer gescheiden, is het leven zinloos. Hij wil er op korte termijn een eind aan maken. Dit meldt hij aan zijn drie kinderen. Zelfmoord wil hij het niet noemen, want dat woord past beter bij de dood van zijn moeder. De kunstenaar heeft maatregelen getroffen om tot euthanasie over te gaan. Op een vastgesteld tijdstip.
In twintig hoofdstukken van ongelijke lengte legt De Graaf telkens het accent op het gedrag en de gevoelens van een van de betrokkenen. Vanuit hun perspectief bezien verloopt de tijd. Vaak keren we terug naar de kunstenaar, maar twee van zijn drie kinderen krijgen ook volop aandacht: een dochter die in verwachting is van haar tweede kind, en een zoon die als homoseksueel uit de kast komt. De diverse familieleden en hun relaties lijken extreme types, maar De Graaf schetst fraai hoe door de tijd heen posities duidelijk kunnen veranderen, terwijl de structuur van een netwerk stabiel blijft.
Slaagt de roman als gedachtenexperiment? Het bedachte netwerk is te complex om aan alle relaties en knooppunten evenveel aandacht te kunnen besteden. Maar er zit een mooie spanning in het verhaal. Enerzijds gooit de hoofdpersoon (de kunstenaar) met zijn voorgenomen dood het leven van anderen flink overhoop. Anderzijds blijven de betrokkenen zich ontwikkelen op een wijze die hen toch iets vrijer ten opzichte van elkaar doet staan. Het experiment laat lezers nadenken over slijtage van patronen over de tijd.