Inleiding
Jarenlang overmatig alcoholgebruik in combinatie met zelfverwaarlozing kan hersenschade tot gevolg hebben. In ernstige gevallen, waarbij er sprake is van een langdurig vitamine-B1-tekort, kan dit het syndroom van Korsakov veroorzaken. Dit syndroom is een chronische aandoening dat gekenmerkt wordt door ernstige geheugenstoornissen en problemen met executief functioneren. Executief functioneren is een paraplubegrip voor verschillende functies, waaronder plannen en overzicht houden, die nodig zijn bij het uitvoeren van doelgericht gedrag, zoals het koken van een maaltijd (Brion et al., 2014; Cermak, Butters, & Goodglass, 1971; Kopelman et al., 2009; Van Oort & Kessels, 2009)341423. Deze cognitieve problemen beïnvloeden het dagelijks leven van deze patiënten vaak dusdanig dat zelfstandig wonen geen optie meer is. Het lukt patiënten bijvoorbeeld niet meer om zonder hulp maaltijden te bereiden, omdat stappen vergeten worden, stappen in de verkeerde volgorde worden uitgevoerd, of omdat halverwege gestopt wordt met de taak. Door bovenstaande problemen zijn deze relatief jonge patiënten (patiënten zijn meestal tussen de veertig en zestig jaar wanneer zij de diagnose krijgen) vaak aangewezen op levenslange zorg in gespecialiseerde verpleeghuizen, ggz-instellingen of een Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW).
Er is weinig onderzoek gedaan naar neuropsychologische behandelingen bij het syndroom van Korsakov, maar een methode die veelbelovend is om de zelfredzaamheid van patiënten met Korsakov te vergroten is foutloos leren (voor een overzicht zie Oudman et al., 2017)18. Middels deze methode krijgen patiënten met geheugenproblemen vaardigheden aangeleerd. Het uitgangspunt is dat fouten tijdens het leerproces worden voorkomen. Door een vaardigheid routinematig, zonder fouten, te herhalen, slijt de vaardigheid als het ware vanzelf in (Haslam & Kessels, 2018)10. Foutloos leren doet waarschijnlijk een beroep op impliciete geheugenprocessen (Clare & Jones, 2008)5. In tegenstelling tot het expliciete geheugen is het impliciete geheugen bij patiënten met het syndroom van Korsakov vaak relatief gespaard. De resultaten van kleinschalige groepsstudies (variërend van acht tot vijftien deelnemers) naar foutloos leren bij het syndroom van Korsakov zijn overwegend positief (Kessels, Van Loon & Wester, 2007; Komatsu et al., 2000; Oudman et al., 2013)121317. Patiënten met het syndroom van Korsakov leerden succesvol namen, routes en het bedienen van een wasmachine. Er zijn daarentegen ook nog veel onbeantwoorde vragen rondom foutloos leren: (1) het is onduidelijk of foutloos leren ook effectief is voor het leren van een breder scala aan vaardigheden, (2) er is weinig bekend over de optimale training, zoals trainingsduur en aantal trainingssessies en (3) het is onduidelijk of het leren van vaardigheden met foutloos leren de kwaliteit van leven van de patiënten vergroot. Kortom, er is meer systematisch onderzoek nodig met grotere groepen om het effect van foutloos leren vast te stellen.
Er is weinig bekend over de kwaliteit van leven van patiënten met het syndroom van Korsakov die verblijven in zorginstellingen. Oudman en collega’s (2012)19 vergeleken de kwaliteit van leven van patiënten met het syndroom van Korsakov met die van patiënten met dementie in verpleeg- huizen. Verpleegkundigen beoordeelden dat de kwaliteit van leven van patiënten met het syndroom van Korsakov hoger was dan die van patiënten met dementie. Toch was er bij de patiënten met het syndroom van Korsakov nog veel ruimte voor verbetering. Uit een vervolgstudie, die twintig maanden later werd uitgevoerd, bleek dat de kwaliteit van leven over tijd relatief stabiel bleef bij deze patiënten (Oudman & Wijnia, 2014)20. Het is belangrijk om interventies te ontwikkelen en onderzoeken die de kwaliteit van leven van patiënten met het syndroom van Korsakov in verpleeghuizen kunnen verbeteren.
