1852 Weergaven
22 Downloads
Lees verder
Met de komst van de DSM-5 wordt het domein van de somatoforme stoornissen vervangen door de somatisch-symptoomstoornissen en aanverwante stoornissen. De somatischsymptoomstoornis wordt gekenmerkt door lichamelijke klachten die gepaard gaan met disfunctionele gedachten, gevoelens, en/of gedragingen. In deze bijdrage bieden Anne van Gilst en collega’s een beknopt overzicht van vragenlijsten die door clinici en onderzoekers gebruikt kunnen worden voor het in kaart brengen van deze maladaptieve reacties op lichamelijke klachten.

Met de komst van de DSM-5 wordt het domein van de somatoforme stoornissen vervangen door somatisch-symptoomstoornissen en aanverwante stoornissen (APA, 2013; Van der Feltz-Cornelis & Van Houdenhove, 2014)117. De belangrijkste diagnose in dit domein is de somatisch-symptoomstoornis. Deze vervangt de DSM somatisatiestoornis, pijnstoornis en ongedifferentieerde somatoforme stoornis. Kenmerk van de somatisch-symptoomstoornis is het langdurig aanwezig zijn van één of meer lichamelijke klachten die lijdensdruk veroorzaken en/of het dagelijks functioneren significant beïnvloeden. Daarnaast dient er sprake te zijn van overmatige gedachten, gevoelens, en gedragingen met betrekking tot de lichamelijke klachten.

Dit laatste punt markeert een belangrijk verschil met de DSM-5. Het is voor de diagnose niet relevant of de klachten al dan niet verklaard kunnen worden door een somatische aandoening; van belang is de maladaptieve reactie op de lichamelijke klachten.

Clinici en onderzoekers kunnen bij de diagnostiek van somatisch-symptoomstoornissen gebruikmaken van vragenlijsten die systematisch dit soort maladaptieve reacties in kaart brengen. Dit artikel heeft als doel een beknopt overzicht te bieden van zulke meetinstrumenten. Wij richten ons hierbij niet op instrumenten die simpelweg screenen of er sprake is van deze reacties, maar op instrumenten die deze reacties uitgebreider in kaart brengen en informatie opleveren die psychologen in de behandeling zouden kunnen gebruiken.

Een overzicht van de meetinstrumenten en hun eigenschappen staat in tabel 1. De instrumenten worden hierin besproken aan de hand van psychologische factoren, waarvan uit reviews consistent blijkt dat ze samenhangen met het ontstaan of voortduren van lichamelijke klachten (Deary, Chalder, & Sharpe, 2007; Rief & Broadbent, 2007)3. Om brede toepasbaarheid te garanderen, hebben wij gezocht naar gratis te gebruiken zelf-invulvragenlijsten, die beschikbaar zijn in het Nederlands. Alle in dit artikel beschreven vragenlijsten zijn te vinden op www.solkweb.nl/ meetinstrumenten. Tabel 2 bevat een aantal voorbeelditems. Voor een overzicht van instrumenten die de aard, het aantal, de ernst en het beloop van lichamelijke klachten meten, verwijzen wij naar Van Hemert18, De Waal & Van Rood (2004) en Zijlema et al. (2013)21.

Bespreking

Tabel 1 biedt een overzicht van maladaptieve reacties op lichamelijke klachten. Dit kunnen disfunctionele gedachten, gevoelens en/of gedragingen zijn, zoals overmatige klachtgerichtheid, angst voor een ernstige ziekte, angst voor beweging, doemdenken en hulpeloosheid. Uiteraard zijn er voor sommige concepten ook andere vragenlijsten beschikbaar, maar het aantal gevalideerde, gratis beschikbare, Nederlandstalige instrumenten is beperkt. Ook de hier besproken Self-E¦cacy Scale (SES) en de Nederlandse vertaling van de Illness Management Questionnaire (IMQ) zijn (nog) niet gevalideerd. De Pijn Coping Inventarisatielijst (ª«’) en de Pain Catastrophizing Scale (PCS) zijn specifiek gericht op patiënten met pijnklachten en de richt zich op vermoeidheid. Hoewel de vragenlijsten eenvoudig aangepast kunnen worden voor algemener gebruik, zouden zulke aangepaste versies eigenlijk eerst gevalideerd en genormeerd moeten worden.

Conclusie

De inzet van de besproken meetinstrumenten kan clinici en onderzoekers helpen bij het systematisch in kaart brengen van maladaptieve reacties op lichamelijke klachten. De besproken concepten geven een beeld van een aantal belangrijke disfunctionele gedachten, gevoelens, en/of gedragingen die gepaard kunnen gaan met lichamelijke klachten. Als kanttekening dient te worden genoemd dat dit geen compleet overzicht is, dat is voortgekomen uit een systematisch literatuuronderzoek. Hoewel de negatieve invloed van de besproken concepten op lichamelijke klachten in verschillende onderzoeken is aangetoond, werden hierbij niet altijd de hier genoemde meetinstrumenten gebruikt. Het verder valideren van de vragenlijsten alsmede het verzamelen van relevante normgegevens zijn aandachtspunten voor toekomstig onderzoek.

­

Dit artikel is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de auteurs in het kader van het project ‘Grip op Klachten’ (www.gripopklachten. nl). Binnen dit project wordt een innovatief eHealth systeem ontwikkeld voor diagnostiek en behandeling van Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK).

