De auteur presenteert zijn inzichten in een literaire vorm. We moeten ons voorstellen dat hij op de motorfiets afreist naar een middelbare school in Brabant. Een fictieve Claire, directeur van die school, wil met hem praten over de vraag of er verband bestaat tussen opvoedpraktijken en de toename van het aantal psychologische en psychiatrische diagnoses. Het gesprek met Claire is letterlijk uitgeschreven. Haar vader is onlangs overleden. In zijn nalatenschap bevonden zich tal van aantekeningen over het genoemde vraagstuk. Die aantekeningen worden zo nu en dan hardop voorgelezen. Het boek kreeg op deze manier de vorm van een dialoog waarin de stem van een derde doorklinkt.
Hoe lang duurt het gesprek van Jan met Claire? Onze motorrijder arriveert voordat de lessen op school beginnen. Ze stoppen met praten tijdens de lunchpauze van de leerlingen. Alles bij elkaar zullen ze vier uur met elkaar in gesprek zijn geweest. Deze schatting is relevant met het oog op de leesbaarheid van het verhaal. Het boek is niet dik, maar er staan heel veel woorden op een bladzijde gedrukt. Zelf heb ik een deel van de tekst hardop gelezen met een horloge bij de hand. Ik denk dat het voor normale mensen niet lukt om deze tekst binnen een tijdspanne van twaalf uur uit te spreken. Jan en Claire moeten op hun ochtend zo razendsnel hebben gesproken, dat ze elkaar nauwelijks meer konden verstaan.
Dit is direct het grote bezwaar tegen deze dialoog: er komt teveel aan de orde. Erger nog: in dit boek pleit Derksen voor een samenleving van betuttelaars. Wie kinderen krijgt, lijkt volgens zijn ‘opvoeden 2.0’ jarenlang onder curatele van hulpverleners te moeten staan. In zijn boek geeft hij (aanstaande) ouders talrijke adviezen, maar het is duidelijk dat de meeste mensen deze niet zomaar in praktijk kunnen brengen. Bovendien is de auteur van mening dat de meeste professionals in de geestelijke gezondheidszorg verkeerd zijn opgeleid. Ook hulpverleners moeten eerst nog leren hoe ze zich behoren te gedragen.
Graag had ik een boek gelezen waarin Derksen praat met iemand die minder gemakkelijk met hem meedraaft. Iemand die zich nuchter en wat meer afstandelijk opstelt. Iemand zoals Rita Kohnstamm of Beatrijs Ritsema. Maar ik vrees dat Rita en Beatrijs er in een gesprek van vier uur met Jan moeilijk tussen waren gekomen.
Door J.J.L. Derksen (2018)
Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 162 p.