Veel geïnstitutionaliseerde patiënten met het syndroom van Korsakov vertonen gedragssymptomen. Deze worden door zorgverleners als uitdagend ervaren (Gerridzen & Goossensen, 2014; Gerridzen et al., 2017)89. In een overzichtsartikel beschreven Gerridzen en collega’s (2017) de prevalentie en ernst van gedragssymptomen bij patiënten met het syndroom van Korsakov in verpleeghuizen. Zij maakten een onderscheid tussen vier categorieën gedragssymptomen: psychotische symptomen (inclusief confabulaties), affectieve symptomen, agitatie/agressie en overige symptomen, met apathie als voornaamste symptoom. Depressieve symptomen en agressie/agitatie kwamen het vaakst voor bij patiënten met het syndroom van Korsakov. Apathie werd als het meest ernstige symptoom beoordeeld.
Tot nu toe is er weinig bekend over interventies die bovengenoemde gedragssymptomen kunnen verminderen. Thomson et al. (2012)22 veronderstellen dat foutloos leren hiervoor effectief kan zijn, omdat het leren van vaardigheden de zelfstandigheid en onafhankelijkheid in een zorgsetting vergroot. In dit artikel1 worden de resultaten beschreven van een onderzoek naar de effecten van foutloos leren bij patiënten met het syndroom van Korsakov in verpleeghuizen. Het eerste doel was om de invloed van foutloos-lerentraining op het uitvoeren van verschillende vaardigheden bij patiënten met het syndroom van Korsakov te onderzoeken. Vervolgens werd onderzocht wat de invloed van foutloos leren training was op de kwaliteit van leven en gedragsproblemen bij patiënten met het syndroom van Korsakov en in een patiëntvergelijkingsgroep. Omdat patiënten in verpleeghuizen mogelijk meer autonomie en zelfstandigheid ervaren wanneer zij succesvol vaardigheden leren, werd verwacht dat de kwaliteit van leven zou verbeteren en gedragssymptomen zouden afnemen in de foutloos-lerentraining.
Het onderzoek
Deelnemers aan het onderzoek werden geworven bij drie verpleeghuizen met gespecialiseerde Korsakovafdelingen. Deelnemers voor de foutloos-lerentraining werden geworven bij MeanderGroep (Kerkrade) en ZorgAccent (Hellendoorn). De vergelijkingsgroep werd geworven bij Atlant (Beekbergen). Deze instellingen zijn aangesloten bij het Korsakov Kenniscentrum. Om in aanmerking te komen voor het onderzoek moesten patiënten voldoen aan de criteria voor de ¬®¯-5 diagnose voor uitgebreide neurocognitieve stoornis door alcoholgebruik, amnestisch-confabulerende type (APA, 2013). Alle deelnemers waren abstinent van alcohol. Patiënten ouder dan zeventig jaar bij wie de Montreal Cognitive Assessment-score (MoCA; Nasreddine et al., 2005)16 achteruitging over tijd werden geëxcludeerd in verband met de kans op de aanwezigheid van dementie. Voorafgaand aan het onderzoek gaven de patiënten en hun wettelijke vertegenwoordigers schriftelijk informed consent.
Foutloos-lerentraining
Zorgverleners in de foutloos-lerentraining zijn getraind in foutloos-lerenprincipes door een psycholoog.2 Tijdens deze training werd uitleg gegeven over de methode, werden instructiefilmpjes getoond en stappenplannen gemaakt. Daarnaast werd er met behulp van rollenspellen geoefend om een vaardigheid foutloos aan te leren. In de vergelijkingsgroep werd deze training niet gegeven. Na de training zijn per patiënt twee vaardigheden geleerd met de methode van foutloos leren door zorgverleners (vanaf nu trainers genoemd). De vaardigheden moesten ten minste eens per week worden getraind.
