Sommige mensen zijn gewoontedieren, anderen passen hun gedrag flexibel aan. Het is aan de hersens te zien wie zich meer door dagelijkse routines laat leiden.
Routines zijn handig. Je kunt daardoor een complexe handeling uitvoeren, bijvoorbeeld rijden van Utrecht naar Amsterdam terwijl je je mentaal voorbereidt op een vergadering. Maar routines hebben ook nadelen: je kunt uit gewoonte een verkeerde afslag nemen. Onderzoek toont aan dat aan hersenverbindingen is af te leiden of mensen makkelijk kunnen afwijken van automatische gewoontes als de situatie dat vereist. In een computerspel moesten proefpersonen bepaalde handelingen uitvoeren om een beloning te krijgen. Zodra zij zich die eigen hadden gemaakt, veranderden de spelregels. Hersenscans lieten zien dat de sterkte van een aantal hersenverbindingen bepaalde hoe goed de proefpersonen hun gedrag vervolgens konden aanpassen. Bleven de prikkels automatische handelingen oproepen, ook als die niet langer positieve gevolgen hadden, dan was bij die proefpersonen de verbinding tussen de premotor cortex en posterieure putamen het sterkst. Waren proefpersonen daarentegen juist goed in staat om hun gedrag aan te passen, dan bleek juist de verbinding tussen de ventromediale prefrontale cortex en nucleus caudatus sterker.
Dit onderzoek vergroot het inzicht in dwangstoornissen. Dwangpatiënten hebben een bovengemiddeld sterke neiging om handelingen op de automatische piloot uit te voeren, toonden de onderzoekers eerder al aan. ‘We denken dat de balans tussen de hersenverbindingen bij dwangpatiënten ernstig verstoord is,’ stellen ze nu. ‘Het zou goed kunnen dat juist die verstoring leidt tot compulsief gedrag.’ (KK)
Bron: De Wit, S., Watson, P., Harsay, H.A., Cohen, M.X., Van de Vijver, I. & Ridderinkhof, K.R.. (2012). Corticostriatal connectivity underlies individual differences in the balance between habitual and goal-directed action control. The Journal of Neuroscience, 32(35), 12066–12075.