In 2016 woonde ik op een congres over positieve psychologie een lezing bij van Paul Gilbert. Gilbert legde uit dat de evolutie ons heeft opgezadeld met een ingewikkeld brein. In tegenstelling tot andere zoogdieren zijn wij, dankzij onze goed ontwikkelde prefrontale cortex, geneigd primitieve emoties zoals angst en woede onnodig uit te vergroten. Alleen dat is al reden om compassie met onszelf te hebben. Zijn boodschap werd versterkt door zijn houding: op het podium oogde hij vriendelijk, open en volledig ontspannen. Practice what you preach blijkt binnen Compasion Focused Therapy (CFT) dan ook een belangrijk principe. Het is de taak van CFT-therapeuten, schrijft Gilbert in Compassion Focused Therapy, om cliënten tijdens de therapie alles te laten doen ‘in een geest van validering, steun en vriendelijkheid, in plaats van met een onderliggend innerlijk aect van afstandelijkheid, invalidering, kilte, intimidatie of kritiek, en daarbij maakt het niet uit welke specifieke interventie er precies wordt gebruikt’.
Hoewel CFT inspiratie put uit het