Voor elke vaardigheid werd een stappenplan opgesteld (met als richtlijn maximaal twaalf deelstappen). De volgorde van de deelstappen werd aangehouden tijdens de training. Trainers begeleidden de patiënten om aarzelingen of het maken van fouten te voorkomen. Dit deden zij met instructiemethodes zoals modeling (de trainer doet de stap voor en laat de patiënt de stap meteen nadoen), verbale instructies (de trainer zegt per stap hardop voor wat de patiënt moet doen) of aanwijzen/aanreiken (de trainer wijst naar een voorwerp dat tijdens de volgende stap gebruikt wordt of reikt een voorwerp aan). Nadat een stap correct werd uitgevoerd, werden instructies afgebouwd. De duur en frequentie van de training werd van te voren niet vastgesteld. Per patiënt en vaardigheid werd doorgetraind zolang het nodig was.
Uitkomstmaten
Foutloos leren:
De eerst verantwoordelijke verzorgende of verpleegkundige (BVV’er) van elke patiënt beoordeelde voor en na de foutloos lerentraining de mate waarin de patiënt de vaardigheid kon uitvoeren op een 5-puntsschaal (1=kan het niet; 5=kan het met gemak). Daarnaast werd na elke trainingssessie ingevuld hoeveel instructie nodig was per deelstap (1=modeling, 2=verbale instructies, 3=aanwijzen/ aanreiken, 4=deelnemer voert stap zelfstandig uit, zonder instructie). De vaardigheden werden onderverdeeld in vijf categorieën: huishouden, corvee, mobiliteit, activiteiten van het dagelijks leven (ADL) en oriëntatie. Tabel 1 bevat voorbeelden van getrainde vaardigheden (per categorie).
Kwaliteit van leven:
Kwaliteit van leven van zowel de foutlooslerentraining als de vergelijkingsgroep werd (net als in de studies van Oudman et al., 2012, 2014) gemeten met de QUALIDEM (Ettema et al., 2005)7. De QUALIDEM meet negen aspecten van kwaliteit van leven, namelijk: zorgrelatie, positief affect, negatief affect, rusteloos gedrag, positief zelfbeeld, sociale relaties, sociaal isolement, zich thuis voelen en iets om handen hebben. Twee zorgverleners, onder wie de BVV’er, vulden de lijst samen in, om te controleren voor de wisselende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de sub-schalen (variërend van Chronbachs α=.49 voor positief zelfbeeld tot Chronbachs α=.79 voor zorgrelatie). Net als in Oudman et al. (2012; 2014) zijn de scores getransformeerd van 0-100, waarbij een hogere score een betere kwaliteit van leven betekende.
Gedragsproblemen:
Net als in Gerridzen et al. (2017) werd een onderscheid gemaakt tussen categorieën van gedragssymptomen: psychotische symptomen (inclusief confabulaties), affectieve symptomen, agitatie/agressie en apathie (Gerridzen et al., 2017). Tabel 2 geeft een weergave van de categorieën van gedragssymptomen en hoe ze gemeten zijn in de huidige studie. De verkorte versie van de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (GIP-28, De Jonghe, Ooms, Ribbe, 1997)11, de Health of the Nation Outcome Scales− Niet Aangeboren Hersenletsel (HoNOS−NAH) en de Nijmegen- Venray Confabulatie Lijst (NVCL–20; Rensen et al., 2015)21 zijn afgenomen om de vier categorieën gedragssymptomen te meten. Alle observatieschalen werden ingevuld door zorgverleners die de patiënten goed kenden.