Literatuurlijst

  1. American Psychiatric Association (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (5de versie) (DSM-5). Washington: American Psychiatric Press.
  2. Bleijenberg, G., Bazelmans, E. & Prins, J. (Red.; 2001). Chronisch vermoeidheidssyndroom: self-effacacy schaal (SES). Houten/ Diegem: Bohn Stafl eu Van Loghum.
  3. Deary, V., Chalder, T. & Sharpe, M. (2007). The cognitive behavioural model of medically unexplained symptoms: a theoretical and empirical review. Clinical Psychology Review, 27(7), 781-797.
  4. Evers, A.W.M., Kraaimaat, F.W., Van Lankveld, W. & Bijlsma, J.W.J. (1998). De ziekte cognitie lijst (ZCK) (the illness cognition questionnaire: ICQ). Gedragstherapie, 31, 205-220.
  5. Kraaimaat, F.W. & Evers, A.W. (2003). Pain-coping strategies in chronic pain patients: psychometric characteristics of the pain-coping inventory (PCI). International Journal of Behavioral Medicine, 10(4), 343-363.
  6. Lauwerier, E., Crombez, G., Van Damme, S., Goubert, L., Vogelaers, D. & Evers, A.W. (2010). The construct validity of the illness cognition questionnaire: the robustness of the three-factor structure across patients with chronic pain and chronic fatigue. International Journal of Behavioral Medicine, 17(2), 90-96.
  7. Moss-Morris, R., Weinman, J., Petrie, K.J., Horne, R., Cameron, L.D. & Buick, D. (2002). The revised illness perception questionnaire (IPQ-R). Psychology and Health, 17(1), 1-16.
  8. Pilowsky, I. (1967). Dimensions of hypochondriasis. The British Journal of Psychiatry: the Journal of Mental Science, 113(494), 89-93.
  9. Ray, C., Weir, W., Stewart, D., Miller, P. & Hyde, G. (1993). Ways of coping with chronic fatigue syndrome: development of an illness management questionnaire. Social Science & Medicine, 37(3), 385-391.
  10. Rief, W. & Broadbent, E. (2007). Explaining medically unexplained symptoms-models and mechanisms. Clinical Psychology Review, 27(7), 821-841.
  11. Rodero B., Luciano J.V., Montero-Marín J., Casanueva B., Palacin J.C.& Gili M. (2012). Perceived injustice in fi bromyalgia: psychometric characteristics of the injustice experience questionnaire and relationship with pain catastrophising and pain acceptance. Journal of Psychosomatic Research, 73, 86–91.
  12. Roelofs, J., Sluiter, J.K., Frings-Dresen, M.H., Goossens, M., Thibault, P., Boersma, K. & Vlaeyen, J.W. (2007). Fear of movement and (re)injury in chronic musculoskeletal pain: evidence for an invariant two-factor model of the tampa scale for kinesiophobia across pain diagnoses and dutch, swedish, and canadian samples. Pain, 131(1-2), 181-190.
  13. Roelofs, J., Van Breukelen, G., Sluiter, J., Frings-Dresen, M.H., Goossens, M. et al. (2011). Norming of the tampa scale for kinesiophobia across pain diagnoses and various countries. Pain, 152(5), 1090-1095. Schiphorst Preuper H.R., De Boer, M.J. & Reneman M.F. (in voorbereiding). Perceived injustice in chronic pain: reliability and validity of the Dutch version of the Injustice Experience Questionnaire (IEQ).
  14. Speckens, A.E., Spinhoven, P., Sloekers, P.P., Bolk, J.H. & Van Hemert, A.M. (1996). A validation study of the whitely index, the illness attitude scales, and the somatosensory amplifi cation scale in general medical and general practice patients. Journal of Psychosomatic Research, 40(1), 95-104.
  15. Sullivan, M.J.L., Bishop, S. & Pivik, J. (1995). The pain catastrophizing scale: development and validation. Psychological Assessment, 7(4), 524-532. Sullivan, M.J.L., Adams, H., Horan, S., Maher, D., Boland, D. & Gross, R. (2008). The role of perceived injustice in the experience of chronic pain and disability: scale development and validation. Journal of Occupational Rehabilitation, 18, 249–61.
  16. Van Damme, S., Crombez, G., Bijttebier, P., Goubert, L. & Van Houdenhove, B. (2002). A confi rmatory factor analysis of the pain catastrophizing scale: invariant factor structure across clinical and non-clinical populations. Pain, 96(3), 319-324.
  17. Van der Feltz-Cornelis, C.M. & van Houdenhove, B. (2014). DSM-5: van somatoforme stoornissen naar ‘somatic symptom and related disorders’. Tijdschrift Voor Psychiatrie, 56(3), 182-186.
  18. Van Hemert, A.M., De Waal, M.W.M. & Van Rood, Y.R. (2004). Meetinstrumenten bij somatoforme stoornissen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 46(10), 693-696.
  19. Van Ittersum, M.W., Van Wilgen, C.P., Hilberdink, W.K., Grootho” , J.W. & Van der Schans, C. . (2009). Illness perceptions in patients with fi bromyalgia. Patient Education and Counseling, 74(1), 53-60.
  20. Vlaeyen, J.W., Kole-Snijders, A.M., Boeren, R.G. & Van Eek, H. (1995). Fear of movement/(re)injury in chronic low back pain and its relation to behavioral performance. Pain, 62(3), 363-372.
  21. Zijlema, W.L., Stolk, R.P., Lowe, B., Rief, W., BioSHaRE, White, P.D. & Rosmalen, J.G. (2013). How to assess common somatic symptoms in large-scale studies: a systematic review of questionnaires. Journal of Psychosomatic Research, 74(6), 459-468.