Lees verder
Door: Puck Dinjens, redactie (2018). Amsterdam: Mediawerf Uitgevers, 160 p.
Karel Soudijn

Stel u wilt een stoomcursus geven aan mensen die deel uitmaken van een Raad van Commissarissen of een Raad van Bestuur: welke vakliteratuur raadpleegt u dan? De kans is groot dat u terecht komt bij Daniel Kahneman. In Goede raad voor commissarissen zien we hem in vijf van de 21 hoofdstukken optreden. Niet overal, maar dat komt omdat lang niet alle bijdragen door psychologen of economen zijn geschreven. Aan deze bundel werkten ook auteurs mee met als opleiding geografie, geschiedenis, rechten, ecologie of filosofie.

Welke inzichten van Kahneman kunt u gebruiken? Allereerst het idee dat vaak meer energie wordt gestoken in het tegengaan van verlies dan in het behalen van winst. Ten tweede het idee dat het zinvol is om onderscheid te maken tussen vlot oordelen en bedachtzaamheid. Verder werkte Kahneman ook nog mee aan onderzoek over inkomensongelijkheid. Daaruit valt te leren dat je in Amerika eigenlijk niet meer dan 75.000 dollar per jaar hoeft te verdienen. Hogere inkomens dragen nauwelijks bij aan iemands welbevinden. Vertaald naar de Nederlandse situatie: het argument dat bestuurders zullen weglopen als ze wat minder verdienen, lijkt flauwekul.

De eerste negen hoofdstukken uit dit boek staan bij elkaar gezet onder de kop ‘Wat zich afspeelt in het brein van toezichthouder en bestuurder’. De volgende twaalf vallen onder de noemer ‘Dynamiek tussen de Raad en de belanghebbenden’. Alle bijdragen zijn gemakkelijk leesbaar. De auteurs putten net zo lief uit wetenschappelijke bronnen als uit krantenartikelen. Recente schandalen komen aan bod. Mislukkingen worden met naam en toenaam gefileerd. In minder dan een bladzijde wordt bijvoorbeeld uitgelegd waarom Olga Zoutendijk faalde als commissaris bij ABN AMRO. Zij is niet de enige die in enkele alinea’s als afschrikwekkend voorbeeld wordt gepresenteerd.

Besturen is een kwestie van voortdurend blijven leren. Besturen is ook een kwestie van tegenspraak organiseren en spelenderwijs perspectieven verschuiven. Het is niet moeilijk om hier nog enkele algemene ideeën aan toe te voegen. De kans is groot dat u deze ideeën in dit boek terugvindt, toegelicht met sprekende voorbeelden. Denkt u nu bijvoorbeeld aan het begrip ‘interactie’? Natuurlijk krijgt ook dat begrip veel aandacht. Soms zelfs op een verrassende manier. Peter Schimmel, van huis uit accountant, laat bijvoorbeeld zien dat integriteit eigenlijk niet meer is dan een vorm van emotionele intelligentie: ‘Of iemand integer wordt gevonden, bepaalt de omgeving en die is afhankelijk van plaats en tijdstip.’ U moet dus vooral zorgen dat anderen het idee krijgen dat u integer bent: een kwestie van goed aanvoelen hoe u op hen over komt, en daarnaar handelen.

Wie nieuwsberichten en commentaren in de media volgt, zal dit boek lezen als een feest der herkenning. Inzichten uit de psychologie, niet alleen van Kahneman, zijn tamelijk losjes door de teksten gestrooid. Hoofdstukken kan men in willekeurige volgorde lezen, bijvoorbeeld op de achterbank van een limousine op weg naar een volgende vergadering.