Lees verder
Rolf Zwaan is hoogleraar biologische en cognitieve psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Eerder schreef hij columns voor De Psycholoog, en maakte hij deel uit van de redactieraad. Drang naar samenhang is zijn eerste populairwetenschappelijke boek. Drie fragmenten als voorpublicatie van dat boek, dat deze maand verschijnt.
Redactie

Begrijpen in actie

Een van de eerste keren dat ik in de Verenigde Staten was, ging ik in een restaurant eten met de Amerikaanse begeleider van mijn promotieonderzoek. Ik deed mijn horloge af, waarop mijn begeleider vroeg: ‘Doen alle Europeanen hun horloge af voor het eten?’ Ik vond dit maar een rare vraag. Hoe kon hij denken dat ik voor alle Europeanen kon spreken? Wist ik veel wat ze in Spanje of Noorwegen deden! Laat staan in Estland of Bulgarije, landen waar ik nog nooit geweest was en waarover ik veel minder wist dan over de Verenigde Staten. En ik wist natuurlijk al dat niet alle Nederlanders hun horloge afnemen voor het eten.

Het waren de vroege jaren negentig, nog voor Europese eenwording ‘een ding’ was. De Berlijnse Muur was nog maar net gevallen. Ik vond het hele idee om als Europeaan aangesproken te worden vervreemdend. Ik zag mijzelf meer als Nederlander, of zelfs als Hollander, ook al had ik het grootste deel van mijn leven in de provincie Utrecht gewoond. Verder kon ik me niet voorstellen dat je horloge afdoen voor het eten een gewoonte zou zijn in welk land dan ook. ‘Nee, het is omdat de haartjes op mijn arm vast komen te zitten in mijn horlogebandje,’ antwoordde ik waarheidsgetrouw. Mijn tafelgenoot leek teleurgesteld door deze prozaïsche reden.

Deze anekdote laat mooi het proces van begrijpen in actie zien. Mijn handeling – het afdoen van mijn horloge in een restaurant – was een ongebruikelijk beeld voor mijn tafelgenoot. Wat je in een restaurant doet, is je servet openvouwen, het op je schoot leggen en wachten (nooit lang in Amerika) tot iemand je bestelling komt opnemen. Je horloge afdoen paste niet in dit restaurantscript en dus ging mijn begeleider op zoek naar een verklaring voor mijn afwijkende tafelgedrag. Hij maakte een zogeheten inferentie. Zijn eerste bron voor die inferentie was mijn Europese achtergrond. Die kennis leidde hem tot de inferentie dat hij op een curieuze culturele gedragsuiting was gestuit, in plaats van op een idiosyncratische handeling. Ironisch genoeg was mijn begeleider een autoriteit op het gebied van inferenties en heeft hij een boek geschreven over begrijpen, met het restaurantscript als belangrijkste voorbeeld.

Voordat tijdens de coronapandemie de mondkapjes hun intrede deden, hebben waarschijnlijk velen van ons een ervaring meegemaakt die vergelijkbaar is met die van mijn begeleider. Als we vóór de coronacrisis op straat iemand met een mondkapje zagen, dan was het meestal een toerist uit China of Japan. Vele Europeanen zullen gedacht hebben dat deze toeristen dit deden om zichzelf tegen de Europese lucht te beschermen. Waarschijnlijk voelden ze zich daardoor licht beledigd. Deze gedachte is niet onlogisch, gezien de kennis van en ervaring met mondkapjes die wij op dat moment hadden. Mondkapjes droegen we uitsluitend als we in de weer gingen met de vlakschuurmachine of een bijzonder heftig schoonmaakmiddel, ter bescherming van onszelf en niet ter bescherming van anderen. Het kostte behoorlijk wat tijd voordat de meeste Europeanen doorhadden dat het dragen van mondkapjes ten tijde van corona ook ter bescherming van anderen was. Heel sociaal dus. Mondkapjes werden langzaamaan onderdeel van het straatbeeld. (…)

Nepnieuws

Niet alles was kommer en kwel in de lente van 2020. Af en toe werden we verblijd met een positief bericht. Doordat mensen opgesloten zaten in hun huizen, kon de natuur zich herstellen. Er zwommen zelfs dolfijnen in de grachten van Venetië, zo konden we op Twitter lezen en bovendien zien in een bijgevoegd filmpje. Later bleek dat het bericht niet klopte. Er waren inderdaad dolfijnen gesignaleerd en zwemmen deden ze ook, maar in een haven op Sardinië, een behoorlijk stuk uit de buurt van Venetië. We hadden te maken met nepnieuws.