Resultaten
Demografische gegevens
Een flowchart van de deelnemers in de studie is te zien in figuur 1. Bij 76 patiënten met het syndroom van Korsakov is foutloos-lerentraining gestart. Tweeënvijftig patiënten hebben de training afgerond. Er waren geen verschillen in opleidingsniveau en MoCA totaalscore tussen patiënten die de training hebben afgerond en patiënten die halverwege gestopt zijn met de training. Deze laatste groep was wel ouder (M=64.5; SD=5.7) dan de groep die de training heeft afgemaakt (M=59.9; SD=6.3; U=195.00; Z=-2.8, p=.023). Na het voltooien van de training is één deelnemer alsnog geëxcludeerd vanwege een mogelijke kans op dementie. De foutloos-lerentraining in dit onderzoek bestond uiteindelijk uit eenenvijftig patiënten en de vergelijkingsgroep uit eenendertig patiënten met het syndroom van Korsakov. Een overzicht van de groepskenmerken is weergegeven in tabel 3.
Foutloos leren
Scores op de 5-puntsschaal voor- en na de foutloos lerentraining zijn weergegeven in figuur 2. Patienten konden de vaardigheden significant beter uitvoeren na de foutloos-lerentraining dan daarvoor (Z=-4.31; p=<.001). Huishoudelijke vaardigheden werden 36 keer getraind, corveetaken werden 33 keer getraind, mobiliteitstaken werden 14 keer getraind, ADL-taken werden 11 keer getraind en oriëntatievaardigheden werden 8 keer getraind. Figuur 3 laat de scores op de 5-puntsschaal zien voor- en na de foutloos-lerentraining voor de vaardigheden uit verschillende categorieën. Significante verbeteringen na de training werden gevonden voor vaardigheden uit de categorieën huishoudelijke vaardigheden (Z=-3.44, p=.001), mobiliteit (Z=-2.36; p=.018), ADL (Z=-2.11; p=.035) en corvee (Z=-3.62; p=<.001). Oriëntatievaardigheden werden niet beter uitgevoerd na foutloos-lerentraining.
Het hoogst haalbare niveau van presteren werd gemiddeld bereikt na tien trainingssessies (SD=4.9) en stappenplannen bestonden gemiddeld uit zeven stappen (SD=2.5). Er werden geen verschillen gevonden tussen vaardigheden uit verschillende categorieën wat betreft het aantal trainingssessies om de hoogst haalbare score te bereiken (p=.988) en het aantal stappen in de stappenplannen.
Kwaliteit van leven
Tijdens de baselinemeting (T1) werden de vragenlijsten om kwaliteit van leven en gedragssymptomen te meten ingevuld door de zorgverleners. Dezelfde lijsten werden nogmaals ingevuld bij een vervolgmeting (T2). T2 gebeurde veertien maanden na T1 in de foutlooslerengroep (en vijf maanden nadat de foutloos-lerentraining was afgerond) en elf maanden na T1 in de vergelijkingsgroep. Scores op de QUALIDEM zijn gepresenteerd in tabel 4.
Scores op de volgende subschalen verbeterden significant over tijd in de foutloos-lerengroep: zorgrelatie (Z=-2.78; p=.005), negatief affect (Z=-2.30; p=.022), rusteloos gedrag (Z=-2.55; p=.011), positief zelfbeeld (Z=-2.76; p=.006), sociale relaties (Z=-3.27; p=.001), sociaal isolement (Z=-3.20; p=.001), zich thuis voelen (Z=-2.05; p=.040) en iets om handen hebben (Z=-2.72; p=.007). Een marginaal significante verbetering over tijd werd gevonden voor de subschaal positief affect in deze groep (Z=-1.87; p=.062).
In de vergelijkingsgroep werd enkel een significant verschil gevonden voor de subschaal rusteloos gespannen gedrag (Z=-2.14; p=.033). Opmerkelijk was dat deze groep meer rusteloos gespannen gedrag ging vertonen naarmate de tijd vorderde. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen T1 en T2 voor andere subschalen in de vergelijkingsgroep.
