Onrust in Juridisch Nederland. Zevenhonderd rechters, toch bijna dertig procent van alle magistraten, ondertekenden een manifest tegen de toenemende werkdruk. Ze hebben te weinig tijd om zaken goed voor te bereiden. De president van de Hoge Raad, Geert Corstens, deed er in de NRC onlangs nog een schepje bovenop. Naast werk- en tijdsdruk bedreigt ook de steeds sterkere sturing op productie de kwaliteit van de juridische besluitvorming. De Raad voor de Rechtspraak – die waakt over de kwaliteit van de rechterlijke besluitvorming en het geld beheert – zou het onderzoeken en de minister om meer geld vragen. Goed idee.
Alleen, drie jaar geleden al gaf diezelfde Raad voor de Rechtspraak mijn onderzoeksgroep een stevige onderzoekssubsidie om mogelijke bedreigingen van de kwaliteit van rechterlijke besluitvorming te onderzoeken. We deden diepte-interviews, trendanalyses, een paar laboratoriumexperimenten en na twee jaar puzzelen wisten we het: tijdsdruk vormt een niet te onderschatten bedreiging voor de kwaliteit van de rechtspraak.
In Nederland komen de wat ingewikkelder zaken in de Meervoudige Kamer terecht. Na een zitting gaan drie rechters ‘raadkameren’ en dan nemen ze een gezamenlijk besluit. Een week voor de zitting krijgen die rechters een paar verhuisdozen vol dossiers. Die moeten ze allemaal lezen, maar daar hebben ze de tijd niet voor. Dus leest elk lid van de Meervoudige Kamer een deel, zo goed mogelijk, en hopen ze tijdens het raadkameren de ontbrekende stukken van hun collega’s te horen. Tijdsdruk opgelost.
Maar wie wat leest, dat wordt niet afgestemd; geen tijd voor. Dikke kans dat ze allemaal hetzelfde lezen en hetzelfde stuk dus niet. Missen ze alle drie dat cruciale belastende bewijs, of die informatie die tot vrijspraak zou leiden, krijgt de ene verdachte een te lage straf en wordt de ander ten onrechte veroordeeld. Of gaat alles en iedereen in hoger beroep. Kost weer een hoop tijd.
We schreven een degelijk rapport, de Staatsuitgeverij drukte het en de Raad voor de Rechtspraak stuurde vijfhonderd exemplaren de juridische wereld in. Dat beslissen onder tijdsdruk vaak slecht uitpakt, wisten wij psychologen natuurlijk allang. Dat dit ook rechters dwarszit, kon je op klompen aanvoelen. Hadden we ons dure onderzoek niet echt voor nodig. En toch, dat rechters geen tijd hebben om hun dossiers te lezen wist ik niet. Dat ze daardoor ongemerkt blinde vlekken krijgen, vind ik zorgelijk. Dat om vijf uur ’s middags de verwarming in de Raadkamer uitgaat en er geen pinda meer te krijgen is, was nieuw. Dat er rechters zijn die dan toch doorgaan met raadkameren omdat ze, tegen de klippen op, kwaliteit proberen te leveren vind ik cool.
Het duurde even, maar eind februari schreef de Raad voor de Rechtspraak dat rechters zich meer met kwaliteit mogen bezighouden. Goed zo. Bovendien nemen ze de komende maanden alle tijd om met rechters in gesprek te gaan over tijdsdruk. Blijf ik, tijd of geen tijd, er toch maar alles aan doen om nooit met een Nederlandse rechtbank in aanraking te komen.