Sociale media, zoals Twitter en Facebook, zijn ideale kanalen om nepnieuws te verspreiden. Het is zeer verleidelijk voor mensen om daaraan mee te doen. Je ontvangt immers sociale bevestiging als anderen jouw bericht liken en delen. Er zijn natuurlijk ook meer sinistere redenen om nepnieuws te verspreiden, bijvoorbeeld om het vertrouwen in de pers onder burgers te ondergraven.

Maar wat doet nepnieuws met onze pogingen om de wereld om ons heen te begrijpen? Wat gebeurt er als nepnieuws deel gaat uitmaken van onze situatiemodellen? En – belangrijker – kunnen we het weer uit onze situatiemodellen krijgen als we horen dat er geen dolfijnen in de grachten van Venetië zwemmen, of dat het onzin is dat je met licht het coronavirus in je lichaam te lijf kan? Voordat we deze vragen kunnen beantwoorden, moeten we eerst ons begrippenapparaat op orde krijgen. De term ‘nepnieuws’ klinkt wel snedig en allitereert mooi, maar is toch niet erg nuttig. Sommige politieke leiders noemen bijvoorbeeld al het nieuws dat hun niet bevalt nepnieuws. Ze ontkrachten daarmee echt nieuws, waardoor het begrip ‘nepnieuws’ het omgekeerde gaat betekenen van waarvoor het bedoeld was, in een soort semantische judoworp.

De termen ‘misinformatie’ en ‘desinformatie’ zijn geschikter dan ‘nepnieuws’. Het verschil tussen misinformatie en desinformatie is dat misinformatie per ongeluk wordt geproduceerd en desinformatie met opzet. Probleem is dat intenties niet altijd gemakkelijk te achterhalen zijn, wat misinformatie en desinformatie in de praktijk moeilijk van elkaar te onderscheiden maakt. In beide gevallen gaat het in ieder geval om onjuiste informatie.

Wat gebeurt er met je begrip van de wereld wanneer je hoort dat informatie die je voor waar hield bij nader inzien toch niet klopt? Als je een verkeerd woord typt, kun je dit eenvoudig vervangen door het juiste woord. Maar wat doe je met informatie die onjuist blijkt? Kun je die ook eenvoudig uit je geheugen wissen en vervangen door nieuwe informatie? Of raak je de onjuiste informatie niet zo gemakkelijk kwijt en blijft die je beeld van de werkelijkheid vertroebelen? (…)

Interne modellen

Begrijpen is interne modellen van de wereld vormen. Je construeert deze modellen door je eigen observaties en de observaties van anderen in taal en beeld te verbinden met wat je al weet. Je vult wat je waarneemt aan met je achtergrondkennis. Daardoor kun je doorgaans bepaalde gebeurtenissen in je omgeving gemakkelijk begrijpen, soepeltjes handelen en je communicatie vloeiend laten verlopen. Als je een groepje mensen bij een hokje langs de straat ziet staan, weet je dat ze op de bus wachten. Als jij zelf die bus instapt, weet je wat je te doen staat. Als iemand je vertelt wat er allemaal mis kan gaan tijdens een online gesprek of vergadering, kun je haar relaas moeiteloos volgen.

Het systeem waarmee je interne modellen van de wereld bouwt is vaak efficiënt, maar onze drang naar samenhang heeft ook een schaduwzijde. In dit boek staan tal van voorbeelden waarin het proces van begrijpen verkeerd loopt, waarin de modellen niet kloppen en soms geheel lijken los te staan van de werkelijkheid. Desondanks blijven sommige mensen zulke modellen tegen de stroom in verdedigen.

Voor een deel zijn zulke ontsporingen te wijten aan onszelf, want soms gaat onze drang om patronen te zien en verbanden te leggen met ons op de loop. Voor een ander deel hebben ze te maken met het soort boodschappen dat we binnenkrijgen: onjuiste informatie (ofwel opzettelijk, ofwel per ongeluk verspreid), misinformatie, desinformatie, bullshit, obscurantisme, bij elkaar gefantaseerde journalistiek, frauduleuze wetenschap en complottheorieën. Deze twee factoren – de menselijke aard en de boodschap – zijn natuurlijk aan elkaar gerelateerd. Valse berichtgeving maakt misbruik van onze drang naar samenhang.