Gedragsproblemen
Gemiddelden en standaarddeviaties op de subschalen en items om psychotische symptomen, affectieve symptomen, agitatie en agressie en apathie te meten tijdens T1 en T2 voor de foutloos-lerentraining en de vergelijkingsgroep zijn gepresenteerd in tabel 5. Psychotische symptomen op de HoNOS-NAH namen significant af over tijd in de foutloos-lerentraining (Z=-3.98; p<.001), maar niet in de vergelijkingsgroep. Spontane confabulaties op de NVCL-20 waren stabiel over tijd in zowel de foutloos-lerentraining (Z=-1.55; p=.120) als de vergelijkingsgroep (Z=-.38; p=.702). Uitgelokte confabulaties daarentegen, verminderden wel over tijd in de foutloos-lerentraining (Z=-3.63; p<.001).
Affectieve symptomen verminderden significant over tijd in de foutloos-lerentraining (GIP-28 Affect: Z=-3.63; p=.001; HoNOS–NAH Item 7: Z=-3.91; p<.001). Affectieve symptomen bleven relatief stabiel in de vergelijkingsgroep (GIP-28 Affect: Z=-.28; p=.778; HoNOS–NAH Item 7: Z= -.39; p=.696).
Agitatie en agressie verminderden significant over tijd in de foutloos-lerentraining (HoNOS–NAH Item 1: Z=-4.34; p<.001; r =-0.61), maar niet in de vergelijkingsgroep.
Apathie-scores waren stabiel over tijd in zowel de foutloos-lerentraining (Z=-.62; p=.535) als de vergelijkingsgroep (Z=-.336; p=.737).
Conclusie
Dit is het eerste grootschalige onderzoek naar de effecten van foutloos leren bij patiënten met het syndroom van Korsakov in verpleeghuizen. Allereerst werd onderzocht of patiënten verschillende vaardigheden (huishouden, corvee, mobiliteit, ADL, oriëntatie) zelfstandiger konden uitvoeren na foutloos lerentraining. Dit bleek het geval voor alle vaardigheden, met uitzondering van oriëntatievaardigheden. Daarnaast bleek dat de kwaliteit van leven verbeterde in de foutloos-lerentraining en een aantal gedragssymptomen (psychotische symptomen, affectieve symptomen, agitatie/agressie) afnamen. Het aanleren van vaardigheden met foutloos leren had geen invloed op spontane confabulaties en apathie.
Deze positieve resultaten laten zien dat patiënten met het syndroom van Korsakov ondanks de ernstige geheugenproblemen, alsnog (nieuwe) vaardigheden kunnen leren. Dit onderzoek bouwt voort op eerdere onderzoeken van Oudman et al. (2012) en Kessels et al. (2017), die een verbetering in de uitvoer van taken (het bedienen van een wasmachine en het leren van een route) vaststelden na foutlooslerentraining. (Bij beide eerdere onderzoeken werd echter gevonden dat foutloos leren niet significant beter is om vaardigheden te leren dan wanneer de vaardigheid met fouten werd geleerd). Patiënten met het syndroom van Korsakov kunnen veel baat hebben bij het integreren van foutloos leren in de dagelijkse zorg, omdat het leren van relevante vaardigheden hun autonomie en onafhankelijkheid kan vergroten in een verpleeghuissetting. Daarnaast bieden de resultaten van dit onderzoek richtlijnen om foutloos-lerentraining toe te passen in de klinische praktijk. Taken uit allerlei categorieën (huishouden, corvee, mobiliteit, ADL, oriëntatie) kunnen (deels) aangeleerd worden in tien trainingssessies en stappenplannen bestaan gemiddeld uit zeven stappen.
