Het in de huidige persoonlijkheidspsychologie waarschijnlijk meest populaire model is Costa en McCrae’s (1985, 1989, 1992a)789 Five Factor Model (FFM). De factorstructuur van dit model berust op een aanpassing van de structuur van een eerder geconstrueerde vragenlijst, de NEO Inventory (McCrae & Costa, 1983)37, aan wat later kon worden aangetoond in lexicale Big Five-studies (bijv. Goldberg, 1990, 1992)2223. Dit betekende dat naast de NEO-dimensies Neuroticisme (N), Extraversie (E) en Openheid (O), die door de auteurs verondersteld werden rechtstreeks de Big Five-factoren Emotional Stability (gespiegeld), Surgency en Intellect te vertegenwoordigen, twee andere dimensies aan de NEO-structuur werden toegevoegd, te weten Altruïsme (de Engelse term is Agreeableness; A) en Consciëntieusheid; C – zie bijvoorbeeld McCrae & Costa, 1985).
De schalen voor de vijf dimensies werden gezamenlijk gepubliceerd als de NEO Personality Inventory (NEO-PI; Costa & McCrae, 1985). In een later stadium werden diverse wijzigingen aangebracht, onder andere resulterend in de NEO