Lees verder
‘Zeg, was jij niet de eerste vrouw die…’
Naomi Ellemers

In veel gevallen moet ik beamen dat dit zo was. Toen ik promoveerde, waren er geen vrouwelijke hoogleraren op mijn vakgebied. Een zwangere hoogleraar hadden ze bij mijn faculteit in Leiden niet eerder meegemaakt. Zelfs vandaag de dag komt het nog vaak genoeg voor dat vrouwen tegen vooroordelen en misverstanden moeten opboksen als ze proberen hun loopbaanambities te realiseren. Op de website athenasangels.nl zijn tal van actuele voorbeelden te vinden. Mijn studenten en promovendi vragen me van tijd tot tijd of het voor een vrouw wel allemaal te combineren is: een wetenschappelijke loopbaan en een gezin. Als ik dan zeg: ‘Natuurlijk, kijk maar naar mij!’, kijken ze me meewarig aan. ‘Maar ik wil toch niet leven zoals jij: je hebt het zo druk, en je bent altijd moe.’ Tsja, daar had ik niet bij stilgestaan: ze vinden mij helemaal geen aantrekkelijk rolmodel. Waarom dat zo is zou ik kunnen weten, we hebben daar immers jaren lang onderzoek naar gedaan.
Als je als eerste of enige vrouw een bepaalde functie vervult, is het zaak te laten zien dat je daarin niet minder ambitieus of gedreven bent dan je mannelijke collega’s. Je moet immers bewijzen dat het stereotype beeld (vrouwen willen dit nu eenmaal niet, of vrouwen zijn minder geschikt) voor jou niet geldt. Dat vraagt vaak offers in de persoonlijke sfeer, en een thuisfront dat vierkant achter je staat. Het besef dat niet iedereen daartoe bereid of in staat is, zorgt ervoor dat je het gevoel hebt een uitzondering te zijn. Dat schept afstand en soms ook onbegrip ten opzichte van andere vrouwen.
Betekent dit dat alleen haaibaaien doordringen tot hogere functies, of dat vrouwen die voor anderen een rolmodel zouden kunnen zijn er alleen maar voor zorgen dat niemand hun unieke positie aantast? De term bijenkoningin die in dit verband wel gebruikt wordt lijkt te suggereren dat dit zo is. Resultaten van ons onderzoek* laten evenwel iets anders zien. De verklaring niet ligt in het speciale karakter van dit soort vrouwen, of de neiging die vrouwen zouden hebben elkaar de tent uit te concurreren. Ze distantiëren zich van andere vrouwen om zich aan het stereotype beeld te onttrekken. Soortgelijke patronen zijn ook te zien bij andere groepen. Hindoestaanse medewerkers in Nederland bijvoorbeeld beschrijven zichzelf als zeer assertief en direct, als ze geconfronteerd worden met het stereotype beeld dat Hindoestanen vooral meegaand en indirect zouden zijn. Maar wanneer vrouwen of Hindoestanen het gevoel hebben alleen op hun persoonlijke kwaliteiten te worden beoordeeld, zijn ze er minder op gespitst afstand te nemen van anderen in hun groep.
Zolang het nodig is te laten zien dat je ‘anders’ bent om succesvol te zijn, zien mensen je niet als voorbeeld. Alleen als je mag zijn wie je bent, kun je als rolmodel fungeren.

* Derks, B., Van Laar, C., Ellemers, N. & Raghoe, G. (in press). Coping with ethnic discrimination at work: Self-group distancing is not only for Queen Bees. Journal of Social Issues.

 

Fotografie: Herman Wouters