Dit onderzoek levert wetenschappelijke evidentie voor de hypothese dat het leren van vaardigheden met foutloos leren de kwaliteit van leven verbetert bij patiënten met het syndroom van Korsakov. De kwaliteit van leven verbeterde significant op acht van de negen subschalen van de QUALIDEM in de foutloos-lerentraining. Er werd een trend naar verbetering waargenomen voor de negende subschaal (positief affect). Op geen enkele subschaal werden verbeteringen geobserveerd in de vergelijkingsgroep, de groep patiënten die gebruikelijke zorg kregen maar geen foutlooslerentraining. Hierbij moet opgemerkt worden dat er met de uitgevoerde non-parametrische analyses in de huidige studie geen interactie-effect onderzocht kon worden, waarmee een directe vergelijking tussen de groepsverschillen over tijd aangetoond zou kunnen worden. De resultaten in de vergelijkingsgroep komen overeen met eerder onderzoek van Oudman en Wijnia (2014), waaruit bleek dat de kwaliteit van leven gematigd maar stabiel is bij patiënten met het syndroom van Korsakov die verblijven in verpleeghuizen. De resultaten van foutloos-lerentraining blijven dus niet beperkt tot het succesvol leren van vaardigheden, maar generaliseren naar een verbetering in algeheel gevoel van competentie. Het lijkt essentieel om op gespecialiseerde verpleeghuisafdelingen methodes te implementeren die de kwaliteit van leven van deze doelgroep kunnen verbeteren.
Ondanks dat zorgverleners in de praktijk vaak in aanraking komen met gedragssymptomen bij het syndroom van Korsakov is er weinig bekend over de ernst, prevalentie en behandeling van deze symptomen (Blansjaar et al., 1992; Gerridzen & Goossensen, 2014; Gerridzen et al., 2017)2. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat het leren van vaardigheden met foutloos leren psychotische symptomen (inclusief uitgelokte confabulaties), affectieve symptomen en agitatie/agressie kan verminderen. Dit is noemenswaardig omdat patiënten met het syndroom van Korsakov een verhoogd risico hebben op angststoornissen en depressieve klachten (Kopelman et al., 2009). Het is nog onduidelijk welke aspecten van foutloos leren deze vermindering in symptomen veroorzaken. Onderzoeken bij patiënten met dementie die eveneens positieve effecten vonden van foutloos leren op depressieve klachten, hebben gemeen met dit onderzoek dat (1) patiënten getraind werden door zorgverleners die hen goed kenden, wat bijdraagt aan een gepersonaliseerde en interactieve aanpak (Lee et al., 2013) en (2) de aangeleerde taak relevant was voor de patiënt, bijvoorbeeld ADL-taken (Lee et al., 2013) of namen van personen uit het sociale netwerk van de patiënt (Clare et al., 2002)6. Daarnaast kan een mogelijke vergroting van de zelfredzaamheid, onafhankelijkheid en het gevoel van competentie een rol spelen bij de afname van gedragssymptomen. Vervolgonderzoek is nodig om vast te stellen welke aspecten van foutloos leren deze vermindering in symptomen veroorzaken.
Er moeten een aantal kanttekeningen geplaatst worden bij dit onderzoek. Allereerst hebben we geen vergelijkingsgroep toegevoegd die een andere trainingsvorm (bijvoorbeeld trial-en-errorleren) aangeboden kreeg. We hebben ervoor gekozen zo’n vergelijkingsgroep niet toe te voegen, omdat het eerste doel van het onderzoek was om de effecten van foutloos leren te onderzoeken in de Korsakovpopulatie. Of foutloos leren effectiever is dan andere trainingsvormen, is een ander vraagstuk. Resultaten van studies die de effectiviteit van foutloos leren vergeleken met andere leervormen bij patiënten met het syndroom van Korsakov zijn wisselend. Eén studie vond dat foutloos leren effectiever was dan trial-en-errorleren (Komatsu et al., 2000), terwijl andere studies geen voordeel vonden van foutloos leren over trial-en-errorleren (Kessels et al., 2007; Oudman et al., 2013). Het gebrek aan voordeel kan voortkomen doordat patiënten met beide methodes systematisch worden blootgesteld aan de vaardigheid. Vervolgstudies kunnen de presentaties van een foutloos-lerentraining vergelijken met een andere trainingsgroep. Een experimentele onderzoeksopzet met een interventievergelijkingsgroep zou eveneens de belangrijke vraag kunnen beantwoorden of de mate waarin een vaardigheid geleerd wordt hetgeen is wat bij foutloos-lerentraining leidt tot een verbetering in kwaliteit van leven, of dat andere aspecten van de training (bijvoorbeeld aandacht van zorgverlener) het gevonden effect kunnen verklaren.
Ten tweede waren de zorgverleners, die de lijsten invulden, niet blind voor de onderzoeksvraag. Dit kan hun beoordeling van kwaliteit van leven en gedragssymptomen hebben beïnvloed. Patiënten in de foutloos-lerentraining zouden bijvoorbeeld anders beoordeeld kunnen worden dan patiënten in de vergelijkingsgroep, omdat de zorgverleners verwachten dat foutloos leren een positief effect heeft op de kwaliteit van leven van een patiënt. Het is belangrijk dat vervolgstudies hiermee rekening houden, door lijsten te laten invullen door een groep beoordelaars die blind zijn voor de conditie.
Samenvattend: patiënten met het syndroom van Korsakov konden vaardigheden (huishouden, corvee, mobiliteit, activiteiten van het dagelijks leven, oriëntatie) zelfstandiger uitvoeren na foutloos-lerentraining. Daarnaast verbeterde de kwaliteit van leven en namen gedragsproblemen (psychotische symptomen, affectieve symptomen en agitatie/agressie) af bij patiënten die foutloos-lerentraining hadden ontvangen. De kwaliteit van leven en gedragssymptomen lijken stabiel in patiënten met Korsakov in verpleeghuizen wanneer zij gebruikelijke zorg ontvangen. Het integreren van foutloos leren in de klinische praktijk lijkt van toegevoegde waarde voor deze doelgroep, om hen meer onafhankelijkheid te bieden in een zorgsetting, waarin zij zich niet altijd thuis voelen. Om aan deze behoefte te voldoen is eind vorig jaar een praktische handleiding Foutloos Leren bij Korsakov uitgebracht voor zorgverleners die werkzaam zijn in de Korsakovzorg.
Referenties
- Dit artikel is een bewerking van de drie Engelstalige artikelen die reeds in internationale tijdschriften zijn gepubliceerd: Rensen, Y.C.M., Egger, J.I.M., Westho, J., Walvoort, S.J.W. & Kessels, R.P.C. (2017). Errorless (re)learning of everyday activities in patients with Korsako’s syndrome: A feasibility study. Neuropsychological Rehabilitation, 1-5. doi: 10.1080/09602011.2017.1379419; Rensen, Y.C.M., Egger, J.I.M., Westho, J., Walvoort, S.J.W. & Kessels, R.P.C. (2017). The eect of errorless learning on quality of life in patients with Korsako’s syndrome. Neuropsychiatric Disease and Treatment, 13, 2867-2873. doi: 10.2147/ndt.s140950; Rensen, Y.C.M., Egger, J.I.M., Westho, J., Walvoort, S.J.W. & Kessels, R.P.C. (2017).. The eect of errorless learning on psychotic and aective symptoms, as well as aggression and apathy in patients with Korsako’s syndrome in long-term care facilities. International Psychogeriatrics, 1-9. doi: 10.1017/s1041610218000492.
- Dat was medeauteur Josette Westhoff.
- Dit project is een samenwerking van het Korsakov Centrum voor alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen, onderdeel van Vincent van Gogh, Venray en het Korsakov Kenniscentrum. We bedanken de organisaties die hebben meegedaan aan het project: Atlant, MeanderGroep en ZorgAccent. Ook bedanken wij de trainers en patiënten die hebben deelgenomen aan dit onderzoek. In het bijzonder bedanken we Ans Oosterwechel, Sandy Kramer, Kristel Hakke, Anja Tijmense en Bettine van der Heide voor hun hulp bij de coördinatie van het project.